Terug naar

De mogelijkheden tot interactie binnen het gebouw zelf

Hoe kan binnen het gebouw voor een sociale mix worden gezorgd?

  • Zorgen voor diverse functies binnen het gebouw.

  • Zorgen voor diverse entiteitstypen binnen de woningen, winkels of kantoren.

  • Functioneel flexibele ruimten mogelijk maken.

  • Aanpasbare en aangepaste woningen voorzien binnen het gebouw.

Hoe kunnen gemeenschappelijke vertrekken worden aangeboden die aan de behoeften van de gebruikers van het gebouw zijn aangepast?

De afmetingen van de collectieve ruimten moeten worden onderzocht in functie van de behoeften, de dichtheid van het gebouw en het aantal betrokken personen. Er moet bij elke stap van de dimensionering rekening worden gehouden met de notie leefbaarheid en de inrichting van ruimten op meer dan alleen functionele basis.

  • Het gezamenlijk gebruik van de middelen en ruimten bevorderen.

  • De voorschriften inzake de gemeenschappelijke dienstvertrekken respecteren en valoriseren (vuilnislokaal, fietslokaal, meterlokaal…).

  • Een participatieve aanpak hanteren voor de toekomstige gebruikers of bewoners.

  • Vaststellen welke bijkomende behoeften de bewoners en de gebruikers gemeen hebben (gemeenschappelijk(e) washok, feestzaal, tuin, vergaderzalen, werkplaats…)

Hoe kunnen de gelegenheden voor uitwisseling binnen de doorgangsruimten in het gebouw worden geoptimaliseerd?

De locatie en de toegankelijkheid van de ruimten die gelegenheid bieden voor uitwisseling zijn essentieel voor hun efficiëntie binnen het gebouw.

Voorbelden: idealiter bevindt het lokaal voor fietsen of kinderwagens zich op de weg tussen de openbare ruimte en de ingang van het gebouw (zie ook Fietsstallingen realiseren). De collectieve wasruimte moet dan weer een centrale plek hebben binnen het gebouw en eenvoudig toegankelijk en zichtbaar zijn.

  • Zorgen voor rustpunten, plekken voor toevallige ontmoeting, uitzicht naar buiten toe, bredere bordessen, bankjes, evenementen etc.

  • Toegankelijkheidsregels vastleggen.

Hoe kunnen de voorwaarden voor het gezamenlijk bestaan van de verschillende functies worden geoptimaliseerd?

  • Zorgen voor geluidsisolatie tussen de ruimten.

  • Rekening houdend met de notie bezettingstijden

    Voorbeeld: de toegang tot bepaalde semipublieke plaatsen, zoals het trappenhuis, de gemeenschappelijke ruimten, een binnenplaats of een gemeenschappelijke tuin moet tijdens bepaalde tijden worden beperkt. Bezetting van die plaatsen tijdens de nacht kan storend zijn voor de andere gebruikers van het gebouw.

  • Zorgen voor onafhankelijke toegang

    Voorbeelden :

    • Gemeenschappelijke zaal in een groepswoning of collectieve woning die kan worden gedeeld met de stedelijke omgeving waarin het gebouw zich bevindt.

    • Sportzaal of polyvalente zaal van een school met toegang voor nachtelijke buurtactiviteiten.

  • Zorgen voor de juiste indeling van de gemeenschappelijke ruimten ten opzichte van de privéruimten

Beheer van de gemeenschappelijke ruimten

Voor samenleven zijn regels nodig. Rekening houdend met de grootte van het gebouw kan er een beheerscomité worden opgericht. Dat moet bestaan uit vertegenwoordigers van de bewoners en van de organisaties die in het gebouw actief zijn. Het comité stelt de beheersprocedures voor het gebouw op.

Juridische aspecten

Het juridisch statuut van bepaalde gedeelde vertrekken, de grens tussen publieke en privévertrekken, het gebruik van en de individuele, gemeenschappelijke of collectieve eigendom van bepaalde ruimten moet vanaf de ontwerpfase worden gedefinieerd. In het kader van een groepswoning bijvoorbeeld kan het nuttig zijn een beroep te doen op een notaris om beslissingen te nemen over het statuut, de verantwoordelijkheid, het beheer etc.

Hoe maakt het project een sociale en functionele mix mogelijk gedurende de levensduur van het gebouw?

Oplossingen

Er moet vanaf de ontwerpfase rekening worden gehouden met de flexibiliteit van de vertrekken. Hierdoor kan het gebouw zich ontwikkelen en aanpassen aan de sociale, culturele en functionele praktijkaspecten die samenhangen met het gebruik ervan.

De woningen moeten flexibel zijn met betrekking tot de ontwikkeling van het gezin, gedragingen, behoeften, gebruik en de verbouwing van kantoren en de herbestemming van garages en parkings. Hiermee moet rekening worden gehouden wat de structuur en de techniek betreft (het elektriciteitsnetwerk, de watervoorziening, de verlichting moeten kunnen worden gesplitst). Het heeft ook een impact op de werf en de realisatie van de componenten van het gebouw.

Die flexibiliteit hangt ook af van de positie, de verdeling en de diversiteit van de vertrekken wat het formaat betreft.

Laatste herziening op 03/07/2019