Terug naar

Indeling in functionele delen

1 Energiesector = Σ Functionele delen

Indeling van een energiesector in functionele delen

Indeling van een energiesector in functionele delen

De energiesectoren van de EPN-eenheden moeten verder onderverdeeld worden in een of meerdere functionele delen.

Bij conventie kan een functioneel deel zich niet uitstrekken over verschillende energiesectoren. Er zijn dus altijd ten minste evenveel functionele delen als energiesectoren.

De functionele delen worden gekenmerkt door een functie. De regelgeving voorziet 18 verschillende functies. De keuze van elke functie wordt bepaald volgens de hoofdactiviteiten die zich afspelen in het functionele deel.

De energiesector(en) van een EPN-eenheid zal (zullen) vaak samengesteld zijn uit een combinatie van verschillende functies. Zo omvat een schoolgebouw bijvoorbeeld administratieve ruimten (functie “Kantoren”) en leslokalen (functie “Onderwijs”). Om te voorkomen dat een energiesector in te veel functionele delen wordt verdeeld, kunnen vereenvoudigingsregels worden toegepast.

De indeling in functionele delen maakt het mogelijk om bij de berekening van het PEV van de EPN-eenheid beter rekening te houden met de activiteiten in elk van deze delen.

Aandacht
De PEVmax-eis van de EPN-eenheid wordt bepaald in verhouding tot de functies die in de eenheid aanwezig zijn op basis van hun respectieve vloeroppervlakken. De indeling in functionele delen heeft dus een directe impact op de PEVmax-eis waaraan moet worden voldaan.

Elke functie wordt gekenmerkt door verschillende energetische gedragingen. De belangrijkste parameters die een waarde hebben met betrekking tot de functie in de EPB-rekenmethode zijn:

  • de bezettingstijden (uur/dag en dag/week), temperatuur ...,
  • de insteltemperaturen binnen voor de verwarming en de koeling,
  • de interne winsten door apparatuur en personen,
  • de jaarlijkse nettobehoeften voor sanitair warm water,
  • de hoeveelheid in te brengen vocht om de lucht te bevochtigen per m³,
  • het aantal gebruiksuren (overdag/'s nachts),
  • de werkingstijd van de ventilatie,
  • het comfortniveau van de verlichting.

Deze parameters worden nader toegelicht in Deel 9 Berekeningsmethoden – Hoofdst 3 EPN-methode.

Twee aangrenzende functionele delen kunnen een verschillende rekenwaarde voor de binnentemperatuur hebben. Ter vereenvoudiging wordt aangenomen dat er geen warmtestroom plaatsvindt doorheen de scheidingsconstructies van de aangrenzende functionele delen.

Laatste herziening op 05/10/2020