Terug naar

Procedure

Wanneer uit de EPB-aangifte die na het einde van de werken aan Leefmilieu Brussel of de uitreikende overheid bezorgd wordt, blijkt dat de EPB-eisen niet nageleefd worden, dan stuurt de leidende ambtenaar of, als deze afwezig, met vakantie of belet is, de adjunct-leidende ambtenaar van Leefmilieu Brussel een aangetekende brief naar de EPB-aangever, waarin hij laatstgenoemde op de aldus vastgestelde inbreuk wijst en hem het bedrag van de boete meedeelt, berekend op basis van het verschil ten opzichte van de na te leven EPB-eis.

De betrokkene wordt ook verzocht om de boete te betalen binnen een termijn van dertig dagen, te tellen vanaf de kennisgeving, door het geld in kwestie over te schrijven op de rekening van het Fonds inzake energiebeleid dat bij artikel 2, 16° van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen beoogd wordt.

Bij niet-betaling van de boete binnen de voorziene termijn wordt er een dwangbevel uitgevaardigd door de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken die deze uitvoerbaar verklaart in de vorm van aanmaningen en ingebrekestellingen.

Laatste herziening op 05/10/2020