Terug naar

Kies thermische of akoestische isolatiematerialen, rekening houdend met de impact op de gezondheid

Isolatiematerialen kunnen de volgende stoffen bevatten:

  • VOS: in bepaalde soorten schuim.
  • Gebromeerde vlamvertragers
  • Minerale of natuurlijke vezels.

In de praktijk

Vermijd PUR (polyurethaan) en PIR (polyisocyanuraat).

Polyurethaan heeft meerdere nadelen voor de gezondheid.

  • Tijdens de levensduur geeft polyurethaan formol af, een stof die irriterend werkt voor de ogen, de luchtwegen en de huid.
  • Bij grote hitte kunnen de brandwerende stoffen die tijdens de productie zijn toegevoegd, giftige gassen afgeven die inwerken op het zenuwstelsel.
  • Bij brand wordt dit materiaal zeer gevaarlijk, want dan komen er isocyanaten, koolmonoxide en blauwzuur vrij. Daarom moet dit materiaal worden gecombineerd met brandwerende materialen of een scherm.

Polyisocyanuraat is een gewijzigde vorm van polyurethaan. De stof wordt als kankerverwekkend beschouwd en kan astmasymptomen veroorzaken.

Er moet dus worden geprobeerd dit type isolatiemateriaal te vervangen door een alternatief:

  • Voor muurisolatie: opgeblazen cellulose of cellulosewol, houtwol, geëxpandeerd perliet, hennep, kokosvezel…
  • Voor vloerisolatie: geëxpandeerd glas, geëxpandeerde klei of kurk, perliet, kokosvezel.

Pas adequate beschermingsmaatregelen toe met het oog op inadembare vezels van vezelachtige isolatiematerialen en vermijd producten die bij verbranding giftige stoffen afgeven. 

Isoleerwol bestaat uit meer of minder lange vezels die met bindmiddelen worden samengehouden:

  • Vezels verkregen door glas- of steenfusie voor minerale wol
  • Vezels op basis van plantaardige grondstoffen, zoals houtvezels.
  • Of vezels van dierlijke herkomst, zoals schaapswol.

Vezelachtige materialen kunnen de luchtwegen irriteren en kunnen zelfs longproblemen veroorzaken als gevolg van de inademing van fijne deeltjes (minder dan 3 micron). Dit fenomeen vormt de basis voor het verbod op asbest. Het doet zich ook voor, zij het in mindere mate, bij wolachtige isolatiematerialen. De mogelijke kankerverwekkende gevolgen van vezels afkomstig van minerale wol zijn op dit moment nog onvoldoende onderzocht (isolatiematerialen van categorie 3 volgens de Europese Richtlijn van 5 december 1997). Houtvezels zijn natuurlijk van herkomst en worden gemakkelijker door het lichaam opgenomen, maar hun formaat kan ze schadelijker maken dan minerale vezels. Ook hier zijn de risico's nog niet voldoende onderzocht. Bij gebrek aan betrouwbare gegevens is het dus aanbevolen om het voorzorgsprincipe te hanteren en adequate beschermingsmaatregelen te gebruiken bij de toepassing van isolatiewol om inademing van vezels te voorkomen. 

Anderzijds vormen ook het bindmiddel en andere additieven zoals vlamvertragers aandachtspunten. Er bestaan synthetische bindmiddelen (bijvoorbeeld op basis van polyester) en bindmiddelen op basis van plantaardige grondstoffen (bijvoorbeeld zetmeel). Bij houtwol wordt ook gebruik gemaakt van ligniet (vochtige houtvezel wordt bij sterke samenpersing een natuurlijk bindmiddel). Natuurlijke warmte-isolatiematerialen kunnen met boorzout brandwerend worden gemaakt. Gebruik van giftige stoffen is niet nodig. Maar het is niet uitgesloten dat houtvezels worden verbonden of zijn behandeld met giftige stoffen.

Isolatiemateriaal staat meestal niet in contact met de omgeving en vormt dus een beperkte bron van vervuiling binnen het gebouw. Toch kan het op lange termijn een impact hebben op de gezondheid (bij slechte luchtdichtheid van de binnenzijde van de bouwmantel). Anderzijds is de keuze van de isolatiematerialen niet zonder gevolgen voor de personen die deze producten aanbrengen.

Bij brand kunnen bepaalde warmte-isolatiematerialen giftige rook afgeven. Dit is vooral een aandachtspunt bij isolatiemateriaal op basis van synthetisch schuim en voor harde isolatiematerialen die met bitumen aan elkaar zijn verbonden. Het verdient dus de voorkeur producten te gebruiken die geen giftige rook afgeven bij verbranding.

> Dossiers Duurzame keuze van thermische isolatiematerialen en Transmissieverliezen beperken