Ontwerpstappen
Zonering van het gebouw
In eerste instantie wordt per verdieping de ruimtelijke inrichting bepaald. Men bekijkt welke functie waar komt en waar er binnenwanden noodzakelijk zijn. De optimale indeling van een verdieping is in de eerste plaats een ontwerptaak van de architect. Maar ook input op basis van dynamische simulaties kan nuttig zijn om te bepalen waar welke functie (kantoor, vergaderzaal, ) wordt ingeplant.
Bepaling noodzaak thermische massa
De mogelijkheid bestaat om in de EPB-software de impact van thermische massa op de performantie van het gebouw in te schatten. De thermische massa zal hier een gunstige invloed hebben op de oververhittingsindicator.
De meest accurate manier om de nood aan thermische inertie te kennen, is via een dynamische simulatie. Hiermee kan het zomercomfort gedetailleerd berekend worden en zijn de effecten van thermische inertie goed zichtbaar. Deze simulatie focust voornamelijk op het beperken van de binnentemperatuur in de zomer. Op basis van deze simulaties zal bepaald worden welke binnenwanden men massief uitvoert of van PCM's voorziet. Zie tool om de thermische energie te beperken.
Bepaling type binnenwand en dimensionering
Wanneer bekend is welke thermische massa vereist wordt van de binnenwanden, kan in detail bekeken worden welke wandopbouw hieraan voldoet.
Voor de dimensionering van de thermische inertie van binnenwanden zijn er geen genormeerde berekeningen voorhanden. De dimensionering gebeurt dan vaak op iteratieve wijze. In de EPB-software voor residentiële projecten, kan de exacte wandsamenstelling niet gevalideerd worden. Voor tertaire projecten kan via een vereenvoudigde of gedetailleerde berekening de wandsamenstelling een impact hebben. Er dient dan wel eerst een aparte berekening gemaakt te worden om de resultaten hiervan in EPB in te geven.
De exacte wandsamenstelling kan dan aan de hand van een dynamische simulatie bepaald worden. In zo'n softwarepakket kan de wand laag per laag worden ingegeven en is het effect er van direct zichtbaar in comfort en energieberekeningen. Ook hier wordt vaak de trial and error methode gebruikt: men kijkt of met een bepaalde wandsamenstelling het vereiste comfort wordt gehaald. Indien dit niet het geval is, wordt de wandsamenstelling gewijzigd tot men gewenste resultaat bereikt. De dynamische simulatie is de meest accurate ontwerptool voor de bepaling van de nodige thermische massa in binnenwanden. Deze finale wandsamenstelling kan dan worden vertaald richting uitvoeringsplannen.
Compatibiliteit van de thermische inertie met andere aspecten
Binnenwanden worden niet geplaatst omwille van hun potentieel aan thermische inertie. De thermische inertie dient eerder als bonus beschouwd te worden voor een element dat omwille van een veelheid aan andere redenen geplaatst wordt. Binnenwanden worden in de eerste plaats voorzien om zones af te bakenen en/of omwille van stabiliteitstechnische redenen.
Daarom is het van primordiaal belang dat de keuze inzake wandsamenstelling die gebaseerd is op thermische inertie compatibel is met volgende zaken :
Akoestiek : Voldoet de wand aan eisen inzake akoestische isolatie en/of demping ?
Flexibiliteit : Dient de wand in de toekomst verplaatst te kunnen worden ?
Stabiliteit : Dient de wand een bovenliggende structuur te dragen ?
Brandweerstand : Voldoet de wand aan de vereist brandweerstand ?
Inbouw wandverwarming : Wordt er wandverwarming toegepast ?
Bestek
In de lastenboeken Bouwtechnisch Bestek Woningbouw van de VMSW (Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) worden de binnenwanden beschreven, hier staat echter geen detail aangaande thermische inertie in aangezien dit afhangt van de gekozen wandsamenstelling.
In deel 5 van het Typebestek Cahier des Charges Type-Bâtiments 2022, samengesteld door Wallonië en partners, vinden we gelijkaardige beschrijvingen terug bij post « 51 Parois légères et finitions des murs intérieurs ».
Voor PCM's zijn er nog geen typebestekken voorhanden. Men kan zich hiervoor best baseren op de informatie van de fabrikanten.
Labellisering/certificering
Er is een veelheid aan labels die men kan terugvinden op elementen van binnenwanden (Benor, ATGE, CE, FSC, etc.)(zie dossiers De levenscyclus van materialen: analyse, informatiebronnen en keuzehulpmiddelen en Duurzame keuze van niet-dragende muren en tussenwanden). Op vlak van thermische massa is er echter geen enkel label of certificaat van toepassing.
