Terug naar

Toepasbaarheid

Nieuwbouf of renovatie

Bij een nieuwbouw kan de techniek van de dakisolatie langs buiten altijd worden toegepast. Ze maakt het tevens mogelijk om op eenvoudige wijze dakoverstekken te creëren die gebruikt kunnen worden om de gevel te beschermen tegen slecht weer, in het bijzonder als die ook langs buiten geïsoleerd is.

Dakoverstek ter bescherming van de gevelisolatie langs buiten

 

image6

Thermische isolatie langs de buitenkant voor hellende daken Vlakke isolatie
Bevestiging op permanente ondergrond

(Bron: Recticel)

Bij een renovatie hangt het eventuele gebruik van deze techniek hoofdzakelijk af van de mogelijkheid om de hoogte van het bestaande dak al dan niet nog te verhogen (gemene muren, reglementering, ...). Als een dergelijke verhoging mogelijk is, vormt deze techniek zeer vaak een optie, mits eventuele herstel- of verstevigingswerken aan de bestaande structuur.

Kan ik mijn bestaand dak langs buiten isoleren? Beslissingsboom

 

arbre1*de bestaande structuur moet het extra gewicht van het geplaatste isolatiemateriaal kunnen dragen. Over het algemeen kunnen bestaande structuren in goede staat dit extra gewicht probleemloos aan. Bij twijfel moet een stabiliteitsonderzoek worden uitgevoerd.

De eerste vraag die men zich moet stellen om te weten of een isolatie van het sarkingtype mogelijk is, is of men het buiten uitzicht van het gebouw (restauratie) wil behouden of niet. Als het uitzicht niet gewijzigd mag worden, is een dakisolatie langs buiten niet aangewezen vermits ze de hoogte van de constructie wijzigt.

Het is overigens van het grootste belang dat bij de bevoegde dienst ter zake (gemeente, stedenbouw, etc.) wordt nagegaan of een verhoging van het dak aanvaard wordt en tot op welke hoogte.

Als de bestaande dragende structuur in goede staat is en het extra gewicht van het isolatiemateriaal kan dragen, is een dakisolatie langs buiten mogelijk.

Welke elementen van mijn bestaand dak behouden? Beslissingsboom

 

arbre2

We merken op dat een hygrothermische studie (Glasermethode, dynamische studie, ...) ten zeerste aanbevolen wordt wanneer elementen van een bestaand dak behouden worden.

Glasermethode (aan- en afwezigheid van condensatie)

image7© Architecture et Climat - LOCI – UCL
image8© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Een studie aan de hand van de Glasermethode neemt over het algemeen redelijk wat tijd in beslag, maar u kan er zich op die manier wel van verzekeren dat de nieuwe samenstelling van het dak niet tot condensatieproblemen zal leiden.

Het is belangrijk op te merken dat als de dakisolatie deel uitmaakt van een globaal renovatieproject, de verbinding tussen dak en gevels veel eenvoudiger verloopt als ook die laatste langs buiten geïsoleerd worden. In het andere geval ontstaat een complexe bouwknoop die opgelost moet worden.

Specifieke kenmerken van de voorziening al naargelang de aard van de werken

Nieuwbouw

Geen specifieke kenmerken. Zoals bij elk project moet er evenwel bijzondere aandacht worden besteed aan de behandeling van de verbindingen aansluitingen (dak/muren, dak/ramen, ...). Als de verticale wanden langs buiten en niet langs binnen geïsoleerd zijn, wordt de verbinding aansluiting met het langs buiten geïsoleerde dak eenvoudiger.

Renovatie

Een specificiteit van renovaties is het risico op condensatie binnenin de nieuwe wand.

  • In de good practices betreffende bouwwerken wordt altijd geadviseerd een eventuele dampwerende of -remmende laag aan te brengen aan de warme zijde van het isolatiemateriaal . Bij een renovatie aan de hand van het sarkingprincipe "is echter gebleken dat het tevens mogelijk is een bijkomende isolatielaag langs binnen te voorzien, voor zover deze minstens 1,5 keer dunner is dan de bovenliggende isolatielaag ( uit hetzelfde materiaal )" (WTCB).
    Op die manier vermijdt men elk risico op interne condensatie.

Behoud van isolatie onder een dampwerende laag

 

image9 (Bron: WTCB 2014)
  • Het behoud van de bestaande elementen van een dak moet idealiter gevalideerd worden aan de hand van een studie betreffende het hygrometrische gedrag om de risico's op interne condensatie binnenin de wand te kunnen beoordelen. Op het internet vindt u hulpmiddelen in Excel- of andere formaten; we vermelden met name de tool ConnecTool , die gratis gedownload kan worden op de site van het Passiefhuis-Platform. U vindt er een tab ('condensatie') waarmee u een model kunt opstellen van het hygrometrische gedrag van een wand aan de hand van de Glasermethode.

Het volstaat daarbij de verschillende lagen van de te analyseren wand in op te geven, samen met hun kenmerken (warmtegeleiding, coëfficiënt betreffende de verspreiding van waterdamp, diktes) en de gewenste grensvoorwaarden (relatieve vochtigheidsgraad binnen en buiten, binnen- en buitentemperatuur).

Aan de hand van deze tool kunt u de drukbochten drukcurves betreffende de verzadigde damp en de partiële spanning in de verschillende lagen van de wand visualiseren. Als de twee bochten curves elkaar kruisen , is er sprake van condensatie binnen de laag waar ze elkaar kruisen.

Er zijn tevens betalende tools beschikbaar waarmee een dynamische simulatie kan worden uitgevoerd voor preciezer e onderzoek en d at ie rekening houd t en met de evolutie van de grenswaarden en het watergehalte in de materialen in de loop der tijd na verloop van tijd .

Een dakisolatie langs buiten is een goede optie wanneer men ook de gevels langs buiten isoleert of dat van plan is. Er kunnen zo met name op eenvoudige wijze dakoverstekken worden gecreëerd die de gevelisolatie beschermen tegen weersinvloeden en de eventuele vochtproblemen die daaruit voort kunnen vloeien.

Specifieke kenmerken van de voorziening overeenkomstig de functie en/of de grootte van het gebouw

De klasse van het gebouw, afhankelijk van de functie die het vervult, heeft zijn invloed op het al dan niet aanwezig zijn van een dampwerend of -remmend membraan voor dit daktype om zo elk e risico op vochtproblemen te voorkomen.

Er bestaan 4 binnenklimaatklasse s n voor gebouwen, die afhangen van de hoeveelheid damp die ze produceren:

Binnenklimaatklassen van gebouwen

Klasse van het gebouw Definitie van het gebouw Voorbeelden
Klasse I Gebouw met een permanente lage of onbestaande dampproductie. Garages, schuren, opslagruimten voor drooggoed, kerken, etc.
Klasse II Goed geventileerd gebouw met een beperkte dampproductie. Grote woningen, kantoren, winkels, scholen, etc.
Klasse III Gebouw met een hogere dampproductie en een matige ventilatie. Sociale woningen, verzorgingstehuizen, gebouwen met beperkte airconditioning (RV < 60%), restaurants, etc.
Klasse IV Gebouw met een hoge dampproductie. Zwembaden, waslokalen, wasserijen, gebouwen met sterke airconditioning (RV > 60%), etc.

De regels voor het al dan niet plaatsen van een dampwerend/-remmend membraan zijn complex. Zie dossier Dichtheid van de wanden.

We kunnen evenwel de volgende algemene principes weerhouden:

  • Klimaatklasse s n I, II of III : een dampwerend of -remmend element is niet altijd noodzakelijk en hangt van verschillende parameters af. "De dampdiffusieweerstand van de lucht- en dampremmende laag minstens zes keer hoger (en bij voorkeur 15 keer hoger) moet liggen dan die van het onderdak. Daarom heeft men er alle belang bij een zo dampopen mogelijk onderdak te kiezen, zodat men kan volstaan met een lucht- en dampremmende laag met een lage dampdiffusieweerstand.' (WTCB)

De waterdampweerstand van het onderdak en de bekleding aan de binnenzijde zijn bijgevolg in belangrijke mate met elkaar verbonden. Dat is met name belangrijk bij een renovatie waarbij men de binnenafwerking en/of het bestaande onderdak behoudt.

  • Klimaatklasse IV : een dampwerend element is over het algemeen noodzakelijk aan de binnenzijde van het dak. Dat is makkelijker te plaatsen als onder het isolatiemateriaal een stijve ondergrond werd aangebracht.

Ongeacht de klimaatklasse wordt de aanwezigheid van een luchtspouw tussen het isolatiemateriaal en het onderdak afgeraden omdat die het risico op condensatie verhoogt aan de binnenzijde van het onderdak, dus aan het oppervlak van het isolatiemateriaal.