Terug naar

Welk type isolatiemateriaal voor welke toepassing?

Isolatiematerialen zijn onder verschillende vormen op de markt beschikbaar: in bulk, in rollen (soepele materialen), in panelen (halfharde of harde materialen) of gebruiksklaar om te worden gespoten. Afhankelijk van het bouwelement waarin het isolatiemateriaal zal worden geïntegreerd en zijn relatieve positie in dat bouwelement, kan hetzelfde materiaal onder een bepaalde vorm aanbevolen zijn, terwijl het in andere omstandigheden afgeraden wordt.

De onderstaande richtlijnen bij de keuze bieden een eerste overzicht volgens toepassing en per vorm waaronder de isolatiematerialen worden verkocht. De specifieke plaatsing per vorm en per materiaal wordt uitgewerkt onder de voorzieningen, die u verder in deze dossier vindt. We raden u aan om ook de dossier Transmissieverliezen beperken te lezen ter aanvulling. Ze laat u de voor- en nadelen zien van de verschillende posities van de thermische isolatiematerialen in een bouwelement vanuit het perspectief van de energieprestatie.

In het dak

Thermische isolatie van een hellend dak

 

image4.jpeg

Bron: Hellopro

De isolatie van een hellend dak kan langs de binnen- of de buitenzijde gebeuren.

Er bestaat een ruime keuze aan mogelijkheden. Het aanbod bevat soepele, halfharde en harde isolatiematerialen en isolatiematerialen in bulk. Wanneer er een gebinte is en de isolatie tussen de elementen van het gebinte wordt gevoegd, bieden soepele wolsoorten het voordeel dat ze gemakkelijk te hanteren zijn en goed op de structurele elementen aansluiten.

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatiemateriaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
boven de structuur (*) (Sarkingmethode) - - - X -
tussen structurele elementen (*) - X X O -
geïntegreerd in caissons (vulling) X X X - -
Thermische isolatie van een plat dak

 

image9.jpeg

Bron: Low Energ House (offline)

Bij een plat dak wordt de thermische isolatie bij voorkeur geplaatst boven de structuur en onder de dichtingslaag (warm dak) of boven de dichtingslaag en onder de ballast (omgekeerde dakopbouw). Koude daken (waar het isolatiemateriaal aan de onderzijde van de structuur wordt geplaatst) worden sterk afgeraden.

Aangezien het aanbevolen is een plat dak begaanbaar te maken (voor onderhoud of herstellingen), moet de thermische isolatie, wanneer deze boven de structurele elementen wordt geplaatst, aan de vereisten inzake drukweerstand voldoen. De keuze gaat dan naar halfharde of harde materialen.

Wanneer de structuur een geraamte is en de thermische isolatie tussen de elementen van het geraamte wordt gevoegd, zijn soepele isolatiematerialen aangewezen, evenals isolatiematerialen in bulk, die worden ingeblazen of gestort in een gesloten caisson. Het gaat om zogenaamd ‘compacte' daken. Het verschil met koude daken ligt in het feit dat er geen (geventileerde) leemte is tussen de damprem en het isolatiemateriaal. Bij dit daktype kunnen condensatieproblemen optreden in het dakcomplex. Het is dan ook nodig bepaalde voorzorgsmaatregelen te treffen.

(zie Isoproc: principes de la toiture compacte )

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatiemateriaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
boven de structuur (*) - - - X -
tussen structurele elementen (*) X X X O -

Legende:

  • X: aanbevolen
  • O: aanvaardbaar mits enkele voorzorgen
  • - : afgeraden

(*) met ‘structuur' bedoelen we hier de dragende, structurele elementen die het dak vormen

Vloerplaten en vloeren

Thermische isolatie van een vloerplaat/vloer op grond

 

image10.jpeg

Bron:Isolatie Discounter

In een vloerplaatcomplex op volle grond kan de isolatielaag zich onder de vloerplaat, onder de deklaag of boven de deklaag en onder de afwerkingslaag van de vloer (vloerbekleding) bevinden.

Bij het globale energetische ontwerp van het gebouw moet worden nagedacht over de relatieve positie van het thermisch isolatiemateriaal, want deze heeft een grote impact op de inertie van de vloerplaat.

Afhankelijk van de positie van het isolatiemateriaal en van de vraag of bepaalde vereisten, bv. drukweerstand, al dan niet van toepassing zijn, kan de keuze beperkt zijn.

In geval er een vloerverwarmingssysteem is, moet het thermisch isolatiemateriaal zich verplicht onder het niveau van de leidingen bevinden.

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatie materiaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
boven de structuur (*) - - - X O
tussen structurele elementen (*) X X X O -
onder de structuur (*) O - - X O
Thermische isolatie van een vloerplaat of een vloer boven kruipruimte of kelder, of tussen verdiepingen

 

image11.jpeg

Bron: www.directrss.co.il (offline)

Wanneer het een vloerplaat of een vloer betreft die een niet-verwarmde ruimte overdekt (bv. een kelder of een kruipruimte), wordt vanuit het perspectief van de compactheid van het beschermde volume aanbevolen om de thermische isolatie zo dicht mogelijk bij het structurele elementen aan te brengen (aan de onderzijde of tussen de structurele elementen, in het geval van een geraamtestructuur).

Het is ook mogelijk de grond van de niet-verwarmde ruimte te isoleren. Als het een ruimte is die, al is het maar nu en dan, wordt bezocht, dan moet het thermisch isolatiemateriaal hetzij voldoende weerstand tegen de veroorzaakte druk bieden, hetzij in een structuur geïntegreerd zijn, zodat de niet-verwarmde ruimte begaanbaar is (bv. structuur met vloerbalken en OSB-panelen). Wanneer het een kruipruimte betreft, kan de thermische isolatie worden uitgevoerd door projectie of door storten van het thermisch isolatiemateriaal.

Voor vloerplaten en vloeren tussen verdiepingen kan de isolatie onder de structuur, tussen structurele elementen (in het geval van een geraamte) of op de structuur worden uitgevoerd. In dit laatste geval moet rekening worden gehouden met de vereisten inzake drukweerstand.

In geval er een vloerverwarmingssysteem is, dan moet het thermisch isolatiemateriaal zich verplicht onder het niveau van de leidingen bevinden.

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatiemateriaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
boven de structuur (*) - - - X X
tussen structurele elementen (*) X X X O X
onder de structuur (*) X O O X O

Legende:

  • X: aanbevolen
  • O: aanvaardbaar mits enkele voorzorgen
  • - : afgeraden

(*) met ‘structuur' bedoelen we hier de dragende, structurele elementen die de vloerplaat/de vloer vormen

Thermische isolatie van een bovengrondse muur

 

image12.jpeg

Bron: kelbtp.com (offline)

Het keuzeaanbod van isolatiematerialen die kunnen worden gebruikt, hangt sterk af van de keuze van de samenstelling van de gevelelementen, zowel de structuur (zie dossier Duurzame keuze van bouwtechnieken en structuurmaterialen en -elementen ) als de materialen voor gevelbekleding (zie dossier Duurzame keuze van materialen voor gevelbekleding ).

In het geval van geraamtes of elementen, geprefabriceerd in caissons, zijn de samendrukbare materialen (i.e. soepele materialen) en materialen in bulk (te storten of in te blazen) aan te bevelen.

Als de thermische isolatielaag aan de buitenzijde van de structuur wordt aangebracht, zal de keuze beïnvloed worden door de gevelelementen, die de samenstelling van de gevel aan de buitenzijde vervolledigen.

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatiemateriaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
aan buitenzijde - O X X -
in de spouw O O X X -
tussen structurele elementen (*) - X X X -
aan de binnenzijde - X X X X
geïntegreerd in caissons (vulling) X X X - -
Thermische isolatie van een ingegraven muur

 

image13.jpeg

Bron: Livios

De positie van het thermisch isolatiemateriaal is een van de factoren die de materiaalkeuze bepalen.

Als het materiaal wordt aangebracht op de buitenzijde van de te isoleren muur, moet het voldoende weerstand bieden tegen de duwkracht van de aarde. Ook is het nodig dat het een goede weerstand biedt tegen een vochtige omgeving (contact met water).

Wanneer de muur aan de binnenzijde wordt geïsoleerd, hebben de vereisten waarmee rekening moet worden gehouden, in de eerste plaats te maken met de samenstelling van de muur in zijn geheel, met name de risico's op condensatie en de migratie van waterdamp.

Type thermisch isolatiemateriaal
Positie van het isolatiemateriaal in bulk soepel halfhard hard gespoten
aan de buitenzijde O - - X -
aan de binnenzijde O X X X X

Legende:

  • X: aanbevolen
  • O: aanvaardbaar mits enkele voorzorgen
  • - : afgeraden

(*) met "structuur" bedoelen we hier de dragende, structurele elementen die de muur vormen

Bijzonder geval: massieve isolatiematerialen

Kenmerkend voor massieve isolatiematerialen (muren van stroleem, van kalk-hennepbeton enz.) is dat ze geschikt zijn voor heel bijzondere bouwwijzen: bij de toepassing van massieve isolatiematerialen wordt de muur niet opgevat als een opeenvolging van lagen waarbij de isolatie in een specifieke laag wordt uitgevoerd, zoals dat bijvoorbeeld voor een spouwmuur het geval is, maar wordt het isolerend vermogen over de hele dikte van de wand verdeeld. Deze materialen lijden echter onder een hoge thermische resistiviteit, die kan worden gecompenseerd door een gemengd gebruik van massieve isolatiematerialen en lichte isolatiematerialen in een dubbele laag of met een grotere dikte. Ten slotte spelen deze massieve isolatiematerialen geen structurele rol in het gebouw. In het geval van nieuwbouw is het raadzaam te kiezen voor een enkelwandig, dragend bouwsysteem.

Massieve isolatiematerialen van kalk-hennepbeton

 

?Figures  2 et 3 : Isolants massifs en béton chaux – chanvre – Source : http://www.terrevivante.org?

Massieve isolatiematerialen van kalk-hennepbeton

 

?Figures  2 et 3 : Isolants massifs en béton chaux – chanvre – Source : http://www.terrevivante.org?

Massieve isolatiematerialen van kalk-hennepbeton

 

?Nouveau document?

Bron: Terre vivante & IsoHemp

Stroleem en kalk-hennepbeton hebben een vergelijkbare warmtegeleidbaarheid, die wel hoger is dan die van traditionele en ecologische isolatiematerialen en leveren dus 'minder goede prestaties'. Dit tekort wordt deels gecompenseerd door de dikte van het isolatiemateriaal, die meer bedraagt dan bij traditionele technieken. Deze materialen zijn massiever en vertonen dus een hoge thermische inertie. Deze massa zal in zekere mate een compensatie vormen voor hun lagere isolatievermogen. We zouden kunnen zeggen dat ze, in de plaats van slechts een beetje warmte te laten ontsnappen, zoals de traditionele isolatiematerialen, een tamelijk hoge hoeveelheid in hun massa opslaan, vooraleer deze weer deels naar de binnenzijde van het gebouw uit te stralen.

  Samenstelling Totale dikte Prestatie van de wand
Massieve isolerende muur

Hennepblokken 30 cm

+ binnenbepleistering 1 cm
+ buitenbepleistering 2 cm

33 cm U=0,22 W/m²K
Traditionele muur

Zware betonblokken

+ isolatiemateriaal
+ luchtspouw
+ gevelsteen

95 cm U=0,22 W/m²K

Vergelijking tussen een isolerende, massieve muur in hennepbeton en een traditionele muur. De berekening van de coëfficiënt U in hennepbeton gebeurt met een lambdawaarde van 0,071 W/m.K (IsoHemp). Afhankelijk van zijn dichtheid biedt stroleem variabele prestaties, maar ze blijven op het niveau van die van kalk-hennepbeton. Een lambdawaarde van minimum 0.1W/m.K lijkt te kunnen worden gehaald voor een dichtheid van ongeveer 300kg/m³ (Oliva, 2001) .

Bijzonder geval: de dunne isolatiematerialen

Op de bouwmarkt worden isolatieproducten aangeboden die een bijzonder hoge thermische isolatiecapaciteit hebben, hoewel ze dun zijn. Hun warmtegeleiding schommelt gewoonlijk tussen 0,03 en 0,06 W/m.K. Op basis van deze waarde is hun toepassing bij renovatie, rekening houdend met de regelgeving inzake de energieprestatie van de gebouwen, bijzonder interessant.

Deze productcategorie bevat:

  • De aerogels: vaste materialen met een heel lage dichtheid (rond 3 mg/m³), vroeger gebruikt voor de isolatie van satellieten Dit product bestaat voor 99,8% uit lucht, die in minuscule glascellen vervat zit. Aerogel is heel duur, inert, stoot geen VOS uit, is ondoordringbaar en ongevoelig voor water maar dampdoorlatend, brandgevoelig maar stoot onder de 1200°C geen schadelijke gassen uit. Momenteel bestaat er geen enkele evaluatie van de milieu-impact van aerogel.
  • Vacuümisolatiepanelen: deze zijn een vervolg op en resultaat van de denkpiste van de aerogels. Het betreft een volledig lucht- en waterdichte, nanometrische structuur, die het mogelijk maakt een quasi totaal vacuüm te scheppen. Het hart van het isolatiemateriaal kan bestaan uit aerogel, geëxpandeerd polystyreen of polyuret aan. Het ondoordringbare omhulsel bestaat uit een aluminiumfolie op meerdere lagen polymeer. De panelen kunnen niet worden versneden of doorboord, want dit zou hun prestatie tenietdoen. Gezien deze beperking is de toepassing uiterst delicaat. Tot op vandaag werden nog geen tests uitgevoerd in reële toepassingsomstandigheden.
  • Doorschijnende isolatiematerialen: deze bestaan in de vorm van celstructuren op basis van synthetische materialen (polyethyleen, polycarbonaat enz.) of hernieuwbare materialen (recente ontwikkeling, karton en hout). In sommige gevallen worden de holtes met aerogel gevuld. Het gaat om veelbelovende producten, waarvoor het momenteel echter nog niet mogelijk is objectieve en technisch geldige informatie te verstrekken.

Het zijn nieuwe producten, die het resultaat zijn van hoogtechnologisch, maar weinig verspreid onderzoek. Het gebrek aan een externe visie en feedback over ervaringen vormen niet te verwaarlozen aandachtspunten. Bij gebrek aan gefundeerde informatie en bewijskrachtige ervaringen, gaan we in deze dossier niet verder in op deze producten. Deze situatie zou de komende jaren echter kunnen evolueren.