Terug naar

Localisatie keuze

Een oordeelkundige inplanting van een aanpasbaar of aangepast gebouw moet worden bestudeerd in verhouding tot de sociale, economische en vervoersinfrastructuren. Drie criteria zijn doorslaggevend en moeten – vóór de conceptie van het project – het voorwerp zijn van een round-up van de bestaande situatie :

De onmiddellijke omgeving van het gebouw

Het heeft geen zin een aanpasbaar of aangepast gebouw te bouwen indien de externe gemeenschappelijke delen (parking, toegangsweg, …) niet toegankelijk zijn. Het is daarom van essentieel belang dat het bestaan van:

  • Voorbehouden parkeerplaats
  • Toegangsweg, horizontale doorstroming
  • Uitrustingen van de ingang
  • Trap
  • Hoogteverschil met zwakke helling
  • Deuren

De nabijheid van haltes van het openbaar vervoer

Voor bepaalde PBM-categorieën (moeder met kinderwagen, bejaarden, slechtzienden enz.) vormt de mogelijkheid om zich met het openbaar vervoer te verplaatsen een zeer belangrijk aspect voor hun autonomie. De nabijheid van haltes verhoogt het gebruikscomfort voor deze mensen. Dit geldt ook voor rolstoelgebruikers, maar hier moet men zich ervan vergewissen of de vervoermiddelen aangepast zijn (aangepaste signaletiek, bus met hefplatform enz.)

Zie dossier Actieve vervoerswijzen bevorderen.

De nabijheid van lokale activiteiten (economisch, sociaal, cultureel, vereniging, sport, etc.)

Raporteren van de verschillende aspecten die verplaatsingen van beperkt mobiele voetgangers genereren (winkels, diensten, voor gehandicapten voorbehouden parkeerplaatsen, aangepaste bushaltes enz.) is essentieel.

Zie dossier Actieve vervoerswijzen bevorderen.

Laatste herziening op 01/01/2013