Terug naar

Exploitatie, beheer, onderhoud

Exploitatie

Teneinde de duurzaamheid van het bouwwerk te verzekeren, is het belangrijk om zich gedurende de hele levensduur ervan van de handhaving van zijn hydraulische functies te vergewissen. Daartoe zal er toegezien moeten worden op het behoud van de opslagvolumes en infiltratieoppervlakken en zullen de beheers- en onderhoudsmodaliteiten vastgelegd moeten worden. Deze voorschriften zullen opgenomen moeten worden in het Postinterventiedossier.

Wanneer de vegetatie niet meteen volgt, kan het nodig zijn om het oppervlak van de wadi met een biologisch afbreekbare juten doek te beschermen.

Beheer en onderhoud

Het beheer van een wadi is vergelijkbaar met het beheer van een groene ruimte, met enkele specifieke verschillen. Bovendien moet er, waar mogelijk, voor een gedifferentieerd beheer van deze ruimten geopteerd worden. De wadi is namelijk een bevoorrechte plek om de ontwikkeling van de biodiversiteit te bevorderen. Zo wordt een laattijdige maaiing in plaats van een regelmatige maaiing over het algemeen aanbevolen om het ontstaan van schuilplaatsen mogelijk te maken (hoog gras). Naargelang het gebruik van de inrichting - als de greppel bv. ook als speelruimte bedoeld is - zal er eventueel echter een regelmatige maaiing vereist zijn.

Verder is het eveneens nuttig om informatie over de hydraulische werking van het systeem te voorzien, opdat het beter begrepen zou worden door de omwonenden.

Het onderhoud van de wadi's wordt vereenvoudigd door de zachte hellingen die voor een vlotte toegang met onderhoudsmachines zorgen (lichte grasmaaiers, …). Afhankelijk van het voorziene beheer kan het onderhoud het volgende omvatten:

  • Het maaien van de wadi, al dan niet met een grasmaaier: indien niet, dan zal het maaien beperkt worden tot 2 maaibeurten per jaar met verwijdering van alle maaiafval teneinde de inplanting van minder courante soorten vegetatie te bevorderen. Als er wel met de grasmaaier gewerkt wordt, dan zal de frequentie van de maaibeurten afhangen van het gebruik dat men van de voorziening wil maken (bv. 20 keer per jaar als de inrichting ook als speelruimte moet dienen).
  • Het sproeien van de planten bij droogte.
  • Het opruimen van de eventuele bladeren en ander afval in en rond de wadi die het infiltratieoppervlak kunnen doen dichtslibben of die de afvoer van de opvanginrichtingen kunnen doen verstoppen.

Verder is het belangrijk om voor het volgende te zorgen:

  • Het afvoeren van de slibafzettingen, wanneer deze zo sterk aangegroeid zijn dat ze voor een wijziging van het nuttige opvangvolume zorgen. Gelukkig neemt de vorming van dergelijke afzetting heel wat tijd in beslag, omdat de gegenereerde slibvolumes erg gering zijn. Deze ruiming zal dus om de ca. 5 à 10 jaar gebeuren. De verwijdering van het slib gebeurt via hydraulische weg of droog (pompen, vegen, wegscheppen, ...). Het slib zelf kan overgebracht worden naar een behandelingsinrichting voor verdere verwerking met het oog op valorisatie of naar een definitieve stortplaats, naargelang de samenstelling van de slibafzettingen. Aan de hand van een analyse van de kwaliteit van het slib kan het respectieve valorisatiecircuit bepaald worden.
  • Het regelmatig schoonmaken van de toevoeropeningen en de afvoer tegen een geregeld debiet of door overloop.
  • Het geheel of gedeeltelijk renoveren van de wadi bij dichtslibbing van het oppervlak en/of van zijn drainerend of infiltrerend massief of zijn steenslagverharding).