Terug naar

Kies het type en de kenmerken van de afwerkingsmaterialen

Geef de voorkeur aan onbehandelde materialen

Wanneer de structuurelementen zichtbaar worden gelaten – keramische blokken, baksteen, beton – wordt het gebruik van een afwerkingslaag vermeden die vaak schadelijke stoffen afgeeft: vloerbedekking, linoleum, laminaat, de eventuele lijm waarmee deze materialen worden bevestigd of de producten voor de behandeling van houten parketvloeren, pleister en verf.

Daarnaast wordt zo op rationele wijze omgesprongen met bouwmaterialen, hetgeen het milieu ten goede komt.

Hier staat tegenover dat afwerkingen met pleister de luchtdichtheid van gemetselde wanden merkbaar verbeteren (zie dossier Luchtdichtheid verbeteren). Zichtbaar metselwerk is dus alleen een geschikte oplossing voor binnenwanden.

Bovendien moet bij zichtbare ruwe materialen bijzonder aandacht worden besteed aan de toepassing met het oog op de esthetiek: opvoeging, verwering… Bij keramische blokken bijvoorbeeld kunnen de voegen met mortellijm worden gerealiseerd voor een uniformer ogend resultaat mits de gebruikte lijm geen impact heeft op de luchtkwaliteit in de ruimte.

Afwerkingsplaten

Traditionele gipsplaten bestaan uit een kern van gips met karton aan weerszijden. Op de markt zijn alternatieve producten te koop:

  • Platen bestaande uit gips en cellulosevezels, zonder lijm en dus vrij van giftige stoffen
  • Luchtzuiverende platen die de voornaamste aanwezige VOS uit de lucht opnemen. Een specifieke component in het materiaal vangt een groot deel van de VOS in de binnenlucht op en zet die om in een inerte samenstelling (een chemische reactie breekt de verbinding tussen koolstof en zuurstof in formaldehyde en maakt er een koolstofketen van). Dit procedé is door erkende organismen gemeten en gecertificeerd als actief gedurende tientallen jaren.
    • Deze platen lijken sterk op traditionele gipsplaten en kunnen dus op dezelfde wijze worden toegepast.
    • Let wel: het gebruik van dit materiaal betekent niet dat niet langer voor efficiënte hygiënische ventilatie moet worden gezorgd!
  • Aardeplaten: platen van aarde en droge klei, voorzien van plantaardige vezels en bevestigd tussen twee juten doeken. Ze helpen bij de regeling van de luchtvochtigheid.

Naast gipsplaten zijn in de handel de volgende afwerkingsplaten te vinden:

  • Multiplexplaten
  • OSB, MDF, spaanplaat

De meeste platen zijn samengesteld met lijm. Na polymerisatie kunnen die formaldehyde afgeven.

Hoe fijner de spaanders zijn, hoe groter de hoeveelheid lijm. MDF, spaanplaat, OSB en multiplex bevatten in deze volgorde minder lijm (van 10% voor MDF tot minder dan 3% voor multiplex).

MDF-plaat

image28.jpeg Bron : beveka

Spaanplaat

image29.jpeg Bron : archiexpo

OSB-plaat

image30.jpeg Bron : habitat-ecologique

Multiplexplaat

image31.jpegBron : laboutiquedubois

Het emissiepercentage van een plaat neemt na verloop van tijd af, maar neemt bij hoge vochtigheid en hoge temperatuur weer toe. Het is dus aanbevolen zo'n plaat niet dichtbij een warmtebron te plaatsen of in zo'n geval een luchtdichte afwerking te voorzien.

We wijzen erop dat er een normatieve classificatie bestaat voor spaanderplaten op basis van hun gehalte aan vluchtige organische stoffen, die afhankelijk is van de hoeveelheid en het type gebruikte lijm:

KlasseGehalte aan formaldehyde bepaald door een onttrekkingsmethode met extractieapparaat volgens de norm NBN EN 120Vrijgave van formaldehyde bepaald door een methode volgens de norm NBN EN 717
E1? <= 8 mg/100g plaat<= 124 µg/m³ lucht
E28< … <=30 mg/100g plaat> 124 µg/m³ lucht

De voorkeur gaat uit naar platen met klasse E1 (technische erkenning, herkenbaar aan de markering aan de voor- of zijkant, bijvoorbeeld ATG/H.701 C E1). Producten binnen deze klasse hebben een zeer lage emissie van formaldehyde. Multiplex en de meeste OSB-platen alsmede een aantal MDF-varianten hebben klasse E1.

Panelen met klasse E2 moeten alleen buiten worden gebruikt, of in sterk geventileerde ruimtes zoals garages.

Er bestaan ook platen met gelijmd hout zonder formaldehyde (klasse E0). In plaats van formaldehyde bevatten ze polyurethanen (op basis van isocyanaat). Ook die zijn potentieel schadelijk (overgevoeligheid en allergieën), met name voor de productiearbeiders.

Voor gipsplaten en platen op houtbasis kunnen eveneens labels worden gebruikt om een idee te geven van de impact van het product op de gezondheid (zie het punt "Labels voor materialen / producten" verderop).

Tot slot bestaan er ook bouwplaten op basis van plantaardige vezels afkomstig uit landbouwafval (oogstafval van maïs, tarwe, koolzaad…). Ze bevatten geen formaldehyde of andere giftige stoffen.

Om de vrijgave van VOS in de omgeving te beperken, kunnen platen die niet vrij zijn van formaldehyde worden afgewerkt met bijvoorbeeld natuurlijke verf.

Ecobard stroplaat

Illustratie32: Ecobard stroplaat – Bron: www.naturehabitat.fr Bron: Nature et habitat

> Dossiers Duurzame keuze van niet-dragende muren en tussenwanden en Duurzame keuze van bekledingsmaterialen voor binnenmuren en plafonds

Pleister

Gips, een materiaal dat traditioneel als pleister wordt gebruikt, heeft geen negatieve impact op de gezondheid als het natuurlijk van aard is. Fosforgips (niet-natuurlijke gips, een bijproduct van de productie van fosforzuur en kunstmest), bevat daarentegen radon en geeft die ook af aan de omgeving. Dit product moet dus worden vermeden.

(Opmerking: het kan in uitzonderlijke gevallen gebeuren dat gips radioactiever is dan fosforgips. Dit is het geval wanneer de gips afkomstig is uit een zone die een hoge concentratie radon bevat. Dit is en blijft echter uitzonderlijk.)

Er bestaan ook andere soorten pleister, op basis van klei of kalk. Ze hebben als voordeel dat ze de luchtvochtigheid regelen.

Voor pleister kunnen eveneens labels worden gebruikt om een idee te geven van de impact van het product op de gezondheid (zie het punt "Labels voor materialen / producten" verderop).

> Dossier Duurzame keuze van bekledingsmaterialen voor binnenmuren en plafonds

Vloerbekledingen

Luchtvervuiling afkomstig van de vloerbekleding kan het gevolg zijn van :

  • De opeenhoping van stof in vloerbekledingen van textiel
  • De samenstelling van de vloerbekleding zelf (vinyl of synthetisch rubber, synthetische veloursvezels, synthetische rug, laminaatparket)
  • De lak waarmee massief houten parket of multiplexparket is afgewerkt
  • De gebruikte lijm voor de bevestiging van de bekleding, ongeacht of die hard of soepel is

Om die luchtvervuiling te beperken, kan het volgende worden gedaan :

  • Geef de voorkeur aan inerte (tegels, granito) of onbehandelde afwerkingen (glad beton)

    Deze afwerkingen zijn onderhoudsvriendelijk en gunstig voor de thermische inertie van het gebouw, maar ze kunnen akoestisch en zintuiglijk onaangenaam zijn. Ze zijn weinig allergeen, maar de lijm waarmee tegels worden bevestigd kan schadelijke stoffen bevatten (zie hieronder en dossier Duurzame keuze van binnenvloerbekleding). Ze zijn geschikt voor vertrekken in de tertiaire sector indien akoestische compensatiemaatregelen worden genomen en voor sanitaire ruimtes in woningen, crèches en rusthuizen.

  • Kies natuurlijke vloerbekledingsmaterialen :
    • Massief parket (behandeld met natuurlijke lak, was of olie) of multiplexparket in plaats van laminaat.

      Multiplexparket

      image33.jpegBron : Les parquets du monde

      Dit product bestaat uit een slijtlaag van goed hout, een tussenlaag van ‘normaal' hout en een onderlaag van multiplex. De gebruikte hoeveelheid lijm is relatief beperkt.

      Laminaatparket

      image34.jpegBron : Reso

      Dit product bestaat uit een dunne laag lak; een gedrukt decoratiemotief, een tussenlaag van spaanplaat en een onderlaag van hars. Laminaat is een minder goede keuze uit gezondheidsoogpunt.

    • Linoleum op basis van natuurlijke grondstoffen : jutedoek, waterdicht gemaakt met lijnzaadolie en hout- of kurkpoeder.

      Linoleum verdient de voorkeur boven vinyl, dat is vervaardigd op basis van petrochemische grondstoffen (pvc), en synthetisch rubber (een mengsel van latex, antioxidanten, mineralen, hars en pigment). Beide producten geven VOS af.

      Kleuterschool ka Etterbeek

      Illustratie35: [111] KLEUTERSCHOOL KA ETTERBEEK: nieuwe passiefschool van 950 m², Gebruik van materiaal als linoleum om de gezondheid van de kinderen te garanderen, bron: arch EVR- Architecten nieuwe passiefschool van 950 m², Gebruik van materiaal als linoleum om de gezondheid van de kinderen te garanderen, bron: arch EVR- Architecten

    • Kurk : Dit product bestaat uit kurkhars, gebonden met kurkkorrels. Het is een gezond bekledingsmateriaal met goede akoestische en thermische eigenschappen en een goede brandbestendigheid. Kies natuurlijke lak en was voor de oppervlaktebehandeling en breng geen slijtlaag van vinyl of polyurethaan aan.
    • Tapijt van natuurlijke vezels

      Vaste vloerbedekking bestaat uit twee delen :

      de rug (steunlaag)

      de pool (het zachte gedeelte).

      De samenstelling van beide elementen moet in het oog worden gehouden als u een gezonde vloerbedekking wenst. Soms worden de rug en de pool met latex met elkaar getuft. Vloerbedekking zonder latex krijgt de voorkeur, want dat geeft vaak giftige stoffen af.

      Een rug van plantaardig textiel heeft de voorkeur boven een synthetische rug. Een rug van synthetisch rubber geeft door het tapijt heen giftige stoffen af aan de lucht.

      Ruggen van geweven jute zijn het sterkst en gezondst, maar hebben de reputatie minder zacht en comfortabel te zijn. Ruggen van naaldvilt kunnen het comfort verbeteren. Deze ruggen zijn vaak voorzien van zelfhechtende stroken. De vloerbedekking is daardoor eenvoudig te plaatsen; lijm is niet nodig.

      Voor de pool genieten plantaardige vezels de voorkeur boven synthetische vezels (polyamide, polypropyleen, polyester), want die laatste tasten de kwaliteit van de binnenlucht aan :

      ?image36.jpeg? Tapijt van kokosvezel

      Kokosvezel

      Zeer duurzaam en stevig, maar wat ruw. Kokosvezel neemt weinig stof op.

      ?image37.jpeg? Schaapswollen tapijt

      Schaapswol

      Schaapswol is comfortabel, vochtafstotend, vuilbestendig en zeer moeilijk ontvlambaar. Kies wol zonder vlek- of brandwerende additieven. Die zijn niet nodig.

      ?image38.jpeg? Sisaltapijt – Bron : Acanthe-sol

      Sisal

      Deze vezel is afkomstig van de agaveplant. Hij is zeer slijtvast, maar slecht bestand tegen vocht, direct zonlicht en vlekken.

      ?image39.jpeg? Tapijt van zeegras

      Zeegras

      Deze vezel is zeer duurzaam en bestendig. De plant groeit in het water en de vezel is dus goed bestand tegen water en vocht.

      ?image40.jpeg? Tapijt van berggras – Bron : Tapis benoit

      Bergras

      Deze vezel is zeer duurzaam en bestendig. Hij neemt vocht op en is dus geschikt voor droge vertrekken.

      Let op : deze natuurlijke vezels kunnen met pesticiden zijn behandeld. Ga ook na of ze niet zijn behandeld met biociden (fungiciden, insecticiden, bactericiden…) die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Europese Unie (EU), het Internationaal Onderzoekscentrum voor Kanker (IARC) enz. als gevaarlijk worden beschouwd.

  • Kies bij gebrek aan beter voor materialen die een beperkte hoeveelheid schadelijke stoffen afgeven. Die eigenschappen moeten worden gestaafd aan de hand van labels of certificaten.

    ?image54.png?

    GUT-label (Vereniging voor ecologische tapijten)

    De GUT-licentie wordt uitsluitend toegekend aan fabrikanten wier producten aan de volgende criteria voldoen:

    ?image53.jpeg?

    Nordic Swan Label

    • Het label Nordic Swan is een officieel label in de Scandinavische landen (Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en IJsland).
    • Het wordt gebruikt voor verschillende soorten producten. Tapijt en vloerbedekking moeten minstens 80% natuurlijke vezels bevatten en vrij zijn van een hele reeks chemische stoffen. Er zijn ook maximale emissiewaarden van kracht.

    ?image55.png?

    Het label Oeko-Tex 100 is het resultaat van een Duits-Oostenrijkse samenwerking. Het garandeert de afwezigheid van giftige stoffen voor mens of milieu in het eindproduct.

    ?image50.jpeg?

    Het label Blauer Engel legt emissiedrempels op voor vloerbekledingen.

    ?image51.jpeg?

    Het label NaturePlus legt emissiedrempels op voor vloerbekledingen. Voor linoleum zijn de volgende zaken verboden :

    • Toevoeging van arsenicum-, lood-, cadmiumverbindingen
    • Gebruik van gehalogeneerde organische verbindingen
    • Biociden en kleurstoffen die kankerverwekkende arylaminen kunnen vrijgeven.

> Dossier Duurzame keuze van binnenvloerbekleding

Houtbehandelingsproducten

Hout is een organisch materiaal dat door houtetende insecten en schimmels kan worden aangetast. Dit kan aanzienlijke schade veroorzaken aan de bouw- of afwerkingselementen. Om de levensduur van hout te verbeteren, wordt meestal een beschermende houtbehandeling toegepast. Maar de gebruikte insecticiden en fungiciden vervuilen onze leefomgeving: PCP (pentachloorfenol) en lindaan zijn zeer schadelijk en hun vervangers bevatten meestal metaalzouten (koper, chroom, arsenicum) of koolwaterstoffen die eveneens schadelijk zijn voor het zenuwstelsel.

Bij moderne behandelingen is de schadelijkheid van de gebruikte stoffen beperkt. Ze zijn steeds specifieker gericht op de schadelijke organismen, waardoor de "nevenschade" voor de bewoners beperkt blijft. Wanneer de stoffen in het hout worden geïnjecteerd, is het risico voor de gebruiker meestal beperkt. Bij de rechtstreekse aanbrenging van producten op de werf (bestrijken met een curatief middel bijvoorbeeld) moeten de gebruiksvoorschriften worden nageleefd; de vertrekken moeten met name worden gelucht tijdens de aanbrenging en tijdens het drogen.

Vanuit het oogpunt van de bewoner is de vervuiling van de omgevingslucht met biociden en dus beperkt. Het probleem van de luchtkwaliteit komt vooral neer op de impact van de oplosmiddelen in de afwerkingsproducten (beits, verf, lak).

Wel moet een houtsoort worden gekozen die zo geschikt mogelijk is voor het beoogde gebruik en moet de constructie of afwerking volgens de regels van de kunst gebeuren om beschermingsbehandelingen onnodig te maken. Als alternatief voor beschermende houtbehandelingen moet een structuurwijziging van het hout worden overwogen.

Keuze van de houtsoort

Om een chemische behandeling van het hout te vermijden, moet de voorkeur uitgaan naar houtsoorten die van nature duurzaam zijn (eik, lork, kastanje, robinia, douglasspar), bestand zijn tegen insectenvraat en schimmels en met name ook geschikt zijn voor het beoogde gebruik. Een niet-duurzame houtsoort die voor het terras wordt gebruikt, zal snel aangetast raken. Binnen kan wel voor minder duurzame soorten worden gekozen, behalve voor het gebinte als dat niet regelmatig kan worden gecontroleerd. In vochtige vertrekken kan het gebruik van bamboe worden overwogen. Dit biedt veel dimensionale stabiliteit bij wisselende luchtvochtigheid.

Anderzijds moeten de houten elementen voor het grootste deel uit kernhout bestaan, want alleen de suikerhoudende stoffen (zetmeel) in het spinthout zijn interessant voor houtetende insecten.

> Dossiers Duurzame keuze van raamkaders en Duurzame keuze van binnenvloerbekleding

Ontwerp volgens de regels van de kunst

Een ontwerp van de houten elementen volgens de regels van de kunst beschermt ze tegen vocht, waardoor ze voor een deel op natuurlijke wijze beschermd zijn tegen insecten en schimmels. Om zich te ontwikkelen hebben deze schadelijke organismen een vochtigheidsgraad van 15% of meer nodig.

Voorbeelden:

  • Gebruik hout met een aangepaste vochtigheidsgraad, rond de scherpe randen af en voorzie een waterdruppelaar en afschuiningen (>15°) om regenwater sneller af te voeren.
  • Bescherm het hout tegen directe vochtigheid en vermijd rechtstreeks contact met de bodem.

Ontwerp van een houten kozijn volgens de regels van de kunst

?Illustration 14 : : conception d’un châssis bois selon les règles de l’art – Source : Formation IBGE ‘Bâtiment durable : matériaux de construction – Impact sur la santé’? Bron: Leefmilieu Brussel-opleiding ‘Duurzaam bouwen: bouwmaterialen – Impact op de gezondheid'

In bepaalde gevallen kan dit echter te beperkend werken. Er zou dan van hout moeten worden afgezien met het oog op de prijs van duurzame soorten, de complexiteit van bepaalde assemblagetechnieken of simpelweg uit voorzorg met het oog op de vastgestelde risico's. Een weloverwogen behandeling van het hout kan dan gepast zijn.

> Dossier Duurzame keuze van raamkaders

Keuze van een behandeling door structuurwijziging van het hout

Hout kan ook thermisch worden behandeld (geretificeerd hout, gedeeltelijke carbonatatie) om het gedrag en de duurzaamheid te verbeteren.

Structuurwijziging van het hout kan via diverse technieken gebeuren:

  • Impregnatie met hars of extrusie van monomeren met een aanzienlijk gehalte houtvezels om composietmaterialen van hout en kunststof te creëren: deze technieken staan dichter bij de kunststoffenindustrie dan de houtindustrie. Dit zijn performante materialen die goed beschermd zijn tegen aantasting, maar ze passen niet binnen een ecologische bouwbenadering (omdat de recyclagemogelijkheden zeer beperkt zijn en omdat deze behandeling vervuilend is).
  • Chemische wijziging die het hout "oneetbaar" maakt: acetylering (techniek gebaseerd op een reactie van het hout met azijnzuuranhydride, weinig vervuilend en zonder invloed op de recyclagemogelijkheden van het hout) en furfurylatie (behandeling met furfurylalcohol, via autoclaaf). Acetylering wijzigt de kleur van het hout niet terwijl furfurylatie het hout goudbruin kleurt.
  • Thermische behandeling (technieken Plato®, Stelac®, Bois perduré®, Thermowood® of Bois Rétifié®): verhitting van het hout en definitieve modificatie van de houtstructuur onder thermische druk. De wijziging van sommige fysische eigenschappen van het hout is onvermijdelijk: het hout krijgt een enigszins donkere bruine kleur; het heeft een lager absorptievermogen van luchtvochtigheid en een groter absorptievermogen van vloeibaar water; het boet in aan schoksterkte, buigsterkte en lijmbaarheid. Metalen in contact met het hout gaan sneller roesten. Het hout verwerft echter een grotere dimensionale stabiliteit. Deze techniek wordt voornamelijk voor binnen- en buitenschrijnwerk toegepast, maar niet voor houten structuurelementen omdat ze slechts economisch voordelig is voor hout met een kleine doorsnede.
  • Thermische behandeling met olie (ECOTAN- of OHT-techniek): een thermische behandeling waarbij het hout in een warm plantaardig oliebad wordt gedompeld (180-220°C) en zonder de toepassing van biociden wordt geïmpregneerd. Zoals bij de voormelde thermische behandeling ligt het grootste voordeel, behalve het preventief karakter, in de dimensionale stabiliteit die het hout verwerft. Het hout boet wel aan mechanische eigenschappen in: een verminderde breuksterkte (-30%) en schoksterkte (-50%). Deze technieken worden thans hoofdzakelijk voor gevelbekleding en tuinmeubelen toegepast.

Keuze voor een natuurlijke of chemische behandeling

Men maakt een onderscheid tussen:

  • Chemische producten : synthetisch, kunstmatig vervaardigd. In termen van de milieubalans kost een chemisch product meestal meer energie en grondstoffen dan een natuurlijk product.
  • Natuurlijke producten : producten die als zodanig in de natuur aanwezig zijn, op basis van minerale, plantaardige of dierlijke grondstoffen; ze zijn meestal minder algemeen verkrijgbaar en dus duurder.

Wat de toxiciteit betreft heeft de herkomst van een product geen belang: een natuurlijk product kan giftiger zijn dan een chemisch product.

We wijzen erop dat behandeling van hout in de massa meestal nutteloos is. Insecten tasten hout altijd van buitenaf aan en dus is een oppervlaktebehandeling (aan alle zijden, inclusief de uiteinden) afdoende. Er wordt 10 tot 15 maal minder giftige producten gebruikt.

Onderstaande tabel biedt een niet-uitputtende lijst van natuurlijke beschermingsproducten en hun gebruiksbeperkingen waar rekening mee moet worden gehouden.

Type natuurlijke behandelingGebruiksbeperkingen
Was- of lijnzaadolie
  • Niet giftig
  • Beschermt niet tegen insecten en schimmels – verhindert penetratie
  • Aangebracht op de oppervlakte
Boorzout
  • Is enigszins giftig, maar niet voor gewervelden
  • Uitsluitend voor gebruik binnenshuis – afwasbaar
  • Werkt alleen tegen schimmels
  • Aangebracht door bestrijken of in de massa
  • Is aanwezig in cellulosewol
Creosoot (natuurlijke koolwaterstof)
  • Zeer giftig
  • Gebruik uitsluitend buitenshuis – toxisch
  • Niet-hernieuwbaar
  • Bruinachtig uiterlijk

Bron: La Nature Ma Maison – Confort et santé – fiche 29b - 11/05/2007

Voor lak kunnen labels worden gebruikt om een idee te geven van de impact van het product op de gezondheid (zie het punt "Labels voor materialen / producten").

Afhankelijk van de toegepaste techniek kan zich het volgende voordoen :

  • De recyclagemogelijkheden van het hout kunnen verloren gaan (door impregneren met hars ontstaat een composietmateriaal van hout en kunststof)
  • De mechanische performance kan wijzigen (bijv. weerstand tegen doorboring of flexie)
  • De kleur van het hout kan veranderen.

Renovatie:

Indien gebruik wordt gemaakt van gerecupereerd hout, moet worden nagegaan of dit niet is behandeld met sterk toxische producten (arsenicum) of producten die thans verboden zijn (PCP, lindaan).

Project Biplan

Illustratie41: Project Biplan – Batex [055] – Bron: Architecten Bxleco1 en FHW Batex [ 055 ] – Bron: Architecten Bxleco1 en FHW

Voorbeeld: voorbeeldgebouw ‘Rue du Biplan'

Deze collectieve passieve woningen zijn ontworpen met bijzonder veel aandacht voor de materiaalkeuze.

Er is gebruik gemaakt van:

  • Een houten geraamte
  • Gemengde isolatie van houtvezelplaten en opgeblazen cellulose:
    • De platen zijn ruw en voorzien van een messing om te pleisteren en zijn minstens 8 cm dik om de druk van het opblazen van de cellulose te weerstaan.
    • Dit systeem vermijdt warmtebruggen in het houten geraamte.
  • Kozijnen van gelamineerde eucalyptus met FSC-label
  • Natuurlijke buitenpleister op basis van hydraulische kalk op houtvezels.
  • Binnenafwerkingsplaten van gips, gemengd met cellulose (fermacell): Product op basis van gerecycleerd materiaal; de platen zijn op de juiste lengte besteld om werfafval te vermijden en een snelle uitvoering mogelijk te maken.

Houten structuur van Project Biplan

?figure42.jpg? Batex [ 055 ] – Bron: Architecten Bxleco1 en FHW

Lijm

De meest gebruikte synthetische lijmsoorten zijn vervaardigd op basis van formol. De formaldehyde die eruit vrijkomt, is irriterend en kankerverwekkend.

Gelamineerd hout, multiplex en spaanplaat bevatten meer of minder grote hoeveelheden van deze lijm. Dit materiaal moet dus vermeden worden. De voorkeur gaat uit naar massief hout zonder formaldehyde of isocyanaten.

Lijmsoorten van natuurlijke oorsprong zijn vervaardigd op basis van caseïne, was, natuurlijke latex of houthars. De gebruikte solventen zijn water, essentiële oliën of terpentijnolie. Het risico op allergische reacties bij terpentijn kan variëren, afhankelijk van de geografische oorsprong en de leeftijd van de harsen. De productie van deze lijmsoorten kost weinig energie en ze leveren geen gezondheidsrisico's op, maar ze zijn minder sterk dan synthetische lijm.

Behangerslijm is vervaardigd op basis van cellulose-ethers. Chemisch lijken die sterk op natuurlijke cellulose. Ze hebben geen vastgestelde impact op de gezondheid.

Mechanische bevestiging van elementen is dus een alternatief te overwegen:

  • Overweeg voor tapijten en vloerbedekking losse plaatsing op zelfhechtende stroken of onder spanning. Deze systemen maken bovendien snelle demontage en vervanging mogelijk. Ze zijn alleen in bepaalde gevallen een optie, afhankelijk van de grootte van het vertrek, het type bekleding en de ervaring van de leggers.
  • Bij parket – zowel massief als multiplex of laminaat – gaat de voorkeur uit naar zwevende legging en kliksystemen in plaats van lijm. Recyclage is op die manier ook eenvoudiger.

Het gebruik van lijm moet worden vermeden; in plaats daarvan moeten mechanische bevestigingen worden gebruikt. Is het gebruik van lijm onvermijdelijk, beperk dan de schadelijke effecten door te kiezen voor de volgende soorten :

  • Bij voorkeur lijm op basis van zetmeel, oplosbaar in water (voornamelijk voor wandbekledingen)
  • Of anders lijm met waterige dispersie (polyolen, vetzuuresters, vloeibare hars…) in plaats van lijm met oplosmiddelen
  • Beperk daarnaast ook de schadelijke gevolgen van lijmen in producten zoals spaanderplaten of houtvezelplaten, door uitsluitend te kiezen voor panelen van klasse E1.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan lijm met een label dat de beperkte giftigheid aantoont.

Verf

Informatie over de polluenten die in verf aanwezig kunnen zijn of kunnen worden vermeden, vindt u in de voorziening | Verf in het dossier | Duurzame keuze van bekledingsmaterialen voor binnenmuren en plafonds.