Terug naar

Helling

De vraag naar de helling van het terrein moet zowel voor de wadi zelf als voor de directe omgeving ervan gesteld worden.

De wadi

Er moet op toegezien worden dat de wadi zodanig ontworpen en uitgevoerd wordt dat er geen water in blijft staan: toereikende hellingen, goed uitgevoerd, met een versterking van de bodem en een sleuf of steenslagverharding op het laagste punt, indien nodig. Dit Arabische woord verwijst naar een vallei in de woestijn waar de rivieren het merendeel van de tijd droog staan. Ze worden alleen echte rivieren als ze worden gevoed door hevige neerslag.

Idealiter dient de helling zich te situeren tussen 0,5 en 5%. Voor steilere hellingen (tussen 5 en 10%) kunnen de volgende strategieën toegepast worden:

Als de overlangse helling te steil is, is het aangewezen om de wadi in voldoende stukken (vakken) onder te verdelen om het opslagvolume te vergroten en de afvloeiingssnelheid te verminderen. Deze opsplitsing kan op verschillende manieren gebeuren: verticale palen, planten, rotsen, aarde, metselwerk, kanalisatie met regelopening, ...

Als de helling daarentegen te zacht is (< 2 of 3‰), kan er een steenslagverharding op de bodem van de wadi voorzien worden om deze bij regenweer te doen opdrogen of kan er met een sleuf in beton gewerkt worden op de bodem van de wadi om een minimale afvloeiing te verzekeren.

Als de helling meer dan 10% bedraagt, wordt de infiltratieoptie ten stelligste afgeraden, omdat dan het risico bestaat dat het water weer aan de oppervlakte komt. In dat geval moet het ontwerp zorgvuldig bestudeerd worden.

De directe omgeving

Wat de inrichting van de directe omgeving betreft, dient men er zich natuurlijk van te vergewissen dat de helling van de oppervlakken waar het afvloeiingswater verzameld wordt, naar behoren naar de wadi gericht is.

Verder is het ook interessant om de omgeving zodanig in te richten dat het water een traject in de open lucht kan volgen. In dat geval moet erop toegezien worden dat de aankomst van het water in de wadi niet voor bodemerosieproblemen kan zorgen. Door gebruik te maken van beplanting, kunnen de afvloeiingssnelheden alvast verminderd en de erosie-effecten zodoende verkleind worden. Bovendien kunnen de polluenten met behulp van een toereikende plantaardige bedekking gefilterd worden.   

De uit de wadi oprijzende vegetatie vermindert van haar kant eveneens de afvloeiingssnelheid, voorkomt erosie en filtert de verontreinigende stoffen die door het regenwater meegevoerd worden. Het type van plantaardige bedekking en de handhaving ervan in optimale staat gelden bij dit alles als belangrijke elementen om de afvloeiingssnelheid te optimaliseren, de verdichting van de bodem te verkleinen (wat een invloed heeft op de infiltratie) en erosie te beperken. 

En ook naar de aanleg van de hellingen van de wadi zal de nodige aandacht moeten uitgaan teneinde overal gemakkelijk bij te kunnen met de apparaten die voor het onderhoud ervan gebruikt worden (grasmaaier in het bijzonder).

Tot slot kan de watertoevoer naar de wadi eveneens via een ondergronds netwerk verlopen (bv. afvoer van dakwater). In dat geval zal dan wel voor het juiste ontwerp van uitloop in de wadi gezorgd moeten worden (steenslagverharding om erosie te voorkomen, antiterugslagklep,...).