Inhoudstafel
- 1. De nodige luchtdebieten per vertrek bepaalen
- 2. Een vereenvoudigd ventilatieschema van de overwogen installatie opgesteld
- 3. De maximumsnelheid per leiding wordt bepaalen
- 4. De afmetingen van de ventilatieleidingen worden bepaald
- 5. Bepalen van de drukverliezen en van het maximale drukverlies
- 6. Het netwerk balanceren
1. De nodige luchtdebieten per vertrek bepaalen
In functie van de bestemming en de te behandelen vertrekken, dimensioneren we altijd het netwerk voor het maximumdebiet dat de installatie moet leveren.(zie dossier Een energie-efficiënt ventilatiesysteem ontwerpen > De minimumdebieten definiëren )
2. Een vereenvoudigd ventilatieschema van de overwogen installatie opgesteld
Ventilatieschema als voorbeeld in de dimensionering van de luchtleidingen door constant drukverlies
3. De maximumsnelheid per leiding wordt bepaalen
Aanbevolen en maximale luchtsnelheid in de ventilatieleidingen
Woongebouwen | Niet-residentiële gebouwen | |||
---|---|---|---|---|
Aanbevolen [m/s] | Maximum [m/s] | Aanbevolen [m/s] | Maximum [m/s] | |
Hoofdleiding (als deze niet door zones met menselijke bezetting komt) | 4 | 6 | 6 | 8 |
Leiding die door zones met menselijke bezetting komt | 3 | 4 | 4.5 | 6 |
Eindleiding | 1.5 | 2 | 2 | 4 |
(bron: WTCB)
4. De afmetingen van de ventilatieleidingen worden bepaald
Eerst wordt de minimumdiameter bepaald; deze wordt vervolgens aangepast aan een type leiding en aan de gestandaardiseerde afmetingen . Vervolgens wordt de luchtsnelheid voor de geselecteerde leiding opnieuw berekend.
BEREKENING VAN DE MINIMALE DOORSNEDE
De minimale doorsnede van een leiding wordt bepaald met behulp van de volgende formule:
waarbij:
A c de doorsnede van een leiding (in m) is
Q het luchtdebiet in m³/s is
v de snelheid van de lucht in m/s is.
Op basis van de berekening van de doorsnede wordt de diameter van de leiding bepaald. Het begrip ‘hydraulische diameter' wordt ingevoerd om de rechthoekige of langwerpige leidingen te selecteren.
BEREKENING VAN DE HYDRAULISCHE DIAMETER
De hydraulische diameter van een leiding wordt bepaald met behulp van de volgende formule:
waarbij:
D h de hydraulische diameter van de leiding is (en m)
A c de doorsnede van een leiding (in m) is
P de omtrek van de leiding is (in m).
5. Bepalen van de drukverliezen en van het maximale drukverlies
Wanneer voor elk distributiegedeelte de doorsnede van elke luchtleiding bepaald is, worden de drukverliezen berekend (zie Berekening van de drukverliezen). Het is belangrijk op te merken dat deze berekeningen van drukverliezen niet beperkt mogen blijven tot drukverliezen van de leidingen: er moet ook rekening worden gehouden met drukverliezen die door de installatie veroorzaakt worden (openingen, geluiddempers, collectoren, enz.).
Vervolgens wordt het gedeelte met het grootste drukverlies gezocht. Dit maximale drukverlies is de limietwaarde die het mogelijk maakt om het vermogen van de ventilator te bepalen.
Belangrijk:
- In het mate van het mogelijke wordt geprobeerd dit maximale drukverlies zo laag mogelijk te houden (type leiding, snelheid, doorsnede, aantal bochten, enz.).
- Het is de bedoeling dat het lineaire drukverlies nooit hoger is dan 1 Pa/m. Het aanbevolen drukverlies is 0,5 Pa/m (zie Methode van constant drukverlies , uitgelegd op de website van Energie+).
De onderstaande tabel geeft alle berekeningen weer voor het gedeelte I-L van de afbeelding ter illustratie van het voorbeeld.
Berekening van gedeelte I-L van het voorbeeld
Hypothesen | Doel | Keuze van een ronde leiding | Berekening van de drukverliezen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Debiet [m³/u] | Lengte [m] | Snelheid [m/s] | Doorsnede [m²] | Diameter [mm] | Diameter [mm] | Snelheid [m/s] | [Pa/m] | [Pa] | |
Leiding K-L | 3600 | 9 | 4.5 | 0.22 | 532 | 630 | 3.2 | 0.18 | 1.64 |
Bocht K (grafiek) | 5400 | 630 | 4.8 | 3 | |||||
Leiding J-K | 5400 | 1 | 6 | 0.25 | 564 | 630 | 4.8 | 0.38 | 0.38 |
Bocht J (grafiek) | 5400 | 630 | 4.8 | 3 | |||||
Leiding I-J | 5400 | 8 | 6 | 0.25 | 564 | 630 | 4.8 | 0.38 | 3.0 |
Gedeelte I-L | 5400 | 18 | 0.61 | 11.0 |
Voor het bestudeerde gedeelte I-L is het lineaire drukverlies 0,61 Pa/m
6. Het netwerk balanceren
Het balanceren van het netwerk houdt in dat aan elk traject (van de ventilator tot de toevoeropening) hetzelfde drukverlies wordt toegeschreven. Dit drukverlies komt overeen met het eerder bepaalde maximale drukverlies. Het balanceren van het netwerk is bedoeld om de onderlinge interactie tussen de takken van het netwerk te vermijden en de gewenste debieten en luchtsnelheid aan de uitgang van de openingen te garanderen. Een niet-gebalanceerd netwerk kan akoestische hinder veroorzaken.
Er zijn meerdere manieren om het netwerk te balanceren:
- Bepaalde dimensioneringsparameters (ventilatietracé, vorm en diameter van de leidingen, luchtsnelheid, etc.) bijstellen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de diameter van bepaalde leidingen te verminderen, zolang de maximumsnelheid niet wordt bereikt.
- Bepaalde accessoires (openingen, geluiddempers, collectoren, filters, etc.) wijzigen.
- Regelingsmechanismen installeren (manueel of motorgestuurd luchtregister).