Terug naar

Aandachtspunten voor het ontwerp en de integratie in het gebouw

➩ De optimale productie- en opslagwijze voor verwarming en sanitair warm water kiezen ➩ Ontwerpen

Weerstand van de dragende structuur

Men moet in alle gevallen de weerstand van de dragende structuur (dak, gevel, terras, ...) tegen de belasting door stormwind of sneeuw nagaan. Als de weerstand van de dragende structuur niet voldoet, is de voordeligste oplossing meestal de installatie van vacuümbuizen met rechtstreekse circulatie, die lichter zijn dan vlakkeplaat collectoren. De meerprijs van vacuümbuizen ligt veel lager dan die van een versterking van de dragende structuur.

Montage en aansluiting van de primaire kring

De onderlinge assemblage van de collectoren en hun aansluiting op de leidingen van de hydraulische kring vereist een aantal koppelingen. Ze zijn gemaakt van koper, roestvrij staal of versterkte kunststof. Ongeacht het montagetype moeten alle collectoren eenzelfde drukverlies hebben en moet de identieke doorstroming van alle collectoren gegarandeerd zijn.

Er zijn twee mogelijkheden - die men kan combineren - voor de aansluiting van de collectoren:

  • montage in serie
  • parallelle montage

Montage in serie: De eerste collector, gevoed door de toevoerleiding (koude retour), voedt de tweede collector die op zijn beurt de derde voedt enzovoort. De laatste collector voedt de uitgaande warme leiding naar het opslagvat.

Seriële aansluiting van zonnecollectoren

image28 (Bron : XPair )

Elke collector wordt rechtstreeks door de koude retour gevoed en voert zijn vloeistof af naar de uitgaande warme leiding. Om een continu en stabiel debiet te verkrijgen, moeten de retour- en uitgaande leidingen een voldoende grote doorsnede hebben en moeten de uitgaande en de retourleidingen ongeveer even lang zijn (principe van de kring van Tichelmann), zodat de drukverliezen in evenwicht blijven.

Parallelle aansluiting van zonnecollectoren

image29 (Bron : XPair )

De verschillende principes voor de aansluiting van de collectoren en hun respectievelijke voor- en nadelen worden gedetailleerd uiteengezet op de website Energie+ .

Montage en aansluiting van de zonnewarmtewisselaar

In een vat met bi-energie verbindt de primaire kring de zonnecollectoren met de zonnewarmtewisselaar in het onderste deel van het vat. De bovenste aansluiting van de zonnewarmtewisselaar moet verbonden zijn met de uitgaande warme leiding van de collector. De onderste aansluiting van de zonnewarmtewisselaar moet verbonden zijn met de koude retourleiding naar de collectoren.

Aansluitschema van de zonnewarmtewisselaar

Aansluitschema van de zonnewarmtewisselaar© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Montage van het opslagvat

In een zonnevat met bi-energie verbindt de kring van de naverwarming de naverwarming met de bovenste warmtewisselaar van het zonnevat. De kring moet zo dicht mogelijk bij de naverwarming geïnstalleerd zijn om de lengte van de leidingen en dus het warmteverlies tussen het opslagvat en de naverwarming te beperken. Dit is immers de kring met de hoogste gemiddelde temperatuur op jaarbasis van het systeem.

De aannemer moet daarom de lengte van de hulpkring beperken en hem perfect isoleren, om het warmteverlies zo klein mogelijk te houden.

Montage en aansluiting van de temperatuursensoren

De correcte installatie van de temperatuursensoren is een volstrekt noodzakelijke voorwaarde voor de goede werking van de zonne-installatie. De sensoren moeten op de daartoe voorziene plaatsen worden aangebracht en moeten goed contact maken met het te meten element. De meeste leveranciers bieden systemen met vooraf gemonteerde sensoren aan (schroefbussen), zodat er weinig gevaar is voor een verkeerde positionering en/of een slecht thermisch contact.

  1. instroom van de warmtewisselaar
  2. temperatuursensor (schroefbus)
  3. uitstroom van de warmtewisselaar

Aansluiting van temperaturesondes

image31 (Bron : Opleiding hernieuwbare energie, 3E)

De thermische isolatie van de leidingen

Alle componenten van de hydraulische kringen moeten thermisch geïsoleerd zijn, behalve wanneer hun functie dat uitsluit (bv. veiligheidsventiel). Als de leidingen niet vooraf geïsoleerd zijn, moet men ze tijdens de montage over hun volledige lengte isoleren en ervoor zorgen dat de isolatie niet wordt onderbroken op de plaatsen waar de leidingen door wanden gaan. Op die manier verkrijgt men een maximale nuttige zonneproductie. Het type isolatiemateriaal hangt af van de verwachte maximale temperatuur in het beschouwde leidingdeel.

Vooraf geïsoleerde zonneleidingen

image32 (Bron: Armacell )

Specifieke voorschriften voor de leidingen van de zonnekring

De leidingen van de zonnekring moeten altijd worden geïsoleerd met een materiaal dat hoge temperaturen (>120°C) verdraagt.

Het isolatiemateriaal van de leidingdelen buiten het gebouw moet met een geprefabriceerd aluminium omhulsel worden beschermd tegen ultraviolette straling, weersinvloeden en aantasting door vogels en knaagdieren.