Terug naar

Aandachtspunten voor het ontwerp

Voorwaarden voor de installatie

De installatie van een adiabatisch koelsysteem gaat niet gepaard met een groot aantal verplichtingen of risico's. Niettemin moet er wel een ventilatiesysteem met warmteterugwinning aanwezig zijn om de indirecte adiabatische koeling te installeren.

Afhankelijk van de configuratie van de luchtbehandelingscentrale kan de bevochtiger stroomop- of stroomafwaarts van de ventilator geplaatst worden. Dat neemt echter niet weg dat de voorkeur gegeven wordt aan een plaatsing stroomafwaarts van de ventilator, kwestie van te vermijden dat de ventilator de gekoelde lucht terug zou opwarmen.

Als er bij een renovatie een aanvullende module als direct adiabatisch koelsysteem wordt toegevoegd, dient men er zich van te vergewissen dat de structuur een bijkomende belasting kan dragen (à rato van 100 kg bij 10.000 m³/u). Bovendien dient men voor de indirecte adiabatische koelsystemen na te gaan of de groep bestand is tegen hogere vochtigheidsgraden ter hoogte van de warmtewisselaar, bv. om roestvorming te vermijden.

En verder zal de uitrusting ook voorzien worden van een leegloopsysteem om bevriezing in de winter te voorkomen.

Combinatie met andere systemen

Voor gebouwen die gebruikmaken van nachtventilatie als passieve koeltechniek (zie voorziening Free-cooling) zou er door de installatie van een adiabatisch koelsysteem 's nachts nog koudere lucht aangeblazen kunnen worden. Door het combineren van beide technieken zou het gebruik van de actieve airconditioning beperkt kunnen worden, terwijl er toch voor een afdoend comfortniveau wordt gezorgd.

Risico op legionella

Net zoals bij de bevochtigingssystemen dient er een bijzondere aandacht uit te gaan naar het risico op legionella en dat des te meer bij de directe koelsystemen. Als de volgende elementen samen aanwezig zijn, komt het immers tot een ongewenste vermeerdering van legionellabacteriën:

  • een watertemperatuur boven 25 °C;
  • een stagnatie van het water;
  • een omgeving die de ontwikkeling van de bacteriën in de hand werkt (kalkafzettingen enz.);
  • een verspreiding van deze bacteriën in de vorm van (inhaleerbare) nevels.

Om het risico op legionella te voorkomen, moeten er dan ook verschillende voorzorgsmaatregelen genomen worden:

  • de installatie van een opslagbak vermijden;
  • de watertoevoer uit de buurt van warmtebronnen (warmwaterbuizen enz.) installeren;
  • systemen gebruiken die voorzien zijn van een automatische lediging (of spoeling);
  • waterbehandeling overwegen (ultraviolet, chloordioxide enz.);
  • zorgen voor een tijdelijke verhoging van de temperatuur binnen in het systeem tot boven 60 °C.
Zie voor meer informatie de voorziening | Legionella

Risico op condensatie

Als de luchtkokers in contact komen met koudere zones kan het tot een condensatierisico komen. Er wordt dan ook aanbevolen om alle luchtleidingen te isoleren in overeenstemming met de EPB-reglementering voor technische installaties bij renovatieprojecten of wanneer de technische installaties aangepast of vervangen worden.

Behandeling van het leidingwater

Bij adiabatische koeling wordt er water verdampt in de afvoerlucht. Afhankelijk van de uitvoering van de warmtewisselaar dient dit water voorbehandeld te worden:

  • Hard water kan zorgen voor kalkafzettingen in de warmtewisselaar. Daarom wordt er altijd aanbevolen om een waterontharder te plaatsen.
  • Bij zeer hard water kunnen bepaalde mineralen het polypropyleen van de warmtewisselaar aantasten. En bij aluminium gecoate warmtewisselaars wordt soms voorgeschreven dat er volledig gedemineraliseerd water gebruikt moet worden door de installatie van een osmosesysteem. Bij polypropyleen warmtewisselaars is een dergelijke maatregel echter doorgaans niet nodig.

De voorbehandeling van het water is een dure zaak en dat des te meer als er een osmosebehandeling voorzien moet worden. Bijgevolg is het aangewezen om de waterbehandeling op te nemen in de berekening van de kosten van de adiabatische koeling over de levensduur van het systeem.

Gebruik van regenwater

Afhankelijk van het type toestel kan er soms gebruikgemaakt worden van gerecupereerd regenwater. Aangezien de pH van regenwater zuurder is dan die van leidingwater, gaat een dergelijk gebruik gepaard met een groter risico op corrosie voor de warmtewisselaars in aluminium.

Het gerecupereerde regenwater zal daarbij opgevangen worden op daken en mag nooit afkomstig zijn van publieke ruimte of wegen. Bovendien zal het gefilterd (zie Hergebruik van hemelwater) en bij voorkeur opgeslagen worden in betonnen reservoirs. Er wordt ook aangeraden om het reservoir in kwestie zodanig te dimensioneren dat vermeden wordt dat te grote volumes gedurende al te lange tijd opgeslagen worden. Zo niet zal er in samenspraak met de fabrikant van het adiabatisch koelsysteem een anti-algenbehandeling voorzien moeten worden. Dit type chemisch additief kan immers de warmteterugwinningsinrichting aantasten, als deze uit aluminium is vervaardigd.

Waterbeheer

Niet al het water dat door de warmtewisselaar of verdampingsinrichting stroomt, verdampt. Het resterende water wordt afgevoerd. Ook dit water kan echter opgevangen en hergebruikt worden. Adiabatische koelsystemen met een geïntegreerde waterhergebruikfunctie verbruiken dan ook 3 tot 4 keer minder water.

Het gebruik van regenwater (zie Gebruik van hemelwater) is een andere optie. Als er met regenwater gewerkt wordt, dan moet wel de impact van deze maatregel op de grootte van het bufferreservoir en op het hele regenwaterrecuperatiesysteem bepaald worden.

Er wordt overigens ook aanbevolen om een adiabatisch koelsysteem te installeren, dat is uitgerust met een waterverbruik- en lekcontrolevoorziening. Een watermeter die op het GBS is aangesloten, is eveneens een mogelijke oplossing. Het systeem moet bovendien van een geluidsalarm voorzien worden om snel te kunnen reageren, als er een waterlek gedetecteerd wordt.

Laatste herziening op 08/12/2022