Elke voorziening kan afzonderlijk en samen met andere voorzieningen worden gebruikt om de voordelen te combineren. Vertrekkende vanaf dit overzicht is het mogelijk keuzes te maken op basis van elementen van duurzame keuze.
Description
Toepassing van buffercomplexen onder wegen of van landschapsaanleg (opslagsysteem voor water in een drainerende structuur met een doorlatende afwerking - bv. drainerende straatstenen...)
Description
Minerale inrichtingen in de vorm van brede en vlakke of ruwe open kanalen , laagten met een lichte helling , of een aanleg in opeenvolgende trappen die het hemelwater van de regenpijpen afvoeren, in plaats van ondergrondse leidingen. Sloten : Open lineaire inrichtingen , weinig breed, vrij diep , met steile hellingen die tijdelijk onder water kunnen staan Greppels of infiltratiebedden in de bodem : Lineair en diep , 1 tot 2 meter, een soort sloot die met een zeer poreuze korrelige structuur wordt gevuld: grind, gebroken keien en rotsstenen (zonder zand), alveolair materiaal enz., wel of niet afgewerkt met een bedekking.
Description
Een dak dat wordt aangelegd om een volume regenwater tijdelijk vast te houden, zo dicht mogelijk bij het ontvangende oppervlak (het dakvlak). Techniek die kan worden gecombineerd met alle soorten dakafwerkingen : groendaken, grinddaken, waterdaken, toegankelijk terras...
Zie de dossier Groendaken
Droge bekkens of waterbekkens
Description
Droog bekken , gelijkgesteld met een "verbrede" geul Waterbekken , met een blijvende hoeveelheid water
Infiltratieput
Description
Voorziening van verscheidene meters diepte , die de overgang van het afvloeiingswater naar een doorlatende ondergrond mogelijk maakt. Gevuld met zeer poreus materiaal (grof grind) dat de stevigheid van de wanden verzekert. Dit materiaal wordt omgeven met geotextiel. Vanwege het grote risico van vervuiling van het grondwater is deze voorziening niet aanbevolen en mag ze alleen als laatste redmiddel worden gebruikt, met alle voorzorgen om verontreiniging van de ondergrond en het grondwater te voorkomen. Ze vereist een vergunning klasse 2.
Zuiveringstechnieken
Description
Roostertank
Opvangkamer met een of meer fijnmazige roosters die min of meer grote voorwerpen tegenhouden. De roostertank verhindert dat "grote" lichamen of voorwerpen, die de verdere voorzieningen zouden kunnen blokkeren of verstoren, de leidingen en buizen bereiken.
Bezinktank
De bezinktank wordt gebruikt om de vervuiling door bezinking te bestrijden en de chronische vervuiling gedeeltelijk aan te pakken. Zwevende stoffen die zwaarder zijn dan water, zinken door hun eigen gewicht naar de bodem van de tank. Dit voorkomt dat deze afzettingen de leidingen of de verdere voorzieningen verstoppen. Er bestaan verschillende soorten bezinktanks. Sommige hebben verscheidene kamers en een coalescerende filter, die het mogelijk maakt de omvang van de voorziening te verkleinen (voorbeeld: bezinktank met zuivering)
Afscheider voor koolwaterstoffen
Verwijdert na accidentele pollutie de koolwaterstoffen uit het water. Voorzie een afscheider voor koolwaterstoffen van klasse I (< 5 mg/l uitstoot van koolwaterstoffen) Mag alleen worden gebruikt als er een groot vervuilingsrisico bestaat (bijvoorbeeld in een benzinestation)
Filters
Specifieke filters voor koolwaterstoffen, zware metalen (lood, zink, koper...) Gebruikt de principes van sedimentatie, adsorptie, filtratie en chemische neerslag. Een filter na de afscheider voor koolwaterstoffen maakt een lozing in oppervlaktewater mogelijk
Zuivering door de bodem en door planten
Minimaal 15 cm dikke bodem Beheer van de vervuiling door planten of fytoremediatie Accumulerende planten in combinatie met micro-organismen en de ondergrond Geval per geval te bestuderen, afhankelijk van de aard van de pollutie.
Vacuüm evacuatie