Terug naar

Contactgeluidsisolerende materialen en systemen

Soepele ontkoppelingsmaterialen en trillingsdempende systemen dempen de trillingen en isoleren tegen contactgeluiden. Ze moeten met name overal waar er star contact is worden geïnstalleerd. Bij belasting worden ontkoppelingsmaterialen platgedrukt, waardoor ze schokken absorberen. Trillingsdempende noppen gedragen zich zoals veren, door na vervorming opnieuw hun oorspronkelijke vorm aan te nemen.

Bij contactgeluidsisolerende maatregelen (vb.  gegoten zwevende dekvloer of lichte en droge zwevende dekvloer) wordt gebruik gemaakt van contactgeluidsisolerende materialen. Aangezien deze in verschillende voorzieningen kunnen toegepast worden, worden deze in een aparte fiche behandeld. 

Contactgeluidisolerede materialen verbeteren de contactgeluidisolatie door de overdracht van trillingen te beperken.

Onder contactgeluidisolerende materialen vallen alle materialen of systemen die trillingen dempen, waardoor een contactgeluidisolatie wordt gerealiseerd. Hierbij onderscheidt men: soepele ontkoppelingsmaterialen en trillingsdempende systemen.

Welke zachte ontkoppelingsmaterialen voor contactgeluiden?

Deze vertonen een zekere soepelheid onder invloed van een belasting en nemen na de vervorming hun oorspronkelijke vorm weer aan. Hierbij onderscheidt men:

  • de soepele materialen met gesloten cellen, dit wil zeggen zonder verbinding tussen de poriën (elastomeer, rubber, silicone, verschillende synthetische schuimen);

Elastomeren - gerecycleerd rubber

image02© Homegrade

Zelfklevende stroken van schuim met gesloten cellen

image03© Homegrade

Polyethyleenschuim met gesloten cellen

image04© Homegrade

Onder de soepele producten vindt men ook:

  • de randvoegen voor afwerking en/of luchtdichtheid, die steeds in silicone zijn uitgevoerd;
  • de zware dempende membranen (ook zware geluidsbarrières genoemd) samengesteld uit een elastomeer met zeer hoge densiteit. Ze worden gebruikt voor het verzwaren van de installaties of de installatieonderdelen die de neiging hebben om te trillen wegens hun gebrek aan massa (wanden van motors maar ook van badkuipen);
  • de fijne onderlagen, die onder een houten bedekking moeten ingelast worden.

De keuze en de dikte van het materiaal zijn aangepast:

  • aan het gewicht van de lagen die op het materiaal worden aangebracht: de zeer elastische materialen zijn zeer efficiënt onder zware vloerpanelen, maar zouden een « trampoline-effect » kunnen uitlokken onder te lichte panelen ;
  • aan de regelmatigheid van de onderlaag: de soepele laag mag niet geperforeerd worden, zelfs niet in precieze gevallen. Bijgevolg moet, als de onderlaag niet glad is, de soepele laag dikker zijn.
  • de halfstijve wollige materialen met hoge densiteit (glaswol of hennepwol, mat van jute of kokos, vilt, cellulose, enz.), in combinatie met een ander materiaal met gesloten cellen dat voor hun luchtdichtheid zorgt. Noteer dat hetzelfde materiaal een absorberend materiaal kan zijn als zijn geringe densiteit hem buigzaam maakt, of een ontkoppelingsmateriaal als zijn densiteit hoger is.

Houtvezel

image08© Leefmilieu Brussel

Minerale wol HD

image09© Isover

Cellulose hoge densiteit

image07Pan-terre © Acoustix

Naar gelang van de toegepaste oplossingen, wordt het ontkoppelingsmateriaal gebruikt in de vorm van lagen, stroken, noppen of stukken die in de trillingsdempende systemen worden geïntegreerd.

Welke systemen voor contactgeluiden?

Trillingsdempende oplossingen

Trillingsdempende oplossingen (trillingsdempers, silent blocks of andere geluidsisolatie) worden gebruikt om het geluid te verminderen dat wordt gegenereerd door trillingen als gevolg van de draaifrequentie van een uitrusting. Ze verminderen de amplitude van geluidstrillingen door een flexibel materiaal te gebruiken (elastomeer, natuurrubber, kurk, metalen veer enz.). Ze worden tussen de technische uitrusting en de ondersteunende plaat geplaatst en gekozen op basis van:

  • de draaifrequentie van de uitrusting: kies trillingsdempers met een natuurlijke frequentie die gelijk is aan een kwart van de natuurlijke frequentie van de installatie. Kies bijvoorbeeld bij een uitrusting die op 1200 rpm draait, d.w.z. met een frequentie van 20 Hz (1200/60), voor een trillingsdempend systeem met een natuurlijke frequentie van 5 Hz ;
  • het toegestane gewicht van de trillingsdemper en de plaat die deze ondersteunt.

Meer in het bijzonder gaat het om:

  • rubberen noppen en ringen voor onder kleine apparaten (sanitair, wasmachines enz.);
  • Trillingsdempende ondergronden bestaande uit een zware plaat gelegd op noppen of een doorlopende veerkrachtige laag, te plaatsen onder zware machines (hefmachines, stookketels enz.);

Het gebruik van trillingsdempers heeft ook het voordeel dat de levensduur van de uitrusting en de montagestructuur ervan wordt verlengd.

© Leefmilieu Brussel

Compensatiemanchet

Het gebruik van een compensatiemanchet heeft twee doelen:

  • de overdracht van trillingen (bijvoorbeeld door de ventilator naar het luchtnet) verminderen;
  • het effect verzachten dat wordt veroorzaakt door de uitzetting van de leidingen in de verbinding met de uitrusting.
© Leefmilieu Brussel

Rubberkraag voor bevestiging van de leidingen

Om de overdracht van trillingen te beperken worden de (ronde of rechthoekige) leidingen die de vloeistoffen vervoeren bevestigd door middel van een kraag met rubbercoating (moffen, klemmen, haken, trilvrije ophanging).

© Leefmilieu Brussel

Zwevende plaat

De realisatie van een zwevende plaat, gescheiden van de technische ruimte, maakt het mogelijk de voortplanting van trillingen te beperken. Bovendien moet deze plaat hoge belastingen afkomstig van de geïnstalleerde machines dragen en een hoge geluidsisolatie voor de lage frequenties produceren (natuurlijke resonantie van minder dan 20 Hz, die min of meer constant blijft gedurende de gehele levensduur van het gebouw).

Waarop moet worden gelet bij de plaatsing isolerende oplossingen?

De globale akoestische kwaliteit wordt bepaald door zijn zwakste elementen. Daarom dient men er voor te zorgen dat er geen verzwakkende elementen aanwezig zijn in de constructie. Dit betekent:

  • De ontkoppeling moet volkomen zijn - één contactpunt is voldoende om het systeem te doen mislukken. De enige aanvaardbare contactpunten zijn de schroeven die de bekledingsgeraamten op hun plaats houden om luchtgeluid te absorberen.
  • Het flexibele scheidingsmateriaal mag nooit doorboord of geplet worden, anders ontstaat er weer een hard contact.
  • Er moeten soepele stroken of een trilvast systeem worden ingelast, overal waar er een star contact mogelijk is tussen :
    • een installatie en het gebouw, of een element dat zelf in contact zou kunnen komen met het gebouw (leiding, radiator, luidspreker, mechanisme van garagepoort, enz.),
    • de elementen die de losgekoppelde massa vormen van een veer-massa-veer-systeem (zwevende vloer, verlaagd akoestisch plafond, bekledingspaneel, enz.) en het gebouw.

Om perforatie van het ontkoppelingsmateriaal te voorkomen, dienen volgende voorzorgsmaatregelen te worden genomen :

  • Zo nodig moet de onderlaag voorbereid worden: vooral de vloer waarop de inrichting geplaatst wordt, moet volkomen vrij zijn van afval of andere elementen die de soepele strook zouden kunnen beschadigen of perforeren en zijn efficiëntie teniet doen.
  • Als de onderlaag een doorbuiging of oneffenheden heeft, moet men een laag egalisatiekorrels leggen alvorens de soepele ontkoppelingslaag aan te brengen.
  • Het materiaal moet dik genoeg zijn. Er mag geen materiaal van minder dan 5 mm gebruikt worden voor een perfecte vlakheid. Als de vlakheid niet perfect is, kies dan voor minstens 10 mm. Om bijvoorbeeld de zeer grote oneffenheden van een stenen metselwerk te herstellen, bestaan er stroken in voorgecomprimeerd met hars doordrenkt polyurethaanschuim, dat opzwelt en zo alle barsten in het metselwerk vult.

Interpretatie van productinformatie:

  • Op de productfiches wordt de verbeteringsindex voor contactgeluidsisolatie (ΔLw) altijd vermeld voor een gegeven oppervlaktemassa van de dekvloer (meestal ongeveer 75 kg/m²) en op een specifieke draagvloer (meestal ongeveer 15 cm beton). Als we het volgende plannen:
    • een zwaardere dekvloer, is het resultaat meestal iets beter (lagere resonantiefrequentie);
    • een lichtere dekvloer, is het resultaat over het algemeen iets minder goed.
  • Hoe beter de basisgeluidsisolatie, hoe kleiner de verbetering:
    • In het geval van een zwaardere draagvloer is de verbetering meestal minder.
    • In het geval van een lichtere draagvloer is de verbetering meestal groter.
  • In combinatie met lichte vloeren of in andere situaties reageren deze materialen anders.

Wat zijn de vereisten voor contactgeluid?

Hoe bereken en meet je contactgeluid?

Meer weten

Laatste herziening op 02/05/2024