Terug naar

Normen

Om de juiste vloerbekleding op de juiste plaats aan te brengen, bestaan er twee classificatiesystemen. De UPEC-norm en de PEI-norm

De PEI-norm

Dit is een Europese norm, uitgegeven door het Porcelain Email Institute, die specifiek over geglazuurde keramiek gaat. De verschillende niveaus zijn opgesteld in functie van de duurzaamheid, de slijtageweerstand en de weerstand tegen indrukken:

  • PEI I: ruimtes met heel weinig beloop – en dus heel weinig slijtage – type badkamer. Alleen geschikt voor de muren
  • PEI II: ruimtes met weinig beloop, zoals slaapkamers zonder rechtstreekse toegang van buiten Kan op de muren of op weinig belopen vloeren worden geplaatst
  • PEI III: matig beloop, zoals in een inkomhal, een gang…
  • PEI IV: intenser beloop, bijvoorbeeld in een keuken Heel goede weerstand, tegels van hoge kwaliteit 
  • PEI V: intens gebruik, eerder bestemd voor publieke ruimtes Uitzonderlijke weerstand

De UPEC-norm

Deze norm wordt meer gebruikt. Hij houdt rekening met vier criteria: slijtage, indrukken, waterbestendigheid en gevoeligheid voor chemische stoffen. Bij het testen van een tegel wordt aan elke letter een cijfer toegekend (bijvoorbeeld U3 P3 E2 C2): hoe hoger dit cijfer, hoe beter de tegel tegen het betreffende criterium bestand is.

Vuurbestendigheid

Er werd een bijna identieke classificatie opgesteld voor de vuurbestendigheid.

  • A0 of M0 = niet brandbaar
  • A1 of M1 = niet ontvlambaar
  • A2 of M2 = moeilijk ontvlambaar
  • A3 of M3 = normaal ontvlambaar
  • A4 of M4 = gemakkelijk ontvlambaar
  • A5 of M5 = erg ontvlambaar
  • De Belgische wetgeving eist een klasse A2 voor de vloerbekleding op trappen binnenshuis, ontsnappingswegen, liftkooien en particuliere keukens in hoge gebouwen.
  • Niveau A3 is verplicht voor theater-, spel-, tentoonstellings- en conferentiezalen, maar ook voor bars, cafés en restaurants.

KB 12/07/2012 (BS 21/09/2012): Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen en hun componenten moeten voldoen.

De nieuwe Europese classificatie, gebaseerd op 3 brandscenario's (of 3 niveaus van thermische aanval) en vijf proefmethodes, onderscheidt zeven hoofdklassen volgens NBN EN 13501-1:

  • klassen A1 en A2 voor de onbrandbare producten of producten met heel beperkte verbranding,
  • klassen B, C, D en E voor de brandbare producten,
  • klasse F voor de niet-geklasseerde producten of producten die faalden bij de minst strenge proef.

Naast deze 7 hoofdklassen zijn enkele bijkomende klasseringen gedefinieerd ter indicatie van volgende aspecten:

  • De rookontwikkeling (s-klasse) van vloerbekleding (s1 en s2) en andere bouwmaterialen (s1, s2 en s3). Index s1 staat voor een beperkte rookontwikkeling en s3 voor een onbeperkte rookontwikkeling.
  • De vorming van brandende druppels en deeltjes (d-klasse) voor alle bouwmaterialen(d0, d1 et d2), behalve vloerbekleding. Index d0 betekent dat er geen druppels worden gevormd, terwijl voor klasse d2 een onbeperkte druppelvorming optreedt.

Een belangrijke wijziging is de noodzakelijke karakterisering van de eindgebruiker van het gebouw voor de bepaling van de vereiste brandreactie van de gebruikte bouwmaterialen:

  • Type 1: niet-zelfredzame bezetters(1)
  • Type 2: zelfredzame(2) en slapende(3) bezetters
  • Type 3: zelfredzame(2) en wakende(4) bezetters

(1) Niet zelfredzaam: fysisch en/of psychisch niet in de mogelijkheid zich onmiddellijk in veiligheid te brengen zonder fysieke hulp van derden

*Toelichtende nota: "De niet-zelfredzaamheid mag niet worden verward met de beperkte mobiliteit van personen"... ..." Algemeen kunnen niet-zelfredzame personen verwacht worden in gevangenissen, gesloten centra, verpleegeenheden van ziekenhuizen, revalidatiecentra en rust- en verzorgingstehuizen, dementenafdelingen van rustoorden en de afdeling voor baby's en kruipers in de kinderdagverblijven."

(2) Zelfredzaam: met fysisch en/of psychische mogelijkheid om zichzelf onmiddellijk in veiligheid te brengen zonder fysieke hulp van derden.

(3) Slapend: niet in staat een begin van brand of een alarm onmiddellijk op te merken of gepast te reageren.

(4) Wakend: in staat om een begin van brand of een alarm onmiddellijk op te merken en gepast te reageren.

De eisen die gelden voor de brandreactie van gebruikte bouwmaterialen zijn in onderstaande tabellen weergegeven:

Ruimtes met verhoogd brandrisico ingevolge het gebruik

image19.jpeg

Ruimtes

image20.jpeg

Vereisten inzake brandreactie voor evacuatiewegen en trappenhuizen

image21.jpegBron: WTCB

De R-norm

Deze norm betreft in het bijzonder de gladheid van tegels indien belopen met schoenen aan.

Er zijn 2 classificaties:

  • van A tot C: voor blootsvoets belopen van een vochtige vloer, bijvoorbeeld rond een zwembad of in een badkamer; A: de grip is matig, B: hij is normaal en C: hij is heel goed.
  • van R9 tot R13: voor met schoenen belopen van een vochtige vloer, bijvoorbeeld een terras;
  • in beide gevallen gaat de classificatie van de minste tot de hoogste grip.
  • Tegels van klasse R9 bieden een matig gripniveau en zullen eerder worden gebruikt voor een overdekt terras. Tegels van klasse R10 hebben een normaal niveau.
  • Tegels van klasse R10 of hoger bieden een heel hoog gripniveau.
  • Gewoonlijk gaat de classificatie van tegels, bestemd voor het grote publiek, tot R11. Antisliptegels van het type R12 en R13 zijn eerder voor industriële ruimtes bestemd.

Lijmen – De norm NBN EN 14041:2004

Het lijmtype en de lijmhoeveelheid die gehanteerd worden bij de laboratoriumproeven dienen, in de mate van het mogelijke, te beantwoorden aan de voorziene eindtoepassingsvoorwaarden. De norm NBN EN 14041:2004, die verwijst naar de proefnorm NBN EN 9239-1, bepaalt dat de proefresultaten van verlijmde proefstukken enkel gelden voor de aan de proef onderworpen vloerbekleding en het hierbij gebruikte lijmtype (of lijmen van hetzelfde generische type). Indien de proefstukken getest worden zonder lijm gelden de resultaten zowel voor de beproefde vloerbekleding met als zonder lijm.

Wanneer de ontwerper voor gelaagd parket kiest, moet dit verplicht E1-gecertificeerd zijn volgens de norm NBN EN 120, om de uitstoot van formaldehyde te beperken.