
Zo wordt droge lucht van 20 °C met een relatieve vochtigheid van 30% bv. afgekoeld tot 12 °C na het doorkruisen van een waternevel, waarbij de relatieve vochtigheid bovendien toeneemt tot 80%.
Dit principe wordt bij gebouwen toegepast in luchtbehandelingscentrales en koelmachines. In deze voorzieningen focussen we ons uitsluitend op luchtbehandelingscentrales waarbij aangeblazen lucht wordt afgekoeld door de verse lucht (directe adiabatische koeling) of de afvoerlucht (indirecte adiabatische koeling) te bevochtigen.
Ook koelgroepen maken gebruik van het principe van adiabatische koeling:
-
door water te verstuiven over de luchtkoelers heen voor de koelgroepen die lucht als bron gebruiken;
-
door koeltorens te installeren voor de koelgroepen die lucht als bron gebruiken.
Adiabatische koeling van nieuwe lucht
De adiabatische koeling is het meest doeltreffend in de zomer , wanneer het warm en droog weer is. In de meeste Europese landen geldt namelijk: hoe hoger de temperatuur, hoe lager de relatieve luchtvochtigheid. Dat wil zeggen dat hoe meer de temperatuur stijgt, hoe meer water de lucht kan absorberen en hoe groter dus het koelvermogen van diezelfde lucht wordt. Dat betekent ook dat, als er het hele jaar door nood aan koeling is (denk bv. maar aan serverlokalen, ...), dit niet de meest aangewezen technologie is.