Elk functioneel deel wordt begrensd door scheidingsconstructies en is samengesteld uit aangrenzende ruimten met eenzelfde activiteit (functie).
Om als aangrenzend te worden beschouwd, moeten twee ruimten naast of boven elkaar gelegen zijn, eventueel via tussenliggende circulatieruimten (gangen, trappen ...) of via sanitair, bergruimten, keukentjes ... In dit geval moeten deze ruimten (gangen, trappen, sanitair, bergruimten, keukentjes ...) worden opgenomen in het functionele deel.
Om te voorkomen dat een energiesector in te veel functionele delen wordt verdeeld, is het toegestaan de vereenvoudigingsregels toe te passen door de volgende 4 stappen te volgen:
- identificatie van de functionele delen en pre-assimilatie,
- assimilatie van de functionele delen (andere dan de functionele delen Gemeenschappelijk) op basis van de vloeroppervlakten,
- eventuele assimilatie van de functionele delen Gemeenschappelijk met een ander functioneel deel,
- assimilatie van technische schachten
2.1. Identificatie en pre-assimilatie
In een eerste fase worden, binnen een energiesector, de functionele delen geïdentificeerd, waarbij men oog dient te hebben voor de volgende punten:
- de gemeenschappelijke delen die meerdere functionele delen bedienen (in afwachting tot de derde fase),
- de aangrenzende ruimten die vooraf moeten worden geassimileerd (gangen, trappen, sanitair, bergruimten, keukentjes ... die één enkele functie bedienen),
- de effectieve aangrenzende ruimten (verticaal en horizontaal),
- de plannen “in hun geheel” en niet ruimte per ruimte.
De identificatiefase kan worden beschouwd als het eenvoudigweg toewijzen van de activiteit aan elk lokaal.
De afbakening van de functionele delen vóór de assimilatie (= pre-assimilatie) vindt plaats naar keuze van de bouwheer en wordt niet in twijfel getrokken als deze afbakening logisch en gerechtvaardigd lijkt.
Het gezond verstand, de activiteit van elke ruimte zoals beslist door de bouwheer evenals de werkingslogica van elk deel in de eenheid zijn bepalend voor deze eerste fase van indeling in functionele delen.
Vervolgens wordt de vloeroppervlakte berekend van elk functioneel deel dat aan de hand van deze punten wordt geïdentificeerd.
2.2. Assimilatie op basis van vloeroppervlakken
In een tweede fase kan een klein functioneel deel (behalve een functioneel deel “Gemeenschappelijk”) worden geassimileerd (horizontaal of verticaal) met een ander en groter aangrenzend functioneel deel op basis van de tijdens de eerste fase bepaalde vloeroppervlakten:
- Als de vloeroppervlakte van het kleine functioneel deel kleiner dan of gelijk aan 20% van de vloeroppervlakte van het grotere functioneel deel is, waarmee het samengenomen wordt, en
- Als het grotere functioneel deel geen “technische ruimten” is.
Indien meerdere kleine functionele delen samengenomen kunnen worden met een groter aangrenzend functioneel deel, moet:
- De som van de vloeroppervlakten van de kleine functionele delen kleiner dan of gelijk aan 25% van de vloeroppervlakte van het grotere functioneel deel zijn, waarmee ze samengenomen worden,
- De kleine functionele delen moeten in oplopende volgorde van vloeroppervlakte opgenomen worden, zonder er weg te laten.
Voor de functionele delen “Gemeenschappelijk” tellen de bovenstaande grenswaarden niet.
Voorbeeld van assimilatie op basis van vloeroppervlakten: Kunnen FD2 en FD3 worden geassimileerd met FD1?
Legende
1
FD1 ≠Technische ruimten
2
FD2
3
FD3
Legende
1
Avl PF1
2
Avl PF2
3
Av PF3
Avl FD3 < Avl FD2 < Avl FD1
als Avl FD3 ≤ 20% Avl FD1
en Avl FD2 ≤ 20% Avl FD1
en Avl FD3 + Avl FD2 ≤ 25% Avl FD1
→ FD3 EN FD2 kunnen geassimileerd worden met FD1
als Avl FD3 ≤ 20% Avl FD1
en Avl FD2 ≤ 20% Avl FD1
maar Avl FD3 + Avl FD2 > 25% Avl FD1
→ alleen FD3 kan geassimileerd worden met FD1 (want Avl FD3 < Avl FD2)
Bron: Leefmilieu Brussel
2.3. Assimilatie van de functionele delen Gemeenschappelijk
In een derde fase worden de functionele delen Gemeenschappelijk eventueel geassimileerd met een ander functioneel deel volgens de hierna beschreven scenario's ongeacht hun oppervlakten:
- De horizontale functionele delen “Gemeenschappelijk” kunnen automatisch worden geassimileerd met het grootste functioneel deel dat wordt bediend.
-
De verticale functionele delen “Gemeenschappelijk” kunnen naar keuze:
- horizontaal, per verdieping, worden samengenomen met het grootste functioneel deel dat wordt bediend,
- verticaal worden samengenomen met het grootste functioneel deel dat wordt bediend,
- een afzonderlijk functioneel deel “Gemeenschappelijk” vormen.
Het is niet toegelaten om kleine functionele delen op te nemen in de functie “Gemeenschappelijk”.
Het functioneel deel “Gemeenschappelijk” moet steeds aan ten minste één ander functioneel deel grenzen.
2.4. Assimilatie van technische schachten
De technische schachten moeten eveneens naar keuze:
- horizontaal samengenomen worden met het grootste aangrenzend functioneel deel,
- verticaal samengenomen worden met het grootste aangrenzend functioneel deel.
