Voor elke betroffen scheidingsconstructie zijn de Umax/Rmin-waarden de waarden van maximale warmtetransmissie/minimale thermische weerstand die aanvaardbaar zijn om aan de eis inzake thermische isolatie te voldoen.
Deze Umax/Rmin-waarden zijn afhankelijk van het type scheidingsconstructie en van hun omgeving. Ze worden gespecificeerd in bijlage U/R van het “Eisenbesluit”.
Deze bijlage komt overeen met:
- de tabel van de Umax/Rmin-waarden van 1 juli 2017 tot 31 december 2020,
- de tabel van de Umax-waarden vanaf 1 januari 2021.
Vanaf 1 januari 2021:
- wordt afstand gedaan van alle thermische isolatie-eisen die worden uitgedrukt door een Rmin-waarde en worden deze uitgedrukt door een Umax-waarde,
- worden de eisen voor de vensters en bepaalde opake scheidingsconstructies lichtjes versterkt wat een harmonisatie tussen de 3 gewesten toelaat.
Reglementaire Umax/Rmin-waarden voor een project waarvan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd ingediend van 01/07/2017 tot 31/12/2020
BOUWELEMENT |
Umax (W/m²K) |
Rmin (m²K/W) |
|||
---|---|---|---|---|---|
1. |
SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume |
||||
1.1. |
TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.), gordijngevels (zie 1.4.) en glasbouwstenen (zie 1.5.) |
UW,max = 1.8 (1) Ug,max = 1.1 (2) |
|||
1.2. |
OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.) en gordijngevels (zie 1.4.) |
||||
1.2.1. |
Daken en plafonds |
Umax = 0.24 |
|||
1.2.2. |
Muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4. |
Umax = 0.24 |
|||
1.2.3. |
Muren in contact met de grond |
Rmin = 1.5 (3) |
|||
1.2.4. |
Verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of EPB-kelder buiten het beschermde volume |
Rmin = 1.4 (3) |
|||
1.2.5. |
Vloeren in contact met de buitenomgeving of boven een onverwarmde aangrenzende ruimte |
Umax = 0.3 |
|||
1.2.6. |
Andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een EPB-kelder buiten het beschermd volume, ingegraven keldervloeren) |
Umax = 0.3 of |
Rmin = 1.75 (3) |
||
1.3. |
DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) |
UD,max = 2.0 |
|||
1.4. |
GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) |
UCW,max = 2.0 |
|||
1.5. |
GLASBOUWSTEENWANDEN |
Umax = 2.0 |
|||
1.6. |
TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.) en gordijngevels (zie 1.4.) |
Umax = 2.0 (1) |
|||
2. |
SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN 2 BESCHERMDE VOLUMES, (4) met uitzondering van deuren en poorten |
Umax = 1.0 |
|||
3. |
VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME, (5) met uitzondering van deuren en poorten: |
||||
3.1. |
TUSSEN “EPB-WOONEENHEDEN” EN ALLE ANDERE EPB-EENHEDEN |
Umax = 1.0 |
|||
3.2. |
TUSSEN EPB-EENHEDEN “ANDERE” EN ALLE ANDERE EPB-EENHEDEN |
Bron: Leefmilieu Brussel
Reglementaire Umax-waarden voor een project waarvan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag werd ingediend vanaf 01/01/2021
ELEMENT DE CONSTRUCTION |
Umax (W/m²K) |
|||
---|---|---|---|---|
1. |
SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume |
|||
1.1 |
TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.), gordijngevels (zie 1.4.) en glasbouwstenen (zie 1.5.) |
UW,max = 1.5 (1) vanaf 2021 Ug,max = 1.1 (2) |
||
1.2 |
OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.) en gordijngevels (zie 1.4.) |
|||
1.2.1 |
Daken en plafonds |
Umax = 0.24 |
||
1.2.2 |
Muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4. |
Umax = 0.24 |
||
1.2.3 |
Muren in contact met de grond |
Umax = 0.24 (3) |
||
1.2.4 |
Verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of EPB-kelder buiten het beschermde volume |
Umax = 0.24 |
||
1.2.5 |
Vloeren in contact met de buitenomgeving of boven een onverwarmde aangrenzende ruimte |
Umax = 0.24 |
||
1.2.6 |
Andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een EPB-kelder buiten het beschermd volume, ingegraven keldervloeren) |
Umax = 0.24 (3) |
||
1.3 |
DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) |
UD,max = 2.0 |
||
1.4 |
GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) |
UCW,max = 2.0 Ug,max = 1.1 (2) |
||
1.5 |
GLASBOUWSTEENWANDEN |
Umax = 2.0 |
||
1.6 |
TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3.) en gordijngevels (zie 1.4.) |
Umax = 2.0 (1) Utp,max = 1.4 |
||
2. |
SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN 2 BESCHERMDE VOLUMES, (4) met uitzondering van deuren en poorten |
Umax = 1.0 |
||
3. |
VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME(5) met uitzondering van deuren en poorten: |
|
||
3.1 |
TUSSEN “EPB-WOONEENHEDEN” EN ALLE ANDERE EPB-EENHEDEN |
Umax = 1.0 |
||
3.2 |
TUSSEN EPB-EENHEDEN “ANDERE” EN ALLE ANDERE EPB-EENHEDEN |
Source : Bruxelles Environnement
Opmerkingen:
(1) Voor de evaluatie van UW,max, dient de oppervlaktegewogen gemiddelde waarde beschouwd te worden van alle transparante scheidingsconstructies (venster in zijn geheel (raamwerk + beglazing)) waarop de eis van toepassing is.
(2) Ug is de centrale U-waarde van de beglazing voor de verticale positie. Elk glaspaneel op zich dient aan de centrale Ug,max-waarde te voldoen. Deze waarde is de waarde die de fabrikant in zijn EG-verklaring van overeenstemming vermeldt.
(4) Met uitzondering van dat deel van een reeds bestaande gemeenschappelijke scheidingsconstructie waartegen een nieuw gebouw wordt opgetrokken, indien ter hoogte van de betreffende scheidingsconstructie de kleinste afstand tot de tegenoverliggende perceelsgrens minder dan 6 meter bedraagt. De afstand wordt gemeten vanaf de as van het perceel tot de voorzijde van de tegenoverliggende bestaande scheidingsconstructie. Als er 2 bestaande scheidingsmuren zijn, moet de berekening in beide richtingen worden uitgevoerd. De verhoging van een bestaande muur valt niet onder deze uitzondering en moet voldoen aan de eis Umax = 1.
(5) Bij de berekening van de U-waarde voor tussengelegen vloeren wordt ervan uitgegaan dat de warmtestroom van onder naar boven loopt.