Terug naar

Energieboekhouding

Comptabilité énergétique
De energieboekhouding draagt bij tot een goed gebouwbeheer in de exploitatiefase. Dankzij deze monitoring van het verbruik kunnen werkingsonregelmatigheden worden opgespoord of de effecten van aangebrachte verbeteringen worden gemeten. Deze technische oplossing ontwikkelt de componenten die een dergelijke controle mogelijk maken, samen met de stappen voor de analyse van de verzamelde gegevens. Ze is geldig voor de energieboekhouding van de calorieën en frigorieën.

De energieboekhouding maakt deel uit van een bredere aanpak dan alleen het aflezen van meters. Ze moet leiden tot acties ter verbetering van de prestaties van het gebouw en daarvoor is het opstellen van controle-indicatoren noodzakelijk, naast het verzamelen van gegevens en het volgen van de evolutie van het verbruik. Dit is een procedure die in de loop van de tijd plaatsvindt en alleen echt relevant is als de onderzoeken en metingen regelmatig worden uitgevoerd volgens een duidelijk omschreven protocol . Daarom is het belangrijk dat er één persoon verantwoordelijk wordt gesteld.

Waarom een energieboekhouding invoeren?

De energieboekhouding is onontbeerlijk in het kader van een beleid voor rationeel energiegebruik (REG). Een beleid voor energiebeheer zonder energieboekhouding is het equivalent van bedrijfsbeheer zonder algemene boekhouding: irrationeel.

De doelstellingen van het invoeren van een energieboekhouding zijn de volgende:

  • het monitoren van verbruik van gebouwen, het vergelijken met referentiegebouwen en verbeteringsstrategieën op punt zetten;
  • het opsporen van verbruiksafwijkingen (die verbonden zijn aan een verkeerd gebruik van de systemen) en werkingsonregelmatigheden van installaties door oplossingen voor te stellen om deze te verhelpen (met name door het verbeteren van de afstelling);
  • het meten van de effecten van verbeteringen aan het gebouw, de systemen of de bezettings- en gebruiksvoorwaarden;
  • het opstellen van een budget voor energie-uitgaven;
  • het beter verdelen van het energieverbruik over de verschillende eventuele bewoners;
  • het begeleiden van de gebruikers naar een optimaal gebruik van de systemen.

Door energiebesparingen mogelijk te maken, is de energieboekhouding dus een essentieel instrument om de ecologische voetafdruk van het gebouw te verkleinen .

Laattijdig ingrijpen wanneer een probleem van overconsumptie van energie duidelijk is geworden, is duur. Maar al te vaak zijn het de abnormaal hoge facturen (of erger nog, de jaarlijkse regularisatiefactuur) die de beheerder van het gebouw waarschuwen. In andere gevallen neemt het verbruik geleidelijk toe zonder dat men het merkt. Dankzij de energieboekhouding kunnen deze problemen zeer snel worden opgespoord. De som van de gerealiseerde energiebesparingendankzij de energieboekhouding  maakt een snelle terugverdientijd mogelijk.

Hoe kiest u het type monitoring?

Er zijn meerdere factoren die de keuze van de monitoring beïnvloeden:

  • budget en winstgevendheid;
  • grootte van het energieverbruik;
  • beschikbare tijd (voor meteropnames en analyse);
  • omvang van het gebouw;
  • aantal gebouwen;
  • regelgevende voorschriften;
  • al dan niet aanwezigheid van een gecentraliseerd technisch beheer;
  • enz.

Er worden verschillende soorten energiemonitoring aangeboden aan de bouwheer:

  • interne of uitbestede analyse;
  • handmatig of geautomatiseerd meteropname.

In de volgende tabel worden de voor- en nadelen van deze bovenstaande soorten  beschreven:

Soorten energieboekhouding

 

Soort

Beschrijving

Voordelen

Nadelen

Verantwoordelijke voor de analyse

interne analyse

Energieboekhouding door de bouwheer

  • Geen abonnementen bij leveranciers
  • Op termijn een betere monitoring aangezien de eigenaar echt betrokken wordt
  • Handmatige meteropname mogelijk (Het is niet echt nodig de meetinstallatie te verbeteren met een meteropname op afstand)
  • Kan ook controlesoftware aanschaffen om te helpen bij het opstellen van rapporten en het analyseren van de gegevens
  • Te besteden tijd (in functie van de periodiciteit van de meteropnames en de analyses)
  • Vereist een medewerker die de energiegegevens kan interpreteren

 

externe analyse

Uitbestede energieboekhouding

  • Analyse door professionals
  • Mogelijkheid tot snelle waarschuwingen bij afwijkingen in het verbruik
  • Visuele weergave van het verbruik via geschikte media (rapporten, grafieken, online tools)
  • Vereist de invoering van een verbruiksopname op afstand
  • Maandelijks abonnement

Soort inzameling

handmatig

Het verbruik wordt rechtstreeks opgenomen op de meters of via de facturen van de leveranciers

  • De bestaande installatie kan worden gebruikt als basis voor de meteropname (geen investering in communicerende meters)
  • Mogelijke invoerfouten omdat hij handmatig gebeurt
  • Tijd nodig voor de meteropname
  • Grovere granulometrie afhankelijk van de opnamefrequentie (wekelijks, maandelijks, enz.) behalve in het geval van dataloggers

geautomatiseerd

Het verbruik wordt opgenomen met behulp van telemetrietoestellen

  • Meting op afstand en automatische bewaking
  • Geen potentiële fouten tijdens de invoer omdat hij geautomatiseerd is
  • Zeer fijne granulometrie (minuut of uur)
  • Kostprijs van de installatie
  • Er kunnen gegevens verloren gaan wanneer het communicatiesysteem defect is

De opdrachten inzake de energieboekhouding kunnen dus uitgevoerd worden door de beheerder van het gebouw (er bestaat software om de analyse van het verbruik te vergemakkelijken en te systematiseren). Voorts is het van essentieel belang een verantwoordelijke persoon aan te wijzen, zelfs wanneer de taak aan een gespecialiseerd bedrijf wordt uitbesteed.

Wanneer moet een energieboekhouding worden gepland?

Om de duurzame strategie van een project te optimaliseren, wordt aanbevolen de invoering van een energieboekhouding zo vroeg mogelijk te plannen. Daarvoor moet ze tijdens de ontwerpfase van nieuwe of renovatieprojecten worden gedefinieerd, zodat ze operationeel is tijdens de exploitatiefase van het gebouw. In de projectfase moeten de technische schema’s en de bestekken worden geïntegreerd in de kenmerken van de meters en van het gegevensverwerkings- en opmaaksysteem.

Bovendien zijn sommige meters wettelijk verplicht en zijn andere vereist voor de milieucertificering, zodat ze verplicht aanwezig moeten zijn bij de oplevering van het gebouw.

Wat zijn de bestanddelen van een energieboekhoudsysteem?

De verschillende elementen van een energieboekhouding worden in de volgende tabel uiteengezet en later in de paragraaf in detail besproken:

Meters

Opname

Analyse

  • Brandstof (gas, stookolie, enz.)
  • Warmte-energie (calorieën / frigorieën)
  • Elektriciteit

Geautomatiseerd

Bekabeling (M-Bus, Modbus, LON, Connex)

met of zonder software

Draadloze communicatie (Wifi, gsm, gprs, ISDN, analoog, enz.)

Handmatig

via datalogger

alleen visuele meteropname

Meters

Meters zijn de onmisbare fysieke media voor de energieboekhouding. Zij meten nauwkeurig (mits goed geijkt) de verbruikte hoeveelheden energie. Er bestaan verschillende soorten meters:

  • meters voor brandstoffen (gas, stookolie, enz.);
  • warmte-energiemeters of calorimeters die naar het distributienet wordt getransporteerd;
  • elektrische meters.

De verschillende soorten meters zijn meer in detail hieronder opgenomen.

Meter voor brandstoffen (verbruikte energie)

Deze meters geven een beeld van het totale verbruik van het gebouw, maar laten niet zien hoe de energie stroomafwaarts van de warmteproducent wordt gebruikt.

De plaatsing van de meters voor brandstoffen kan als volgt worden georganiseerd:

  • een meter op de algemene toevoer naar de stookruimte (te plaatsen door de leverancier in het geval van gas);
  • een set meters, geplaatst op de brandervoeding van elke ketel. De bepaling gebeurt door de optelling van de meterstanden van alle meters;
  • een meter die wordt afgetrokken van een algemene meter. De bepaling gebeurt door aftrekking.

De meters moeten uitgerust zijn met een pulssensor. Als u de meter van de energieleverancier wilt gebruiken, moet u weten dat alleen recente meters of grote gasmeters ermee zijn uitgerust, evenals de elektriciteitsmeters met een elektrisch vermogen van meer dan 56 kVA.

Voorbeeld van een gasmeter

Voorbeeld van een gasmeter© Leefmilieu Brussel

Meter voor warmte-energie overgedragen aan het distributienet (nuttige energie)

Zij zijn ook calorimeters genoemd. Deze meters worden stroomafwaarts van de warmte- of koudeproducent geplaatst en maken het mogelijk:

  • in het geval van plaatsing direct na het productiesysteem, om de output van het systeem te bepalen. De boekhouding onderscheidt de hoeveelheden brandstof die verbruikt worden door het verwarmingssysteem (of het elektriciteitssysteem voor de airconditioning) en de warmte-energie die wordt geproduceerd door deze laatste. Ze maakt het mogelijk het productierendement te bepalen en conclusies te trekken met betrekking tot de prestaties van het productiesysteem voor warmte (of koude).
  • in het geval van plaatsing op de uitgangen van de collector, om het verbruik van de verschillende distributienetten te kennen.

In tegenstelling tot de brandstofmeter, waarvoor slechts een debietmeter nodig is, vereist de meting van warmte-energie de installatie van verschillende apparaten (temperatuursensoren, watermeter, integrator), zoals weergegeven in het onderstaande schema. Er bestaan echter ook compacte warmtemeters die verschillende van deze componenten in één enkele eenheid combineren:

 Schema van een warmte-energiemeter

Warmte-energiemeters© Leefmilieu Brussel
  • watermeter (debietmeter) om het debiet te meten. Deze kan verscheidene vormen aannemen:
    • een "invasieve" debietmeter in het hydraulische circuit. Dit is een mechanische meter met een propeller op een horizontale of verticale as, die draait wanneer er een doorgangsdebiet is;

      Voorbeeld van een  "invasieve" debietmeter  

      Invasieve" debietmeter © Krohne
    • een "niet-invasieve" ultrasone debietmeter waarvoor het hydraulische systeem niet hoeft te worden stilgelegd.Het debiet wordt zeer nauwkeurig gemeten door de reistijden van de ultrasone signalen met de stroom mee en tegen de stroom in te vergelijken, rekening houdend met de thermische variabiliteit.

      Voorbeeld van een  "niet-invasieve" debietmeter   

      "Niet-invasieve" ultrasone debietmeter © Krohne
  • 2 temperatuursensoren, één bij de uitgang van het distributienet en één bij de retour;

    Voorbeeld temperatuursensor voor ventilatiekanaal 

    Temperatuursensor© Belimo

    Voorbeeld van contacttemperatuursensor voor waterleiding 

    Temperatuursensor© Belimo
  • calculator-integrator waarmee, op basis van de door de debietmeter (m³/h of l/s) en de temperatuursensoren verstrekte informatie, het thermisch vermogen (kW) en de thermische energie (kWh) kunnen worden berekend.

     Voorbeeld thermische energiemeter

    Calculator-integrator© Belimo

Opmerking: Er bestaat ook de mogelijkheid om de warmte-energie op de toevoerlucht te tellen (bij verwarming/koeling op de lucht), maar vanwege de onnauwkeurigheid van deze techniek verdient het de voorkeur om de verwarmings-/koelingsspiralen van de ventilatie-eenheden te bewaken.

Elektrische energiemeter

Type:

  • Elektromechanische meter:
    • de verbruikte elektrische energie is evenredig met de omwentelingen van een schijf;
    • tot nu toe door de netwerkbeheerder gebruikt om de facturering mogelijk te maken, hij wordt geleidelijk aan vervangen door elektronische meters;
  • Elektronische meter:
    • energie afleiden uit stroom- en spanningsmetingen;
    • digitalisering van verbruiksgegevens, waardoor deze gemakkelijk naar andere IT-media kunnen worden overgebracht;
  • Stroomtang: dit is een mobiel toestel dat gebruikt wordt bij energieaudits.

Plaats:

  • Stroomopwaarts (algemene meter)
    • geplaatst en beheerd door de netwerkbeheerder;
  • Stroomafwaarts (verdeelmeter)
    • in de schakelborden op het niveau van de uitgangen van de functies die interessant zijn om te monitoren:
      • verlichting;
      • verdiepingen / gebruikers;
      • hoofdapparatuur (ventilatie, koeling, warmtepompen, enz.);
    • tussen het netwerk en het te monitoren toestel, d.w.z. ter hoogte van het stopcontact (in het geval van bewaking van kleine apparaten door elektronische meters: huishoudelijke apparaten, enz.).

Voorbeeld van een elektronische meter die in een schakelbord moet worden geplaatst

Voorbeeld van een elektronische meter die in een schakelbord moet worden geplaatst© Leefmilieu Brussel

Communicatiemodules

Meters met een communicatiemodule verdienen de voorkeur. Dit maakt de verzending van de verbruiksgegevens naar software voor gegevensverwerking mogelijk. Als dat niet het geval is, wordt de meting visueel of handmatig via de datalogger verricht.

Er bestaan verschillende soorten communicatiemodules:

  • gsm-module (of gsm-modem, gsm-controller)
    • een elektronisch kastje met een simkaart, dat net als een mobiele telefoon verbinding maakt met het telefoonnet (heeft een eigen telefoonnummer). De module weigert de oproep zonder deze te beantwoorden (geen gesprekskosten);
    • een niet-vluchtig geheugen slaat de parameters op in geval van een stroomonderbreking;
    • autonomie dankzij een interne batterij;
    • mogelijkheid om sms-waarschuwingen te ontvangen voor geregistreerde gebruikers in geval van stroomuitval, storing, enz.;
    • de module heeft een aantal digitale of numerieke ingangen (afhankelijk van het model), (zoals: inbraak, aanwezigheid, deurcontact, rookmelder, gas, overstroming, thermostaat, vochtigheid, enz).
  • GPRS
    • GPRS: General Packet Radio Service;
    • uitbreiding van het gsm-protocol, waardoor hogere datasnelheden mogelijk zijn;
    • voorzien van een constant beschikbare IP-connectiviteit aan een mobiel station (MS). De radiobronnen worden alleen toegewezen wanneer gegevens moeten worden overgedragen, waardoor radiobronnen worden bespaard;
    • er is geen nummeringstermijn noodzakelijk. Een TCP/IP-verbinding kan plaatsvinden tussen het mobiele station en een server op afstand.
  • TCP/IP
    • TCP/IP: Transmission Control Protocol /Internet Protocol;
    • Goedkope communicatiemodule via een LAN-intranet of via internet (moeilijker te realiseren).
  • Analoog
    • de module maakt gebruik van het analoge telefoonnet.
  • ISDN
    • digitaal netwerk voor de integratie van diensten;
    • de module maakt gebruik van een ISDN-verbinding die, in vergelijking met het analoge telefoonnet, een betere kwaliteit en snelheden tot 2 Mbit/s (E1-toegang) biedt, vergeleken met 56 kbit/s voor een klassieke analoge modem.

Communicerende meters:

Er bestaan ook zogenaamde "communicerende" meters die het verbruik (elektriciteit, gas, enz.) gedetailleerd en nauwkeurig meten, eventueel in real time. De gegevens worden via radiogolven of power line communication (PLC) doorgegeven aan de distributienetbeheerder die verantwoordelijk is voor de meting. Zij kunnen ook informatie verstrekken over micro-onderbrekingen of verliezen in de elektriciteitsnetten.

Als de meter ook op afstand programmeerbaar is en voorzien is van een uitschakelinrichting, wordt hij “AMM” (Advanced Meter Management) genoemd. Deze functies vormen de basis voor de evolutie van netwerken (elektriciteit, water of gas) naar "slimme netwerken".

Datalogger

De datalogger is een in de meter ingebouwd apparaat dat met een regelmatige frequentie (die enkele maanden kan beslaan) zijn gegevens registreert. De waarden worden gewoonlijk opgehaald via een fysieke interface (usb-stick, kabel, enz.). Een datalogger is alleen nuttig als er geen manier is om de informatie rechtstreeks naar een GTB te sturen.

Basiskenmerken:

  • bemonsteringsfrequentie: van 1 signaal/s tot 100 signalen/s. Een lage frequentie maakt een opname over lange perioden mogelijk;
  • ingangstypes: De in de dataloggers ingebouwde sensoringangen zijn, op enkele uitzonderingen na, gelimiteerd op spanning, 4-20 mA stroom, temperatuur, vochtigheid en pulssignalen;
  • aantal ingangskanalen: Dataloggers bieden 1 tot 32 (of meer) ingangskanalen, hoewel modellen met vier en acht kanalen het meest voorkomen. Relatief weinig toepassingen voor gegevensregistratie vereisen een groot aantal kanalen;
  • gegevensopslag: Dataloggers slaan de geregistreerde gegevens op in hun interne geheugen. Dit geheugen kan variëren van enkele kilobytes tot meerdere GB (hoe groter het geheugen, hoe meer gegevens kunnen worden opgeslagen en hoe langer de metingen ter plaatse kunnen duren). Na de registratie moeten de gegevens worden geüpload naar externe systemen voor opslag en analyse op lange termijn. Afhankelijk van de grootte van het geheugen en de bemonsteringsfrequentie kan de opnametijd variëren van enkele dagen tot enkele weken of maanden;
  • gebruikersinterface: Sommige dataloggers zijn uitgerust met een web- of HTTP-interface. Door ze via Ethernet te verbinden en hun IP-adres in een webbrowser op te roepen, kan de gebruiker hun waarden in bijna real time controleren.

Monitoringsoftware

De functies van de monitoringsoftware kunnen variëren van zeer eenvoudig tot zeer geavanceerd. Hieronder volgt een lijst met enkele mogelijke  functies:

  • opslag/export van verbruiksgegevens in verschillende formaten;
  • omzetten van ruwe gegevens in vergelijkbare energiegegevens:
    • liter stookolie, m³ gas in kWh;
    • rekening houden met klimatologische gegevens (graaddagen, enz.);
    • rekening houden met wijzigingen in het gebouw of het gebruik ervan (specifieke verbruiksratio in m² of aantal bewoners, enz.)
  • alarmeren in geval van verbruiksafwijkingen (via e-mail, sms, enz.);
  • visuele weergaven van het verbruik (per meter, per soort energie, voor verschillende tijdstappen) met aangepaste visuele hulpmiddelen (histogrammen, cirkeldiagrammen, enz.);
  • rapportage (dagelijks, maandelijks, jaarlijks);
  • alarmeren in geval van storing van de meter (signaalverlies, enz.);
  • stand-alone software of in de GTB geïntegreerde software;
  • Enz.

Het project moet ervoor zorgen dat zijn installatie ten minste met verschillende softwarepakketten kan werken en dat de overdracht van verbruiksgegevens van het ene pakket naar het andere mogelijk is.

Welke stappen moeten worden genomen om de benodigde gegeven voor de energieboekhouding s te verkrijgen?

De volgende stappen moeten worden genomen alvorens een energieboekhouding op te zetten:

Het gebouw en zijn voorzieningen kennen

Idealiter moet de bouwheer beschikken over een volledig as built-dossier en moet hij voor bestaande gebouwen een energieaudit laten uitvoeren. In alle gevallen moet een inventaris of scorekaart van het gebouw en zijn voorzieningen worden opgesteld voordat een energieboekhouding wordt opgezet. Deze moeten toelaten het volgende op te maken:

  • een schema van de HVAC-installaties met de volgende informatie:
    • producent van warmte/koude (type, brandstof, vermogen, enz.) en andere technische voorzieningen;
    • distributienetwerken (aantal, bediende gebieden, enz.);
    • meters (locatie, type en opnamefrequentie)
  • informatie over de gebouwschil en het gebruik het gebouw (activiteit, uren, comfort, enz.).

De doelstellingen van het project definiëren

De definitie van de door het project/de projecteigenaar nagestreefde doelstellingen is noodzakelijk om te weten of de bestaande installatie volstaat of moet worden verbeterd:

De periodiciteit van de opvolging van het verbruik vastleggen

De frequentie van het aflezen van het verbruik hangt af van de doelstellingen van het project: zie paragraaf "Welke analysefrequentie/periodiciteit”, maar ook van de technische mogelijkheden van de installatie: communicerende meters en/of meters met datalogger vs. handmatige opname.

De componenten installeren die nodig zijn voor de energieboekhouding

Afhankelijk van de nagestreefde doelstellingen moet worden voorzien in:

  • adequate technische componenten:
    • aanpassing van de bestaande meters;
    • plaatsing van nieuwe meters;
    • bekabeling of datalogger, afhankelijk van de gewenste opnamefrequentie;
    • opvolgsoftware;
  • de menselijke en financiële middelen om het verbruik te volgen en te analyseren.

Het verbruik meten

Er moet een objectieve meting worden verricht op een vaste datum volgens de eerder vastgestelde periodiciteit. In het geval van een opname op basis van facturen moet ervoor worden gezorgd dat deze overeenkomen met het werkelijke verbruik gedurende de opnameperiode (let op het voorraadeffect in het geval van opslagtanks en tussentijdse facturen).

Hoe moeten de energieverbruiksgegevens worden opgemaakt?

Het verbruik standaardiseren

Voor de analyse moet het verbruik in dezelfde energie-eenheid, de kWh, worden opgegeven.

Voor het opmaken van de aan de autoriteiten toegezonden balansen moeten bepaalde algemeen gebruikte eenheden (liter, m³, enz.) worden behouden.

De tabel van het bruto periodiek verbruik opstellen

Het opstellen van de verbruikstabel per dag, maand of jaar (afhankelijk van de vastgestelde periodiciteit), aangevuld met het genereren van een leesbaarder staafdiagram, maakt het mogelijk de gegevens te structureren, hun samenhang te controleren en een eerste overzicht van hun evolutie te verkrijgen.

Het brutoverbruik is het verbruik zoals het op de meterstanden te zien is en komt overeen met de hoeveelheid energie die daadwerkelijk door het systeem wordt verbruikt. Het schommelt sterk met de weersomstandigheden en is daarom moeilijk te interpreteren (het is niet duidelijk of een piek in het verbruik te wijten is aan bijzonder barre weersomstandigheden of aan een storing in het verwarmingssysteem).

Het verbruik voor verwarming normaliseren

Wegens klimaatschommelingen moet het brutoverbruik voor verwarming (exclusief het aandeel voor sanitair warm water) worden omgezet in vergelijkbare en bruikbare gegevens onder verwijzing naar klimatologische referentiewaarden, de normale graaddagen (NGD). De normalisatie van het verbruik maakt het dus mogelijk de klimaatfactor te elimineren om de verbruiksprofielen in de loop der jaren en van het ene geografische gebied tot het andere te kunnen vergelijken, onafhankelijk van het klimaat.

De berekening van het genormaliseerde verbruik gebeurt op basis van de volgende formule:

$Genormaliseerd\;verbruik\;=\;\frac{bruto\;verbruik\;\times\;NGD\;van\;de\;site}{GD\;van\;de\;site\;voor\;het\;bestudeerde\;jaar}$

Waarbij:

  • NGD: de normale graaddagen
    • constante waarde die door het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) over een periode van 30 jaar voor een bepaalde site is vastgesteld. Ze weerspiegelt het gemiddelde klimaat van de site.
  • GD: de graaddagen
    • waarde vastgesteld voor een bepaald jaar, voor een bepaalde site. Ze weerspiegelt de klimatologische omstandigheden van de site voor dat jaar.
    • deze parameter vertegenwoordigt de som van alle dagelijkse verschillen tussen de buitentemperatuur en de binnentemperatuur van de lokalen. Wij werken meestal met graaddagen op 15/15 basis. Dit betekent dat we niet verder verwarmen dan een gemiddelde binnentemperatuur van 15°C (rekening houdend met 3°C door zonne-energie en interne bijdragen, om zo tot 18°C in de lokalen te komen), en dat we de verwarmingsinstallatie stoppen boven een gemiddelde buitentemperatuur van 15°C.

De tabel van het genormaliseerd maandelijks verbruik opstellen

Als de weerhouden opnamefrequentie het toelaat, wordt een tabel van het genormaliseerde maandelijkse verbruik opgesteld. Aan de hand hiervan kunnen jaarlijkse verbruiksverschillen worden vastgesteld, waarbij het effect van klimaatschommelingen is geneutraliseerd. De vergelijking moet per maand worden gemaakt, rekening houdend met het algemene patroon van elk jaar.

Het jaarlijks genormaliseerd specifiek verbruik berekenen

Het genormaliseerd specifiek verbruik is het genormaliseerd verbruik, in verhouding tot een parameter die vergelijking met andere gebouwen in dezelfde sector mogelijk maakt (scholen, kantoren, flatgebouwen, enz.) of aan een gemiddelde waarde:

  • verbruik/inwoner;
  • verbruik/verwarmde m²;
  • verbruik/verwarmde m³;
  • enz.

De energiesignatuur van het gebouw bepalen

De energiesignatuur is het genormaliseerd maandelijks verbruik van het gebouw op basis van maandelijkse GD. Vervolgens wordt de beste lijn tussen de 12 maandelijkse verbruikspunten bepaald met behulp van een lineaire regressie.

In de loop der jaren wordt een reeks rechte lijnen verkregen die de evolutie van het energieverbruik van het gebouw weergeven. Bij een constante bezetting en comfort zou deze energiesignatuur van jaar tot jaar stabiel moeten blijven. Als ze fluctueert, betekent dit dat het verbruik onafhankelijk van de weersomstandigheden varieert.

Voorbeeld van een energiesignatuur

Voorbeeld van een energiesignatuur© Leefmilieu Brussel

 

Het is interessant om de oorzaken en de spreiding van de punten rond de regressierechte te analyseren. Ten slotte is het belangrijk op te merken dat de energiesignatuur geen informatie geeft over het optimale verbruik van een gebouw.

Voorbeeld van de evolutie van energiesignaturen

Voorbeeld van de evolutie van energiesignaturen© Leefmilieu Brussel

Het energiekadaster van gebouwen opmaken

Als het om meerdere gebouwen gaat, kan een kadaster worden opgemaakt om de verschillende gebouwen in te delen naar hun energiekwaliteit, zowel kwalitatief als kwantitatief. Aan de hand daarvan kunnen prioriteiten worden gesteld en kan de urgentie van de acties die moeten worden ondernomen worden vastgesteld. Om dit kadaster op te maken, kan men zich baseren op het specifiek verbruik of op andere indicatoren, zoals de EPB-niveaus of de niveaus die vermeld staan op de site EnergiePlus > Pagina | Energiekadaster (FR).

Wat is de analysefrequentie/periodiciteit voor de opname van het energieverbruik?

Niet elk verbruik moeten opgevolgd worden met dezelfde periodiciteit:

  • een wekelijkse analyse is nuttig als:
    • er een verbruiksafwijking werd gedetecteerd;
    • de bouwheer of de bewoner op korte termijn een programma voor energie-optimalisering wil opstarten;
    • het gebouw door het “energiekadaster” als energieverslindend wordt verklaard;
  • een maandelijkse analyse is nuttig als:
    • er een interventie aan het gebouw of de technieken heeft plaatsgevonden;
    • de bouwheer of bewoner op middellange termijn een programma voor energie-optimalisering wil opstarten;
  • een jaarlijkse opname is in alle gevallen vereist (afhankelijk van het type gebouw is dit zelfs wettelijk verplicht).

Merk op dat meters die uitgerust zijn met communicatie- of datalogger-modules het mogelijk maken het verbruik in een veel fijnere granulariteit (in de grootteorde van uren of minuten) op te slaan. Deze hoge opnamefrequentie maakt het mogelijk veel gedetailleerder en doeltreffender analyses uit te voeren om problemen van verbruiksafwijkingen, die vaak verband houden met het beheer van de technische voorzieningen, op te lossen.

Welke andere soorten monitoring kan men in een gebouw terugvinden?

Naast de energiemonitoring kunnen de volgende elementen in gebouwen worden gemonitord:

  • luchtkwaliteit (relatieve vochtigheid, CO2, fijne stofdeeltjes, enz.);
  • thermisch comfort (temperatuur);
  • waterverbruik;
  • bewoners (inkomende/uitgaande stroom, ervaren welzijn, enz.);
  • enz.

De monitoring van de verschillende parameters van het gebouw en de bewoners ervan kan een beter inzicht geven  om hun prestaties/welzijn te verbeteren.

Certificeringen

Sommige milieucertificaten of -labels (met name BREEAM, LEED, HQE) hechten waarde aan energiemeting, of vereisen dit zelfs.

Regelgevingen

De EPB-regelgeving inzake verwarming en koeling is van toepassing op verwarmingssystemen die bestaan uit een of meer warmtegeneratoren, warmwatertoestellen, airconditioningsystemen of ventilatiesystemen in combinatie met een verwarmingssysteem. Voor deze verschillende voorzieningen bestaan er vereisten inzake energieboekhouding en -rapportage, afhankelijk van diverse parameters zoals:

  • nominaal vermogen;
  • verdeling in EPB-eenheden;
  • ventilatiedebiet;

Deze vereisten hebben betrekking op:

  • het type en het aantal meters;
  • hun plaats in het elektriciteitsnet of op het verwarmings-/koelingsnet;
  • het type opname (op termijn automatische opname).

Er zijn bovendien ook meetvoorschriften voor sommige specifieke voorzieningen:

Alle informatie en vereisten betreffende deze technische EPB-installaties zijn te vinden in het Dossier | Vademecum regelgeving inzake EPB-werken > Technische EPB-installaties
Een samenvatting van de wettelijke voorschriften inzake energieboekhouding is te vinden in het volgende document: Leefmilieu Brussel, 2019, Overzicht van de meters

Een boekhouding en een rapportering zijn verplicht in de milieuvergunningen voor een gebouw dat aan deze drie criteria voldoet:

  • Het bevat minstens één installatie van rubriek 40 (verbranding en warmtekrachtkoppeling) of 132-B (koeling). Raadpleeg de lijst van ingedeelde inrichtingen op de website van Leefmilieu Brussel.
  • De oppervlakte bedraagt meer dan 1000 m².
  • Er vindt minstens één energieverslindend proces plaats (: een winkel met een koelafdeling, grote serverlokalen of een installatie voor de productie of transformatie van goederen die niet onder het toepassingsgebied van het EPC valt).

Bijgevolg zullen de volgende vergunningsvoorwaarden geïntegreerd worden:

  • In het deel A. Opvolging van het verbruik | 1. BEHEER

    Energieboekhouding:

    Er moet een energieboekhouding worden bijgehouden die het volgende bevat:

    1. Een jaarlijks opvolgingsverslag van het verbruik in verband met het proces.
    2. Een maandelijkse meteropneming: het energieverbruik van het proces moet opgevolgd worden doorheen de tijd. Om te helpen bij de opvolging van het maandelijks energieverbruik kan u de Facilitator Duurzame gebouwen contacteren (0800 85 775 of facilitator@leefmilieu.brussels). Als u over een softwareprogramma of eigen Excelbestanden beschikt, kunt u daar ook gebruik van maken. De resultaten moeten worden weergegeven in de vorm van grafieken.
    3. De analyse van het verbruiksproces dat de volgende vragen beantwoordt:
      • Welke zijn de posten die het meest verbruiken?
      • Hoe evolueerde (het maandelijkse en) het jaarlijkse verbruik in de voorbije 3 jaar? Hoe kunnen de eventuele verschillen worden verklaard?
      • Verbruikt uw site elektriciteit tijdens de daluren? Indien ja, licht toe.
      • Ter informatie, hoe verhoudt het verbruik van het proces van uw site zich ten opzichte van dat van dezelfde activiteitensector ('benchmarking')? Om deze vraag te beantwoorden, worden de specifieke ratio's van uw site vergeleken met die van dezelfde activiteitensector.
  • In het deel A. Opvolging van het verbruik | 2. ONTWERP

    Indien er een proces aanwezig is worden er energiemeters geplaatst op de volgende posten met het hoogste verbruik:

    Hier zal een lijst worden geplaatst met alle posten met het hoogste energieverbruik in functie van het voorstel in de effectenstudie of de energieaudit.

    Voor een winkel met een koelafdeling:

    • een meter die per koelcentrale de koelafdeling boven het vriespunt meet.
    • een meter die per koelcentrale de koelafdeling onder het vriespunt meet.

Inspiratie opdoen

Hieronder volgen enkele voorbeelden van schema's die de plaats van brandstof- en warmtemeters in verwarmings- of koelnetten aangeven.

Voorbeeld van een verwarmingsschema met de plaats van gas- (geel) en warmtemeters (groen)

Voorbeeld van een verwarmingsschema met de plaats van gas- (geel) en warmtemeters (groen)© Arcadis
Zie het document in PDF (frans).

Voorbeeld van de plaats van de meters van het verwarmingsnet conform de EPB-regelgeving en een BREEAM-certificering

Voorbeeld van de plaats van de meters van het verwarmingsnet conform de EPB-regelgeving en een BREEAM-certificering © Leefmilieu Brussel, bron Arcadis

Voorbeeld van de plaats van de meters van het koelnet conform de EPB-regelgeving en de BREEAM-certificering

Voorbeeld van de plaats van de meters van het koelnet conform de EPB-regelgeving en de BREEAM-certificering © Leefmilieu Brussel, bron: Arcadis

Om verder te gaan

Andere publicaties van Leefmilieu Brussel

Bibliografie

  • Otto, W. (2008), energieboekhouding, slides 20 maart 2008, CENERGIE, België (FR)
  • Dierickx, V. (2010), De implementatie van energieboekhouding binnen een ACP, slides 22 oktober 2010, CENERGIE, België (FR)
  • Institut wallon asbl, Energieboekhouding: waarom, hoe?, Ministère de la Région Wallonne, DGTRE – Service de l’Energie, België (FR)

Websites

Laatste herziening op 29/06/2023