De verhouding tussen vol en leeg definiëren
Bij een gemiddeld geïsoleerde woning op het zuiden met hoogrendementsglas geldt dat hoe groter het glazen oppervlak is, hoe lager de verwarmingsbehoefte is: de zonnewarmte die via het venster binnenkomt, compenseert het transmissieverlies ruimschoots. Dit geldt echter alleen als geen grote schaduwen worden geworpen en het eventuele risico op oververhitting goed wordt beheerd.
Voor de andere windrichtingen geldt het omgekeerde: vanuit energieoogpunt is het niet zinvol de hoeveelheid glas te verhogen. Wel is een minimale oppervlakte verplicht om aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) te beantwoorden. Die verplicht een netto belichtingsoppervlakte van de bewoonbare vertrekken van minstens 1/5 van de vloeroppervlakte.
De verhouding tussen kozijn en venster definiëren
We wijzen erop dat in de meeste gevallen (hoogrendementsglas) het glas beter isoleert dan het kozijn. Zo hebben voor hetzelfde type glas en kozijn twee vensters van verschillend formaat een verschillend warmteverlies per m².
Voorbeeld: twee vensters van verschillend formaat met dezelfde samenstelling (dubbel glas, houten kozijn); we zien duidelijk dat hoe groter de verhouding van het glas is ten opzichte van het kozijn, hoe groter de thermische weerstand van het venster in zijn geheel is (= lagere Uw).
- dwarsverbindingen en vensterkruisen die niet nodig zijn voor de stabiliteit van het raam zo veel mogelijk te beperken;
- de zichtbare dikte van het kozijn zo veel mogelijk te beperken;
- het aantal openingen dat niet nodig is voor goede ventilatie te beperken.