Terug naar

De toepasselijkheid van de voorzieningen verifiëren

Ontwerp van de installatie

Bij de keuze van het type van de voorzieningen moet men rekening houden met de compatibiliteit met de individuele of collectieve installatie waarin de voorziening zal worden opgenomen. Bepaalde voorzieningen kunnen in een bestaande installatie worden opgenomen, andere alleen in een aangepaste nieuwe installatie.

  • De toevoer- en afvoerleidingen lokaliseren en rekening houden met hun latere toegankelijkheid, opdat occasionele ingrepen niet het geheel van de installatie zouden beïnvloeden.
  • De aftappunten centraliseren ten opzichte van de sanitaire warmwaterbereiders en de plaats van de installaties voor waterrecuperatie (regenwatertanks, systeem voor de recyclage van grijs water): optimale keuze van de positie van de technische lokalen.
  • Zich verzekeren van de benodigde ruimte voor de verschillende uitrustingen (grootteorde) en hun integratie in de technische lokalen:

    • lokalisatie van de watermeters (ze moet voldoen aan de eisen van HYDROBRU) : in de woning moeten de watermeters zich buiten de privédelen (van appartementsgebouwen) bevinden, op een zichtbare plaats die regelmatig door de gebruiker wordt bezocht.
    • voldoende ruimte voorzien :

      • voor de sanitaire toestellen: douches, spoeltafels met 2 wasbakken, drinkfonteintjes, meters, verdeelkleppen, drukbegrenzers enz.
      • voor specifieke uitrustingen : droge toiletten (voorraad koolstofmateriaal, zaagsel), plaats voor de compostbakken (in de technische lokalen of in de omgeving), scheidingstechnieken (centrifugering) enz.
      • voor de uitrustingen voor alternatieve bevoorrading: regenwatertank (plaats voor de tank, nabijheid van een lokaal voor de pompen, filters enz.), recyclage-installatie voor grijs water, enz.
    • potentiële inplanting van regenwatertanks (zie dossier Hergebruik van hemelwater).

      De keuze van de inplanting van een regenwatertank hangt af van :

      • de benodigde ruimte in de bodem of op het perceel: de tank moet toegankelijk zijn voor het onderhoud (mangat van 60X60 cm met erboven een voldoende grote vrije hoogte) ;
      • de nabijheid van een technisch lokaal voor de uitrustingen (pompen, filters enz.) : bepaalde pompen mogen bijvoorbeeld niet verder dan 30 m van de tank verwijderd zijn ;
      • de centralisatie tegenover de aftappunten : de leidingen van het distributienet voor "niet-drinkbaar" water moeten kort zijn;
      • de ligging ten opzichte van de riolering: het niveau van de overlaat van de tank moet hoger zijn dan het laagste punt van de riolering, om geen hefpompen nodig te hebben.

      Men zou de tank boven het laatste aftappunt kunnen plaatsen, dicht bij de opvangoppervlakken, onder het dak. Als ze technisch haalbaar is, beperkt deze oplossing het gebruik van pompen voor de distributie van het water naar de verschillende aftappunten (werking van de installatie met vrij verval) en heeft men een uit technisch en milieuoogpunt zeer interessant systeem.

    • inplanting van de recyclagetechnieken voor grijs water.

      De keuze van de inplanting van de recyclagetechnieken voor grijs water hangt af van :

      • de keuze van de gescheiden afvoernetten ; 
      • de invloed van de positie van de technische kokers: verband tussen de lokalisatie van de technische uitrustingen en de lokalisatie van de afvoerleidingen, bijvoorbeeld de positie van de afvoerleidingen voor grijs water ;
      • de lokalisatie van de aansluitingen op de riolering (positie en niveau), bijvoorbeeld om de aansluiting van de overlaten mogelijk te maken (die altijd nodig zijn als beveiliging) ;
      • de in de technische lokalen beschikbare plafondhoogte. Sommige installaties voor de recyclage van grijs water hebben namelijk een grote vrije hoogte nodig, die niet altijd evident is in de ondergrondse technische lokalen waar men ze kan plaatsen.

        Ter indicatie, Pontos Aquacycle, een systeem van Hansgrohe voor de recyclage van grijs water, heeft een plafondhoogte van 2,1 tot 2,9 m nodig.

  • Zich verzekeren van de afmetingen van de technische kokers (benodigde ruimte voor de netten) voor de installatie van dubbele distributienetten en hun eventuele isolatie (niet-drinkbaar water, water van het distributienet) en drievoudige afvoernetten (grijs water, hemelwater, afvalwater).

    • De keuze van een afvoersysteem voor hemelwater met vrij verval of onder druk zal bijvoorbeeld een invloed hebben op de diameter van de afvoerleidingen en dus op de afmetingen van de kokers, en zal het mogelijk maken het verval van de leidingen te beperken (vergemakkelijkt de inplanting van de regenwatertank) ;
    • De positie van de afvoerleidingen voor hemelwater (binnen of buiten) zal bijvoorbeeld ook een invloed hebben op de lokalisatie van de regenwatertank(s).

Ontwerp van de netten om de waterkwaliteit te garanderen

Materialen

De waterkwaliteit kan worden aangetast als de verschillende componenten of materialen van een sanitaire installatie niet compatibel zijn. Het materiaal mag niet worden beïnvloed door het contact met het water dat het vervoert (aangepaste pH, debiet enz.): risico's van oxidatie en afgifte van deeltjes in het water (zware metalen) voorkomen. Een voorbeeld is de oxidatie van leidingen van weinig stabiel materiaal (zoals niet-inert gegalvaniseerd staal). Dit geldt voor het hergebruik van niet-drinkbaar water, dat meer corrosief kan zijn (hemelwater en na zuivering gerecupereerd water).

Legionella

Bij het ontwerp van de distributienetten voor drinkwater en niet-drinkbaar water moet bovendien elk risico op legionella worden vermeden:

  • dode armen en richtingsveranderingen vermijden;
  • keuze van de materialen;
  • temperatuur van het water.

Daarnaast zijn regelmatige analyses bij de aftappunten nodig om het behoud van de waterkwaliteit tijdens de volledige levensduur van het gebouw te verzekeren:

Zie voor meer informatie de voorziening | Legionella

Kwaliteit van hergebruikt, gerecycleerd water

Het hergebruik van gerecycleerd water vereist een minimale waterkwaliteit na het zuiveringsproces (afhankelijk van zijn bestemming), dus de controle en het behoud van deze kwaliteit.

Gerecupereerd grijs water moet snel na de behandeling (binnen de 24 u ) worden gebruikt, om de ontwikkeling van bacteriën en de aantasting van de kwaliteit te voorkomen.

Zwart water (afkomstig van de toiletten) bevat meer organische stoffen en ziektekiemen, en kan niet voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als grijs water, behalve na zuivering in een systeem dat de bijkomende organische belasting kan behandelen en voldoende garanties biedt voor de eliminatie van de bacteriologische vervuiling.

Het gebruik van gerecupereerd en behandeld grijs water voor het begieten van groenten is niet aanbevolen (gevaar op de aanwezigheid van ziektekiemen).

Rechtstreeks in de opslagtank ingebouwde technieken maken het mogelijk de terugkeer van bacteriën na de zuivering te voorkomen.

Laatste herziening op 08/12/2022