De geometrie van de lokalen optimaliseren
Afhankelijk van de bestemming van het lokaal worden afmetingen aanbevolen die de akoestiek bevorderen. Een regelmatige geometrie kan onaangenaam zijn voor de akoestiek van een lokaal (pingpongeffect met een gevoel van versterking van de geluidsgolven).
Het is onder meer belangrijk dat men de verhoudingen tussen de hoogte, de lengte en de breedte juist kiest en vooral verhoudingen zoals (h, b, l) = (x, nx, nx) met n=1,2,3, ... vermijdt.
Veel wetenschappers hebben de ideale oplossing bestudeerd, met name Louden, die hoogte/lengte/breedteverhoudingen voorstelt, gekoppeld aan kwaliteitsfactoren van 1 tot 20 (1 is de beste akoestische kwaliteit en 20 de slechtste). De tabel hieronder toont de x- en y-factoren waarmee de hoogte van de kamer moet worden vermenigvuldigd om respectievelijk de lengte en breedte te krijgen.
Louden-verhoudingen
Kwaliteit |
Hoogte (Referentiefactor) |
lengte (Factor x) |
breedte (Factor y) |
---|---|---|---|
1 |
1 |
1,9 |
1,4 |
2 |
1 |
1,9 |
1,3 |
3 |
1 |
1,5 |
2,1 |
4 |
1 |
1,5 |
2,2 |
5 |
1 |
1,2 |
1,5 |
6 |
1 |
1,4 |
2,1 |
7 |
1 |
1,1 |
1,4 |
8 |
1 |
1,8 |
1,4 |
9 |
1 |
1,6 |
2,1 |
10 |
1 |
1,2 |
1,4 |
11 |
1 |
1,6 |
1,2 |
12 |
1 |
1,6 |
2,3 |
13 |
1 |
1,6 |
2,2 |
14 |
1 |
1,8 |
1,3 |
15 |
1 |
1,1 |
1,5 |
16 |
1 |
1,6 |
2,4 |
17 |
1 |
1,6 |
1,3 |
18 |
1 |
1,9 |
1,5 |
19 |
1 |
1,1 |
1,6 |
20 |
1 |
1,3 |
1,7 |
Voorbeeld van het gebruik van de Louden-verhoudingen
Om de beste akoestische kwaliteit te verkrijgen (kwaliteit = 1) in een kamer met een hoogte van 2,3 m, beveelt Louden aan:
- een lengte van 4,37 m (2,3 x 1,9)
- een breedte van 3,22 m (2,3 x 1,4)
De nagalm beperken
De nagalm van geluid in een kamer kan de geluidsomgeving oncomfortabel maken. Deze situatie kan worden verbeterd (gecorrigeerd) door de geluidsabsorptie van de muren te verhogen om de nagalmtijd te beperken. Dit is een oppervlakteverschijnsel dat wordt verkregen met materialen met een open structuur die goede absorptiekenmerken hebben, zoals weergegeven door hun geluidsabsorptiecoëfficiënt. Deze coëfficiënt varieert afhankelijk van:
- de frequentie van de geluiden: de waarden, bepaald door laboratoriummetingen, worden gegeven in octaafbanden van 125 Hz tot 4 kHz;
- het type materiaal;
- het type voorzieningen (afmetingen, massa van de elementen, wel of niet geperforeerd, bijkomende absorptiemiddelen);
- de plaatsing;
- de uitvoering;
- enz.
Opmerking: de absorptiecoëfficiënt van Sabine αS, die vaak in productcatalogi wordt vermeld, kan de waarde 1 overschrijden omdat deze anders is gedefinieerd (theoretische vereenvoudigingen). Op basis van deze coëfficiënten in derde-octaafbanden definieert de ISO 11654-norm een unieke indicator: de gewogen akoestische absorptie-index αw, die ook op grote schaal wordt gebruikt in de technische fiches van absorberende materialen en voorzieningen.
Opmerking: Afhankelijk van het doel van het lokaal en om een 'pingpongeffect' te vermijden, moeten de gladde geluidsreflecterende wanden (bv. bepleisterde wanden) en de geluidsabsorberende wanden (bv. een geperforeerde scheidingswand met isolatie) worden aangepast.
Aanpassen aan de frequenties
Afhankelijk van de samenstelling kunnen materialen verschillende vermogens hebben om geluiden te absorberen. Daarom wordt niet noodzakelijkerwijs hetzelfde type materiaal gebruikt, afhankelijk van de geluiden die moeten worden geabsorbeerd:
- hoge frequenties van 1 tot 8 kHz: Bij hoge tonen wordt de akoestische energie geabsorbeerd door wrijving van de poreuze structuur. Mechanische energie wordt omgezet in thermische energie. Men gebruikt liever onbedekte poreuze materialen om het geluid te absorberen;
- middelhoge frequenties van 0,5 tot 1 kHz: Voor geluiden van middelhoge frequentie wordt de absorptie over het algemeen bereikt door resonantie van de lucht in een spouw (Helmholtz-resonator). Er worden geperforeerde materialen gebruikt die afzonderlijke luchtvolumes afsluiten. Elk van deze volumes, in verbinding met de buitenlucht via een opening in een klein kanaal (de hals), fungeert als een massa-veersysteem;
- lage frequenties van 125 tot 500 Hz: Bij lage geluiden wordt de absorptie vaak verkregen door resonantie van panelen die op een bepaalde afstand van het plafond of de wand zijn geplaatst. De akoestische energie doet het paneel resoneren (vibreren) en absorbeert dus energie.
Men kan het volledige geluidsspectrum dekken door in eenzelfde kamer een samenstel van verschillende absorptiesystemen toe te passen:
Opmerking: Om een geluid met frequentie f te absorberen, moet men een laag materiaal aanbrengen met een dikte die ten minste gelijk is aan ¼ van de golflengte. Hoe dikker het materiaal, hoe lager de frequenties die het kan absorberen. Maar geluiden met een zeer hoge golflengte (in de orde van een meter, zoals infrasone geluiden) kunnen moeilijk worden gedempt, omdat men er zeer grote akoestische structuren voor zou nodig hebben.
De dikte van het absorberende materiaal kiezen op basis van de golflengte van het geluid dat moet worden gedempt
Indicator
De indicatoren die voor akoestische correctie worden gebruikt, zijn:
- Aw: Absorptieoppervlakte
- Tnom: Nominale nagalmtijd
Vereisten
Berekening
De nominale nagalmtijd wordt gegeven door het rekenkundig gemiddelde van 3 nagalmtijden berekend bij frequenties van 500, 1000 Hz en 2000 Hz, d.w.z. T500, T1000 en T2000:
Met T500 , T1000 en T2000 berekend met de volgende formules (formule van Sabine):
Meting
De nagalmtijd wordt gemeten in overeenstemming met de norm NBN-EN 13383-3382.