Terug naar

Definitie van de behoeften

Definitie van de ventilatiebehoeften

Ademcmfort en energiebesparing met elkaar verzoenen

Een groot ventilatiedebiet is dus goed voor het comfort. Maar een verhoging van het debiet verse lucht brengt een verhoging van het directe (ventilatoren) en indirecte energieverbruik (verwarming van de verse lucht) met zich mee.

Er moet dus voor worden gezorgd dat de ventilatiedebieten niet te groot uitvallen als gevolg van onredelijke comfortdoelstellingen.

Voorbeeld van een crèche : ventilatie met systeem D – Primaire energieverbruikBron: MATRIciel © Leefmilieu Brussel

Twee beoogde dimensioneringen: 760m³/u met pulsie/extractie en 550 m³/u, d.w.z. een vermindering met 28%.

De debietbeperking maakt een besparing van 8,6 kWhprim/m² mogelijk. Deze besparing is even groot als de helft van het elektriciteitsverbruik van een gemiddeld gezin of de productie van 13 m² fotovoltaïsche panelen met een ideale ligging op het zuiden.

Minimumdebieten voor woningen

Voor nieuwe woningen verwijst de EPB-regelgeving naar de norm NBND50-001 voor de bepaling van de na te leven minimumdebieten voor de dimensionering van het hygiënische ventilatiesysteem :

Aanvoerdebiet volgens NBN D50-001

Lokaal

Nominaal debiet

Het debiet mag worden beperkt totNatuurlijke toevoer max. (A, C)
Algemene regelMinimaal debiet
Woonkamer3,6 m³/u/m²75 m³/u150 m³/u2 x nominaal
Slaapkamers
Studiekamers
Hobbyruimten
25 m³/u72 m³/u
(Annex VI)

Afvoerdebiet volgens NBN D50-001

Lokaal

Nominaal debiet

Het debiet mag worden beperkt tot
Algemene regelMinimaal debiet
Gesloten keuken
Badkamer
Washok
3,6 m³/u/m²50 m³/u75 m³/u
Open keuken75 m³/u
WC-25 m³/u-

Minimumdebieten in de tertiaire sector

Voor de tertiaire sector verwijst de EPB-regelgeving naar de norm NBN EN 13779 voor de bepaling van de na te leven minimumdebieten voor de dimensionering van het hygiënische ventilatiesysteem.

De minimumventilatiedebieten voor vertrekken die door personen worden gebruikt, worden als volgt berekend:

  • Op basis van de vloeroppervlakte en een minimumbezetting zoals gedefinieerd in bijlage VII van het besluit van de EPB-regelgeving
  • Voor een binnenluchtkwaliteitscategorie van INT 3 of minder

Na te leven debiet voor verse lucht in functie van de na te leven binnenluchtkwaliteit volgens de Europese norm EN 13779

Luchtkwaliteitscategorie Debiet verse lucht
(voor vertrekken zonder rokers)
Uitstekende binnenluchtkwaliteit INT 1> 54 [m³/u.pers.]
Gemiddelde binnenluchtkwaliteit INT 236 [m³/u.pers.]
Matige binnenluchtkwaliteit INT 322 [m³/u.pers.]
Lage binnenluchtkwaliteit INT 4 (*)< 22 [m³/u.pers.]

Ventilation for buildings - Performance requirements for ventilation and airconditioning systems, Technische commissie CEN/TC 156, 1999

Let op: De lage luchtkwaliteit (INT 4) is opgenomen in de norm, maar IS NIET IN OVEREENSTEMMING met de geldende EPB-regelgeving.

Toe te passen minimumwaarden voor het bepalen van de bezetting, zodat het minimale ontwerpdebiet kan worden bepaald voor vertrekken voor gebruik door personen

Vertrekken Vloeroppervlakte per persoon [m²/persoon]
Horeca
Restaurant1.5
Slaapkamer in hotel10
Slaapzaal in vakantiecentrum5
Vergaderzaal, ontmoetingsruimte, polyvalente ruimte2
Kantoorgebouwen
Kantoren15
Vergaderzalen, ontvangstruimten3.5
Loketzalen20
Bibliotheek10
Detailhandel
Supermarkt, grote winkel10
Winkel, verkoopruimte7
Winkelcentrum2.5
Onderwijsinstellingen
Leslokaal4
Polyvalente zaal1
Sportzaal, gymnastiekzaal3.5
Kleedkamers2
Medische verzorging
Gemeenschappelijke zaal4
Behandel- en onderzoeksruimte7

Uittreksel uit tabel 1 van bijlage VII van het besluit Vereisten van de EPB-regelgeving, angenomen op 21 december 2007 (Belgisch Staatsblad van 5 februari 2008)

De vertrekken waar de werknemers worden ondergebracht, dienen bovendien te voldoen aan het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), dat een aanvoer van verse lucht en een afvoer van oude lucht van 30 m³/u per aanwezige werknemer vereist (met een minimumvolume van het lokaal van 10 m³ per persoon).

Zo wordt voor een kantoor van 30 m² voor twee personen het volgende ventilatiedebiet voorzien,

Rekenvoorbeeld voor de dimensionering van het luchtdebiet voor een kantoor van 30 m²

Luchtkwaliteitscategorie Minimumdebiet verse lucht volgensMinimaal ontwerpluchtdebiet
de norm NBN EN 13779het ARAB
INT 1 - Uitstekende binnenluchtkwaliteit > 108 [m³/u]60 [m³/u]> 108 [m³/u.pers.]
INT 2 – Gemiddelde binnenluchtkwaliteit 72 [m³/u]60 [m³/u]72 [m³/u.pers.]
INT 3 – Matige binnenluchtkwaliteit 44 [m³/u]60 [m³/u]60 [m³/u.pers.]

Bron: MATRIciel

Het ventilatiedebiet voor sanitaire ruimten moet volgens de EPB-regelgeving minstens 25 m³/u zijn per toilet (urinoirs inbegrepen) en 50 m³/u per douche.

Definitie van de doelstelling in termen van de beheersing van de relatieve luchtvochtigheidsgraad

Een optimaal comfort betekent bevochtigings- en vochtonttrekkingssystemen om een relatieve luchtvochtigheid van 40% tot 65% te behalen. Dit comfortniveau kost echter bijzonder veel energie.

Voorbeeld: Energiebehoefte voor de verwarming en bevochtiging van een operatiezaal

Operatiezaal van 50m² (150 m³) met een ventilatiedebiet van 4.500 m³/u (30 verversingen/u).

Er worden 3 regelmethodes voor de vochtigheid vergeleken:

  • Een vaste streefvochtigheidsgraad van 50%
  • Een zwevende relatieve vochtigheidsgraad van 45 tot 65%
  • Een zwevende relatieve vochtigheidsgraad van 40 tot 70%

Voorbeeld – Energiebehoefte voor de verwarming en bevochtiging van een operatiezaal [kWh/jaar]

Streefvochtigheidsgraad
Vast : 50%Vast : 50%Vast : 50%
Luchtverwarming [kWh/jaar]27 55125 59922 841
Verwarming van het vertrek [kWh/jaar]03 9306 708
Bevochtiging [kWh/jaar]15 10610 6426 958
Totaal [kWh/jaar] 42 65740 17136 507
Relatieve besparing op de bevochtiging 30%54 %
Relatieve besparing op de totale behoefte 6 %14 %

Bron: Energie+

Voorbeeld van een operatiezaal : behoefte voor de verwarming en bevochtigingBron: Energie+ © Leefmilieu Brussel

Voorbeeld – Energiebehoefte voor de koeling en vochtonttrekking van een operatiezaal [kWh/jaar]

Streefvochtigheidsgraad
Vast : 50%Vast : 50%Vast : 50%
Koeling en vochtonttrekking [kWh/jaar]13 9594 1063 400
Naverwarming [kWh/jaar]8 463621217
Bevochtiging [kWh/jaar]3349113
Totaal [kWh/jaar] 22 7564 8183 630
Relatieve besparing  79 %84 %

Bron: Energie+

Voorbeeld van een operatiezaal : behoefte voor de koeling en vochtonttrekkingBron: Energie+ © Leefmilieu Brussel

Een individu voelt weinig verschil tussen een relatieve vochtigheid van 40% of 60% in het kantoor. Pas beneden 30% RL of boven 70% RL treedt werkelijk ongemak op.

Er moet dus goed worden overwogen of het noodzakelijk is om de lucht te bevochtigen en/of ontvochtigen; deze voorziening moet worden weggelaten indien ze niet absoluut onmisbaar is (voorbeeld: specifieke gevallen zoals musea, gezondheidsinstellingen, etc.).

Indien vochtigheidsregeling wordt toegepast, moet een zo breed mogelijke streefvochtigheid worden gehanteerd (bijvoorbeeld 30% - 70% in plaats van 40% - 65%).