Inhoudstafel
Het ontwerpen van nestkasten voor vogels kadert in een globale benadering waarvan de eerste fases bestaan uit een diagnose om de aanwezigheid van bestaande leefruimtes voor de vogels te verifiëren, het nodige te doen om ze in stand te houden, en de mogelijke inplanting in de stad ervan te onderzoeken.
Het ontwerpen van de nestkasten verloopt in 3 fases:
- de locatie en oriëntatie kiezen;
- het type kiezen;
- de kenmerken bepalen (toegang, afmetingen, …).
Na de inplanting van de nestkasten is het belangrijk ervoor te zorgen dat de vogels toegang tot voedsel hebben en dat er verbindingen zijn tussen de verschillende leefruimtes.
Voor meer informatie over deze algemene ontwerpfases, zie het dossier | Leefruimtes bieden aan de fauna
1. De locatie en de oriëntatie kiezen van de nestkasten
Je kunt de nestkasten best zo plaatsen dat ze beschermd zijn tegen wind en neerslag. De vliegopening is bij voorkeur naar het zuidoosten gericht, hoewel een oriëntatie op het noorden of het noordoosten ook wel kan. De nestkasten moeten zich bovendien op een rustige plaats bevinden, buiten het bereik van vijanden (de nabijheid van horizontale structuren vermijden vanwege mogelijke betreding door katten of mensen).
Bij een renovatie- of bouwproject is het, naast de bovenvermelde voorwaarden, aangewezen om plaatsen te kiezen zonder "koudebruggen". Er bestaan vaak wanden palend aan 'onverwarmde' ruimtes (aanpalende onverwarmde ruimtes, in de zin van de EPB) om een nestkast te bevestigen of te integreren zonder een koudebrug te creëren: een muur of een dak in contact met een onverwarmde zolder of dakgebinte, een muur verbonden met een toegang tot een ondergrondse parking, een decoratieve gevelmuur, enz.
2. Het type nestkasten kiezen
Afhankelijk van het type gebouw en interventie (bestaand gebouw, al dan niet gerenoveerd, of nieuwe constructie) en de beoogde vogelsoort of -soorten, kiest men tussen de volgende types nestkasten:
- opgebouwd,
- geïntegreerd in een muur,
- geïntegreerd in de kroonlijst of onder een overstekend dak,
- geïntegreerd in het dakgebinte,
- in bijgebouwen of in de natuur.
Opgebouwde nestkast
Nestkast voor gierzwaluwen aan het Athénée Fernand Blum in Schaarbeek
Nestkast geïntegreerd in een muur
In de muur geïntegreerde nestkasten voor gierzwaluwen in Nijmegen (Nederland), algemeen zicht en zoom
(bron: Martinew.canalblog.com )
Nestkast geïntegreerd in de kroonlijst of onder een overstekend dak
Nestkast geïntegreerd in het dakgebinte
Nestkast in bijgebouwen en in de natuur
© pixabay.org
Types nestkasten
Opgehangen nestkasten: op een muur of onder een overstekend dak
De nestkasten zijn rechtstreeks opgehangen aan een muur of onder een uitstekend dak.
De nestkasten kunnen op muren of onder kroonlijsten worden geplaatst. Dit zijn zichtbare voorzieningen met rechtstreekse bevestiging op de gevel van een gebouw. Ze zijn bestemd als hulp voor alle vogels die hun nest in holtes maken. Een soort kan daar enkel baat bij hebben als de natuurlijke omgeving en het voedselaanbod geschikt zijn. Mits een goede kwaliteit van de nestkasten kan het voortplantingstempo van de betreffende vogelsoort het gemiddelde resultaat overstijgen.
Voorbeeld van nestkasten voor zwaluwen
Links bevestigd op een muur en aan de bovenkant gesloten (voor huiszwaluwen), rechts bevestigd op een muur in een schuur, een hangar (boerenzwaluwen)
Nestkasten geïntegreerd in een muur
Gebruik van bestaande stellinggaten
Stellinggaten zijn openingen die ooit werden aangebracht in het metselwerk van hoge muren voor de bevestiging van stellingen. Ze zijn in verschillende vormen te vinden: blind of doorheen de volledige muur, rond of vierkant, afgedekt of helemaal open.
Als ze helemaal open zijn kunnen ze gekoloniseerd worden, maar dan zijn ze ook toegankelijk voor duiven.
Een manier om dit te vermijden is een stuk hout met een gat van aangepaste afmetingen in de opening te plaatsen. Dit moet evenwel naar binnen toe worden opgevuld om de duisternis in de broedholte te verzekeren en om te vermijden dat de jongen vallen of in het gebouw vliegen. De opening kan ook worden aangepast met een afgeschuinde baksteen.
Afschuining van het metselwerk ter hoogte van een stellinggat, ideaal voor gierzwaluwen
Nestkasten geïntegreerd in de isolatie van het metselwerk en in een houten geraamte
De nestkasten kunnen geplaatst worden op muren of verticale oppervlakken, of geïntegreerd worden in een nieuw gebouw. Deze laatste optie verzekert de duurzaamheid van de voorziening en de veiligheid van de vogels; bovendien helpt deze optie ook om het onderhoud te verminderen en de visuele impact tot een minimum te beperken.
De aldus gecreëerde holtes kunnen variabele vormen en groottes aannemen die door de vogels gebruikt worden tijdens de nestbouw:
- blokken met standaardafmetingen, te integreren in het metselwerk;
- uitsparing gemaakt in een betonnen muur of in metselwerkelementen waarin de nestkast geïntegreerd is;
- holte gemaakt in een stenen of bakstenen muur;
- in het geval van plaatsing op een bepleisterde of geplamuurde gevel is alleen de invliegopening zichtbaar.
De nestkasten kunnen geïntegreerd worden in elk type gebouw (zware of lichte structuur), op het niveau van de buitenisolatie, of direct in de structuur van het gebouw op zonnige plaatsen of plaatsen blootgesteld aan andere weersomstandigheden.
Nestkasten voor mussen, geïntegreerd in de isolatie
In het geval van houten structuren gaat het om voorgemonteerde nestplaatsen die geïntegreerd moeten worden, of die van bij het ontwerp voorzien zijn.
Nestkasten voor gierzwaluwen, geïntegreerd in een gevelbekleding
De integratie in de isolatie moet voorzichtig gebeuren. De isolatie moet een minimale dikte behouden om te vermijden dat er een koudebrug ontstaat.
Zie hierover het dossier | Verliezen door transmissie verminderen
Nestkasten geïntegreerd in kroonlijsten of onder een overstekend dak
We vinden ook nestkasten die ingewerkt zijn in de kroonlijsten of onder een overstekend dak.
Dan wordt het onderkomen van de vogels op regelmatige afstanden geplaatst op de onderrand van de kroonlijst.
Dit type nestkasten is bijzonder geschikt voor gierzwaluwen, die hun nest over het algemeen in kolonies maken. Bovendien vormt de toegangszone onder aan de kroonlijst een goed uitkijkpunt voor de jongste vogels.
Het nest wordt eerder langs de binnenkant gebouwd, om te profiteren van de thermische inertie van de gevelmuur. Voor gevels die naar het zuiden en het westen gericht zijn moet er wel een bijkomende thermische isolatie worden voorzien om het risico van oververhitting van de ruimte te voorkomen.
Nestkasten voor gierzwaluwen, geïntegreerd in een kroonlijst
Nestkasten geïntegreerd in het dakgebinte
De bedoeling is om het verloren dakgebinte te benutten.
Nestkasten in bijgebouwen en in de natuur
Het idee is om bijgebouwen die niet rechtstreeks in gebruik zijn, zoals schuren, bergplaatsen, loodsen, garages of technische lokalen, te gebruiken.
Bijgebouw met toegang voor gierzwaluwen, kerkuilen en boerenzwaluwen
Deze nestkasten kunnen ook in de natuur worden opgehangen, aan een boom of een ander natuurlijk element.
Nestkast opgehangen in de natuur
Welke nestkasten kiezen?
Voor- en nadelen van de verschillende types nestkasten
De voor- en nadelen van geïntegreerde nestkasten in muren of dakgebinten staan opgelijst in onderstaande tabel.
Types geïntegreerde nestkasten | Voordelen | Nadelen |
---|---|---|
Opgehangen nestkasten | ||
Opgehangen nestkasten |
|
|
Geïntegreerde nestkasten | ||
Gebruik van bestaande stellinggaten |
|
|
Nestkasten geïntegreerd in de buitenisolatie |
|
|
Nestkasten geïntegreerd in de draagstructuur |
|
|
Nestkasten geïntegreerd in een houten structuur |
|
|
Nestkasten geïntegreerd in kroonlijsten of onder het uitstekend gedeelte van een dak |
|
|
Inrichting van ruimten onder het dak en het dakgebinte |
|
|
Nestkasten in bijgebouwen | ||
Nestkasten in bijgebouwen |
|
|
Welke nestkasten kiezen naargelang de aard van de uitgevoerde werken?
Nieuwbouw | Renovatie | |
---|---|---|
Opgehangen | X | X |
Geïntegreerd in de muren (stellinggaten) | X | |
Geïntegreerd in de buitenisolatie |
X
|
X
|
Geïntegreerd in de bestaande structuur |
X
|
X
|
Geïntegreerd in een houten structuur | X | |
Geïntegreerd in kroonlijsten | X | X |
Geïntegreerd in dakgebinten | X | X |
3. De kenmerken van de nestkasten bepalen
Zodra de locatie en het type gekozen zijn moeten de kenmerken van de nestkasten worden bepaald:
- hoogte,
- toegang,
- afmetingen,
- …
Aantal nestkasten
Kauwen, gierzwaluwen, zwaluwen en mussen broeden in kolonie. Het is dus aanbevolen om meerdere nestkasten dicht bij elkaar te voorzien. In een kolonie van huiszwaluwen is het alleen efficiënt om kunstmatige nestkasten te voorzien om een bestaande wilde kolonie te versterken.
Ontwerpprincipes
De ontwerpprincipes verschillen volgens het type nestkast:
- nestkasten die aan de gevel van een gebouw worden opgehangen : bijzondere aandacht besteden aan de verankering.
- nestkasten ingewerkt in een buitenstructuur of –isolatie : grotere afmetingen voorzien om isolatiemateriaal toe te voegen om de continuïteit van de isolatie te verzekeren.
- nestkasten ingewerkt in een houten structuur : het is raadzaam openingen tussen de planken van de nestplaats te vermijden (wegens tocht), en de holte rondom goed te isoleren.
Dimensionering van de nestkasten
De dimensionering bestaat erin de plaatsingshoogte en het binnenvolume van de nestkasten te bepalen, evenals de diameter van de invliegopening.
De grootte van de holteopeningen moet worden bepaald voor de bedoelde soorten om te verhinderen dat ongewenste soorten hun intrek nemen.
Richtwaarden voor de dimensionering van nestkasten
Principes volgens de soort | Plaatsingshoogte |
Binnenvolume (breedte x diepte x hoogte) |
Diameter invliegopening |
---|---|---|---|
Gierzwaluwen | 5 – 8 m of meer | 40x20x15 cm | 30x65 mm |
Mees |
Zwarte mees: 2 – 4 m Pimpelmees: 2 – 5 m Koolmees: 2 – 6 m |
Zwarte mees: 10 x 10 x 17 cm Pimpelmees: 13 x 13 x 23 cm Koolmees: 14 x 14 x 23 cm |
Zwarte mees: 25 – 27 mm Pimpelmees: 25 – 28 mm Koolmees: 32 mm |
Kauw, kerkuil | 6 – 8 m | 100 x 40 x 50 cm | 20 x 20 cm |
Slechtvalk | 20 m minimum | Gebruik van grote gebouwen | |
Huismus | 3 – 8 m | 14 x 14 x 23 cm | 32 – 40 mm |
Boeren- en huiszwaluw | 3 m minimum | 40 x 40 x 60 cm | 70 x 50 mm |
Gekraagde roodstaart | 1.5 – 4 m | 14 x 14 x 23 cm | 32 x 46 mm |
Zwarte roodstaart (halfopen nestkast) | 2 – 6 m | 14 x 14 x 23 cm | 140 x 100 mm |
Spreeuw – Boomklever | 4 – 12 m | 18 x 18 x 28 cm | 46 – 50 mm |
Materialen
Het is aanbevolen om nestkasten uit natuurlijke composietproducten of houtbeton te plaatsen. Als ze worden ingebouwd in de structuur zijn ze beter bestand tegen slecht weer. Ook beton, metselwerk en watervaste platen kunnen dienen.
Voor de inwerking van nestkasten in een houten geraamte wordt het best onbewerkt, niet-geschaafd hout gebruikt met planken van minstens 20 mm dik.
Bijzondere principes voor twee soorten: gierzwaluwen en kerkuilen
Toepasbaarheid van de types nestkasten volgens de aard van de werken
Principes volgens het type nestkast | gierzwaluwen | Kerkuilen |
---|---|---|
Nestkasten ingebouwd in de buitenisolatie, de structuur (metselwerk/hout) of geïntegreerd in de kroonlijsten/onder een uitstekend dak |
|
|
Inrichting van ruimten onder het dak en het dakgebinte |
|
|
Nestkasten in bijgebouwen |
|
|
In bijgebouwen worden de nestkasten voor semi-holenbroeders bij voorkeur hoog tegen een muur of op een balk, dicht bij het plafond, geplaatst.
Nestkast voor kerkuil met voorziening tegen roofdieren
Er bestaan specifieke nestkasten om gierzwaluwen te observeren. Ze hebben een observatieopening die de muur waarin ze zijn geïntegreerd aan beide zijden doorkruist. Deze nestkast worden sterk afgeraden omdat ze te fel opwarmen en wegens het risico op verstoring door de mens!
Er bestaan ook gemengde nestplaatsen voor gierzwaluwen (of spreeuwen) en vleermuizen. Deze bestaan uit twee afzonderlijke broedkamers en een smalle opening langs de achterzijde om de vleermuizen te ontvangen.
Gemengde nestkasten voor gierzwaluwen (of spreeuwen) en vleermuizen
Aandachtspunten
Uitwerpselen vermijden
Om vervuiling door uitwerpselen te vermijden worden mestplankjes aangebracht. Ze horen minstens een meter onder de nestkast, en buiten het bereik van roofdieren (katten). Als dit plankje te dicht bij de nestkast hangt, is de kans op bezetting kleiner. Vooral huiszwaluwen zijn daar zeer gevoelig voor.
Voorbeeld van een mestplankje
Wat met nestkasten in de natuur?
Voor nestkasten in de natuur moet men verschillende principes in acht nemen. Zo moet de nestkast, gebouwd met houten latten of metalen staven, een minimale hoogte van 2 m hebben. De zitstok moet ongeveer 3 tot 5 cm breed en 20 cm lang zijn, met een antislip bovenzijde. Het deel van de steunpaal dat in de grond staat moet worden beschermd tegen verrotting.
Deze nestkasten plaats je best in de winter, op een open plek, op een hoogte tussen 2,5 en 5 m. De nestkast moet licht afhellen en de vliegopening is best zuidoostelijk gericht. Om gevechten tussen vogels te vermijden bewaar je best een afstand van circa 60 m tussen de nestkasten van hetzelfde type (nog meer voor grotere soorten). De aanbevolen materialen zijn sparrenhout, populierenhout of niet-geschaafd eikenhout. De bodem van de kast moet doorboord worden om vocht af te voeren. Om katten op afstand te houden kan een band met schuine stengels rond de stam worden aangebracht, of een stekelige struik aan de voet van de boom worden geplant.
Technische details
Onderstaand detail toont verschillende soorten verblijven en prefabkasten, ingebouwd in het metselwerk van een gevelmuur. De twee bovenste voorbeelden zijn bijna onzichtbaar dankzij de plaatsing van een dunnere bekledingslaag vooraan.
Detail van prefabkasten geïntegreerd in het metselwerk
Detail van een geïntegreerde nestkast voor vogels en vleermuizen ter hoogte van de kroonlijst: platte nestkast met meerdere compartimenten
***Ajouter lien vers "vleermuizen " vers dispo NAT04-chauve souris ***