Terug naar

Dimensionering : voorbeeld

Het dimensioneren van de grootte en het vermogen van de adiabatische koeling wordt aan een specialist toevertrouwd (studiebureau of fabrikant). In het geval van een indirecte adiabatische koeling betreft het voornamelijk de installatie van een bevochtiger en een warmtewisselaar.

De belangrijkste gegevens die men voor de dimensionering dient te kennen, zijn:

  • de karakteristieken van de lucht die de bevochtiger binnenkomt (temperatuur en relatieve vochtigheid),
  • het ventilatiedebiet,
  • het rendement van de bevochtiger en
  • het rendement van de warmtewisselaar.

Laat ons het voorbeeld (bij statische werking) van een indirecte adiabatische koeling nemen om de bevochtiger te dimensioneren.

Doorgaans heeft de afvoerlucht een temperatuur van 24 °C en een vochtigheidsgraad van 60%.

Voor de lucht die de bevochtiger verlaat, wordt een vochtigheidsgraad van maximum 85% aanbevolen. Afgaande op het psychometrische diagram (zie onderstaande figuur) bevat de inkomende lucht (24 °C, RV 60%) 11,2 g water/kg lucht en is dat voor de uitstromende lucht (RV 85%) 12,5 g water/kg lucht.

Temperatuur van de lucht die uit de bevochtiger stroomt

De temperatuur van de lucht die uit de bevochtiger stroomt, is 20,5 °C. De toegevoegde hoeveelheid water bedraagt bijgevolg 12,5-11,2 ofwel 1,3 g water/kg lucht (0,0013 kg/kg lucht).

Diagram van vochtige lucht - Weergave van het psychometrische diagram voor de adiabatisch gekoelde afvoerlucht© Leefmilieu Brussel

Benodigde dagelijkse hoeveelheid water

Als we uitgaan van bv. een luchtdebiet van de luchtbehandelingscentrale van 9000 m³/u (wat overeenstemt met 250 werknemers), ofwel 10.800 kg/u (de volumemassa van lucht bedraagt 1,2 kg/m³), dan bedraagt het door de bevochtiger te leveren luchtdebiet 0,0013 x 10800 = 14 kg/u, wat overeenstemt met 14 liter water per uur.

Rekening houdend met een rendement van de bevochtiger van 80%, moet de bevochtiger dus 17,5 l/u genereren, of 175 l/dag voor 10 werkingsuren.

Temperatuur van de aangeblazen lucht

Als we uitgaan van een buitentemperatuur van 26 °C, dan wordt de aangeblazen lucht gekoeld tot:

26 – 0,80.(26 – 20,5) = 21,6 °C

rekening houdend met een rendement van de warmtewisselaar van 80%.

Bij het dimensioneren van de ventilator van de luchtbehandelingscentrale zal verder ook het extra drukverlies van het systeem (à rato van 100 à 200 Pa) in aanmerking genomen moeten worden. Het daadwerkelijke drukverlies zal daarbij vooral afhangen van de snelheid waarmee de lucht door het systeem stroomt. Hier geldt: hoe groter de doorsnede van de luchtbehandelingscentrale, hoe meer de luchtsnelheid vertraagd zal kunnen worden, met een beperking van de drukverliezen tot gevolg.

Laatste herziening op 14/07/2016