Terug naar

Hoeveelheden evalueren

Om de sorteervoorzieningen te kunnen aanpassen moet men weten welk soort en in welke mate afval wordt geproduceerd, wat van de bestemming van het gebouw (aard van de activiteit) afhankelijk is.

zekere polyvalentie mogelijk te maken, kan men zich voor de dimensionering van het lokaal alleen maar op gemiddelden baseren omdat de afvalstromen van bewoner tot bewoner sterk kunnen verschillen. Voor de verplaatsbare uitrustingen echter is een dimensionering aangewezen op basis van de werkelijke afvalstromen.

Globaal genomen zijn de gegevens niet altijd duidelijk. Daarom is het wenselijk per geval een studie uit te voeren om zo veel mogelijk bij de werkelijke behoeften aan te sluiten.

Basisgegevens voor de dimensionering van vaste uitrustingen

Bij gebrek aan meer nauwkeurige gegevens, kan de volgende informatie als uitgangspunt dienen.

  • In de woningsector: volgens een schatting van de totale hoeveelheid afval dat huis-aan-huis en in de containerparken wordt ingezameld, produceert een persoon gemiddeld 400 kg afval per jaar. (Bronnen: "Minder afval: 100 tips voor een duurzaam verbruik", Leefmilieu Brussel, november 2009).
    Uit de analyse van verschillende wooncomplexen zonder afvalsortering, blijkt dat de afvalophaling tussen 54 en 64 kg/week/woning bereikt, terwijl voor wooncomplexen met afvalsortering dit cijfer slechts 22 kg/week/woning bedraagt.
  • In de tertiaire sector: een voltijds equivalent (VTE) produceert per jaar 150 kg restafval, 10 kg PMD-afval en 80 kg papier/karton. (Bron: Leefmilieu Brussel - Label Ecodynamische onderneming)
    In de kantoren blijft het belangrijkste afval nog steeds papier, van 100 tot 140 kg/persoon/jaar zonder toepassing van preventieve maatregelen, en van 50 tot 70 kg/persoon/jaar met toepassing van maatregelen tegen verspilling.
  • In het onderwijs: hier wordt een verschil gemaakt tussen het algemeen en het technisch en beroepsonderwijs.

    • Het algemeen onderwijs produceert gemiddeld 15 kg restafval/leerling/jaar.
    • Het technisch onderwijs produceert in de werkplaatsen een groter aandeel "bouwafval", "afval met terugnameplicht" of chemisch afval van de laboratoria, enz.
  • In de HORECA-sector: per etablissement wordt gemiddeld 160 kg afval per maand opgehaald. Een groot deel is keukenafval, met 31% dat kan worden gecomposteerd en 29% niet. Met 18% van het totaal vertegenwoordigt glas eveneens een niet onaanzienlijk aandeel.
  • In de handelssector: de grote verscheidenheid van de bedrijfsactiviteiten laat geen waardebepaling toe, zelfs niet bij benadering.
  • In de zorgsector :

    • Ziekenhuizen produceren gemiddeld 10 kg afval van gezondheidszorgen per dag en per bed, waarvan 8 % speciaal afval en de rest niet-speciaal afval.
    • Voor rust- en verpleeghuizen vertegenwoordigt organisch afval 42% en incontinentieafval 39% van het totaal.

Bronnen zie Meer Weten

Verdeling per sector

De hierna vermelde gegevens zijn louter informatief.

image09_nl Bron: Leefmilieu Brussel: "Verslag over de staat van het Brussels leefmilieu 2006: Afval"
image10_nl Bron: Leefmilieu Brussel: "Verslag over de staat van het Brussels leefmilieu 2006: Afval"
image11_nlBron: RDC-Environment voor Leefmilieu Brussel: "Estimation des quantités de déchets non ménagers générés et traités à Bruxelles"
image12_nlBron: RDC-Environment voor Leefmilieu Brussel: "Estimation des quantités de déchets non ménagers générés et traités à Bruxelles"
image13_nlBron: RDC-Environment voor Leefmilieu Brussel: "Estimation des quantités de déchets non ménagers générés et traités à Bruxelles"
image14_nlBron: RDC-Environment voor Leefmilieu Brussel: "Estimation des quantités de déchets non ménagers générés et traités à Bruxelles"
image15_nlBron: RDC-Environment voor Leefmilieu Brussel: "Estimation des quantités de déchets non ménagers générés et traités à Bruxelles"
Laatste herziening op 14/06/2016