De gewestelijke stedenbouwkundige verordening GSV (voor woningen)
Natuurlijke belichting
De woonvertrekken, met uitzondering van de keuken, worden natuurlijk belicht.
Het netto belichtingsoppervlak is minstens 1/5 van het vloeroppervlak. Voor woonvertrekken met een belichtingsoppervlak dat zich in het dakschild bevindt is dit netto belichtingsoppervlak vastgelegd op minstens 1/12 van het vloeroppervlak.
Uitzicht
Ieder vertrek heeft minstens één raam dat rechtstreeks en horizontaal uitzicht geeft naar buiten toe, vrij van ieder obstakel over een afstand van minstens 3 m. Dat uitzicht wordt berekend op 1,5 m hoogte vanaf het vloerniveau.
Bewoonbaarheidsnormen voor woningen
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV)
De energieprestatie van gebouwen EPB (voor kantoren)
Wanneer de kunstmatige verlichtingsinstallatie sensoren omvat die de lichtstroom van de lampen volledig automatisch en variabel aanpassen op basis van de hoeveelheid natuurlijk licht, kan volgens de EPB-regelgeving een modulatiefactor worden gevaloriseerd (zie dossier Optimaal gebruik van kunstlicht).