Net zoals vocht kan ook de koude buitenlucht de prestatie van de isolatie aanzienlijk verminderen. Het is dan ook belangrijk dat die koude lucht niet tot bij de warme kant van de muur- d.w.z. tussen de draagmuur en de isolatie - kan doordringen. Om dit probleem te vermijden, moeten:
- De isolatiepanelen goed aansluitend geplaatst worden en moeten de voegen gedicht worden met behulp van een gepaste techniek (kleefband, ...). Verder moeten de materialen met de juiste technieken geplaatst worden.
- Bij het gebruik van een luchtdoorlatende isolatie (bv. minerale wol) moet deze op een luchtdichte onderconstructie aangebracht worden.
- Bij het langs buiten isoleren van een niet-geïsoleerde spouwmuur wordt aanbevolen om ook de spouw mee te isoleren teneinde te vermijden dat er zich achter de isolatie een weinig of sterk verluchte luchtspouw zou bevinden. Zie voorziening | Isolatie van de spouw in een holle muur.
