Terug naar

Doelstellingen

Richtwaarden van WGO

De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) heeft een reeks richtwaarden uitgevaardigd die de wereldwijde bescherming van de volksgezondheid beogen om elk ongunstig geluidseffect uit te sluiten. Bij het opstellen van deze waarden werd rekening gehouden met alle negatieve effecten van geluid op de volksgezondheid die de literatuur identificeert en die experts erkennen.

Akoestische waarden, aangeboden door de WGO

Akoestische waarden Plaats Periode
Overdag/'s Avonds Nacht
Gidswaarde - LAeq

Buiten

Residentiële zone

50 dB(A) (16h) 40 dB(A) (8h)
Intermediaire waarde op korte termijn* - LAeq   55 dB(A) (8h)
Maximale evenementiële waarde - Lmax    
Gidswaarde - LAeq

Buiten

School, speeltuinen

50 dB(A)  
Maximale evenementiële waarde - Lmax (tijdens het spelen)  
Gidswaarde - LAeq

Buiten

Industriezone

70 dB(A) (16h) 70 dB(A) (8h)
Maximale evenementiële waarde - Lmax 110 dB(A) 110 dB(A)
Gidswaarde - LAeq

Buiten

Plechtigheden, festivals

100 dB(A) (4h)  
Maximale evenementiële waarde - Lmax 110 dB(A)  
Gidswaarde - LAeq

Buiten

Zone voor natuurbehoud, parken

Zo laag mogelijk

50 dB(A) (16h)

Zo laag mogelijk

40 dB(A) (8h)

Maximale evenementiële waarde - Lmax    
Gidswaarde - LAeq

Buiten en binnen

Lezingen en openbare debatten

85 dB(A) (1h)  
Maximale evenementiële waarde - Lmax 110 dB(A)  
Gidswaarde - LAeq

Binnen

Rustruimte / kamer

35 dB(A) (16h) 30 dB(A) (8h)
Maximale evenementiële waarde - Lmax   45 dB(A)
Gidswaarde - LAeq

Binnen

Studielokaal

35 dB(A) (16h)  
Maximale evenementiële waarde - Lmax    
Gidswaarde - LAeq

Binnen

Ziekenhuis, kamer, verzorgingsruimte

30 dB(A) (16h) 30 dB(A) (8h)
Maximale evenementiële waarde - Lmax   40 dB(A)
Gidswaarde - LAeq

Binnen

Industriële ruimte

70 dB(A) (16h) 70 dB(A) (8h)
Maximale evenementiële waarde - Lmax 110 dB(A) 110 dB(A)
* de Intermediaire waarde op korte termijn garandeert niet de bescherming van de gezondheid van kwetsbare populaties (vooral kinderen, zieken en bejaarden)

Bron: gebaseerd op ‘Guidelines for community noise' (WGO 1999) en ‘Night noise guidelines for Europe' (WGO 2009)

Deze waarden zijn extreem ambitieus en moeilijk haalbaar in een stedelijke context. Zonder een strikte naleving van deze 'ideale' waarden te willen nastreven, worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toch diverse acties opgezet om de Brusselaars een goede bescherming tegen lawaai te garanderen.

Op basis van wetgevingen (ordonnantie en uitvoeringsbesluiten) werden voor diverse bronnen van geluidshinder drempelwaarden gedefinieerd (geluidsniveaus vanaf waar de akoestische situatie van de residentiële populaties zorgwekkend wordt geacht) en ook limietwaarden (met een dwingend karakter). Deze gelden voor specifieke situaties en de naleving ervan kan gecontroleerd worden.

Er werden ook conventies opgesteld tussen verschillende betrokkenen (meer bepaald MIVB en NMBS). Het doel hiervan is richtwaarden voor te stellen als doelstelling voor de langere termijn.

Reglementaire basis en goede praktijk ★

Naleving van de wetgeving op ingedeelde inrichtingen en buurtlawaai evenals eventuele specifieke voorwaarden, gedefinieerd in de milieuvergunning (ingeval het project dergelijke vergunning nodig heeft).

  • De limietwaarden die gelden voor het geluid van ingedeelde inrichtingen , gedefinieerd in het besluit van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluidshinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen. Deze waarden corresponderen met de geluidsniveaus van een inrichting, aan de buitenkant gemeten.

  • De waarden in het besluit vormen een maximum en moeten altijd gerespecteerd worden. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het project behoudt de administratie (Leefmilieu Brussel) echter de mogelijkheid om op het niveau van milieuvergunningen strengere voorwaarden vast te leggen voor geluid of trillingen.

  • Een voorbeeld: krachtens het hoger geciteerde besluit mag het specifieke geluidsniveau van een ventilatiegroep op het dak in een residentiële zone (zone 1 in het GBP) in de week (periode A) tussen 7 en 19 u. niet hoger zijn 42 dB(A).

  • De limietwaarden die gelden voor het geluid van de buurt, gedefinieerd in het besluit van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen buurtlawaai. Het onderscheidt het lawaai dat buiten het gebouw wordt gemeten (behalve ingedeelde inrichtingen) van lawaai dat binnen de gebouwen wordt gemeten (gebeurtenissen)

    De specifieke niveauoverschrijding door hoger genoemde ventilatiegroep mag in een woonruimte niet meer dan 6 dB(A) zijn tegenover het omgevingsgeluid in diezelfde woonruimte (namelijk met de ventilatiegroep uitgeschakeld). Dit betreft de periode van 7 tot 19 u. in de week (periode A). Andere periodes worden ook gedefinieerd met hun eigen vereiste.

  • De referentiewaarden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Brussels Gewest heeft in zijn Geluidsplan ook interventiedrempels gedefinieerd voor de globale geluidsniveaus (alle bronnen door elkaar): vanaf deze drempels wordt de akoestische situatie van residentiële populaties absoluut onaanvaardbaar beschouwd en is een interventie van de overheid nodig. Ze worden uitgedrukt conform de indicatoren en uurperiodes van Europese Richtlijn 2002/49/CE.

Aanbevolen minimum ★★

Daarnaast ook naleving van de referentiewaarden van het Brussels Gewest voor hinder door de mobiliteit die het nieuwe project genereert, die niet wordt gedekt door de besluiten op de ingedeelde inrichtingen en het buurtlawaai.

De kans grijpen die het project biedt om een eventuele akoestische zwarte vlek op wijkniveau op te lossen of minstens te verzachten.

Optimaal ★★★

Intern akoestisch comfort combineren met minimalisering van de impact van het projet op het akoestisch comfort van de wijk (voir Dossier | Het akoestisch comfort van gebouwen verzekeren).

Laatste herziening op 01/01/2013