Terug naar

Eisen voor de EPB-eenheden NR NE en NGE

Om de eisen in verband met hygiënische ventilatie na te leven, moeten de Nieuwe en met Nieuw Gelijkgestelde EPB-eenheden NR:

  • uitgerust zijn met een volledig ventilatiesysteem,
  • en dit systeem moet voldoen aan de eisen op de volgende punten:

    • de debietenmin en de kwaliteit van de binnenlucht,
    • de luchtkwaliteit van de toevoerdebieten,
    • de regeling van de luchtkwaliteit,
    • de drukvoorwaarden in de ruimten of gebouwen,
    • de luchttoevoeropeningen,
    • de luchtafvoeropeningen,
    • de doorstroomopeningen.
2017
Er is geen specifieke eis meer in verband met het energieverbruik van de ventilatoren. Hun energieverbruik wordt al in rekening genomen in de berekening van het specifieke jaarlijkse primaire energieverbruik in kWh per m² per jaar (PEV).

3.2.1. Debietenmin en kwaliteit van de binnenlucht

Het ventilatiesysteem moet het mogelijk maken om per lokaal de volgende reglementaire debietenmin te bereiken:

Ventilatiedebietenmin per ruimte volgens de tabellen 11 en 12 van de norm EN 13779 en volgens bijlage HVNR van het Eisenbesluit

RUIMTE

DEBIETMIN

Ruimte waar personen verblijven

22 m³/u per persoon (1)

(het dubbele als de ruimte een rokersruimte is)

Ruimte waar weinig of geen personen verblijven:

 
  • Gang, archief, berging, enz.

1,3 m³/u per m²  (1)

  • WC (met inbegrip van de urinoirs)

25 m³/u per WC (2)

  • Doucheruimte en badkamer

50 m³/u per ruimte (3)

Bron: Leefmilieu Brussel

(1) Deze debietenmin komen overeen met de binnenluchtcategorie IDA3 (indoor air).

(2) Indien het aantal wc's (urinoirs inbegrepen) niet gekend is op het ogenblik van de dimensionering van het ventilatiesysteem, bedraagt het debietmin in de toiletruimten 15 m³/u per m² vloeroppervlakte.

(3) In doucheruimten en badkamers bedraagt het debietmin 5 m³/u per m² vloeroppervlakte, met een minimum van 50 m³/u per ruimte.

Met betrekking tot de ruimten waar personen verblijven

Het ventilatiedebietmin wordt uitgedrukt in m³/u per persoon.

De bepaling van het minimale aantal personen gebeurt op basis van tabel 1 van Bijlage HVNR van het Eisenbesluit.

De gebruiksoppervlakte per persoon verschilt naargelang het type ruimte.

Minimale gebruiksoppervlakte per persoon die moet worden toegepast voor het bepalen van het aantal personen nodig voor de berekening van het ventilatiedebietmin in de ruimten bestemd voor menselijke bezetting (tabel 1 van bijlage HVNR van het Eisenbesluit)

RUIMTE BESTEMD VOOR MENSELIJKE BEZETTING

MINIMALE GEBRUIKSOPPERVLAKTE PER PERSOON (m2/persoon)

Horeca

Restaurants, cafetaria, snelbuffet, kantine, bars, cocktailbars

1.5

Keukens, kitchenettes

10

Hotels, motels, vakantiecentra

Slaapkamers in hotel, motel, vakantiecentra, ...

10

Slaapzalen in vakantiecentra

5

Lobby, inkomhal

2

Vergaderzalen, ontmoetingsruimte, polyvalente zaal

2

Kantoorgebouwen

Kantoor

15

Ontvangstruimten, receptie, vergaderzalen

3.5

Hoofdingang

10

Publieke ruimten

Vertrekhal, wachtzaal

1

Bibliotheek, mediatheek

10

Publieke verzamelplaatsen

Kerken en andere religieuze gebouwen, regeringsgebouwen, gerechtszalen, musea en galerijen

2.5

Detailhandel

Verkoopruimte, winkel (behalve winkelcentra)

7

Winkelcentrum

2.5

Kapsalon, schoonheidssalon

4

Winkels voor meubilair, tapijten, textiel, ...

20

Supermarkt, grootwarenhuis, dierenspeciaalzaak

10

Wassalon

5

Sport en vrije tijd

Sporthal, sportterrein, speelterrein, turnzaal

3.5

Kleedkamers

2

Toeschouwersruimte, tribunes

1

Discotheek / dansgelegenheden

1
2019

Sportclub: aerobicruimten, fitnessruimte, bowlingclub

Verstrenging vanaf 2019

10 > 3.5 (2019)

Zwembad, sauna, wellness

2

Bioscoop, concertzaal

1

Werkruimten

Fotostudio, donkere kamer,...

10

Apotheek (bereidingsruimte)

10

Lokettenzaal in banken / kluizenzaal voor publiek

20

Kopieerruimte / ruimte voor printers

10

Computerruimte (zonder ruimte voor printers)

25

Onderwijsinstellingen

Leslokalen

4

Lesateliers, leslaboratoria

4

Auditorium

2

Leraarskamer

4
2019

Kinderdagverblijven, kinderopvangruimten, speelkamers

Versoepeling vanaf 2019

4 > 5 (2019)

Polyvalente zaal

1

Gezondheidszorg

Ziekenzaal

10

Behandelings- en onderzoekskamers

5

Operatie- en verloskamers, ontwaakzaal en intensieve zorgen, kinesitherapiezaal, fysiotherapie

5

Gevangenissen

Cellen, dagverblijf

4

Bewakingsposten

7

Inschrijving / registratie / wachtruimte

2

Overige ruimten

Overige ruimten

15

Opslagruimte van een winkel

100

Bron: Leefmilieu Brussel

Oppervlakte die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de ventilatiedebietenmin

Voor de berekeningen van de ventilatiedebietenmin wordt rekening gehouden met de gebruiksoppervlakte, die ook netto oppervlakte wordt genoemd, gemeten ter hoogte van de vloer. De mezzanine is inbegrepen.

Voorbeelden van gebruiksoppervlakten

05b64aaf52252f68aa1aa9ff313378693d17a6cb_s2_n1

3.2.2. Luchtkwaliteit van de toevoerdebieten

De lucht van de toevoerdebieten moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Het minimale toevoerdebiet in de ruimten waar mensen verblijven, gebeurt met verse buitenlucht.
  • Het extra debiet kan er komen met verse buitenlucht, herbruikte lucht of doorstroomlucht.
  • Het minimale toevoerdebiet in ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting kan gerealiseerd worden met verse buitenlucht of bij voorkeur met afvoerlucht van andere ruimten van klasse ETA 1 of ETA 2.

In het geval van recyclage van afvoerlucht moeten alle richtlijnen van bijlage A.6 van de norm NBN EN 13779 worden nageleefd.

Op basis van de herkomst van de afvoerlucht wordt de luchtkwaliteit in de norm NBN EN13779 ingedeeld in vier klassen: ETA1, ETA2, ETA3 en ETA4 (ETA = extract air).

Kwaliteitsklasse van de afvoerlucht

  -

Lage verontreinigingsgraad

-
-
-
-

Deze lucht is geschikt voor hergebruik en doorstroom.

  -

Matige verontreinigingsgraad

-
-
-
-

Deze lucht is niet geschikt voor hergebruik, maar wel voor doorstroom.

  -

Hoge verontreinigingsgraad

-
-
-
-

Deze lucht is ongeschikt voor hergebruik en doorstroom.

  -

Erg hoge verontreinigingsgraad

-
-
-

 

Deze lucht is ongeschikt voor hergebruik en doorstroom.

Bron : Leefmilieu Brussel

-

Afvoerlucht met een geringe verontreinigingsgraad.

Lucht uit ruimten die voornamelijk vervuild worden door de menselijke stofwisseling en de bouwmaterialen en waar het verboden is te roken.

Bijvoorbeeld lucht uit lokalen zoals vergaderzalen, klassen, gangen, trappen, enz.

Deze lucht is geschikt voor hergebruik en doorstroom.

-

Afvoerlucht met een matige verontreinigingsgraad.

Lucht afkomstig van bezette ruimten die meer onzuiverheden bevatten dan categorie 1 afkomstig van dezelfde bronnen maar waar het toegestaan is te roken.

Bijvoorbeeld lucht uit lokalen zoals eetzalen, winkels, opslagruimten van kantoren, hotelkamers, enz.

Deze lucht is niet geschikt voor hergebruik, maar wel voor doorstroom naar toiletten, garages en gelijkaardige ruimten.

-

Afvoerlucht met een hoge verontreinigingsgraad..

Lucht uit ruimten waar andere vervuilende stoffen worden afgescheiden, zoals vocht, bepaalde grondstoffen voor processen of chemische stoffen.

Bijvoorbeeld lucht uit lokalen zoals toiletten, keukens, bepaalde chemische laboratoria, rookruimten, enz.

Deze lucht is ongeschikt voor hergebruik en doorstroom.

-

Afvoerlucht met een erg hoge verontreinigingsgraad.

Lucht uit plaatsen die geuren en onzuiverheden bevat die schadelijk zijn voor de gezondheid, in concentraties die hoger zijn dan toegestaan voor de binnenlucht van bezette ruimten.

Bijvoorbeeld lucht uit lokalen zoals chemische laboratoria, garages, industriële dampkappen, lokalen waar verven en solventen worden gebruikt, enz.

Deze lucht is ongeschikt voor hergebruik en doorstroom.

Voorbeelden van gebruik van afvoerlucht

30a01d1b698ec793ff89b16aa5c3467ffdb03fab_s2_n1 9c40aea0120206d894050cd8933c81e6a6ce9621_s2_n1

3.2.3. Regeling van de luchtkwaliteit

De EPB-reglementering herneemt de zes types van regeling van de luchtkwaliteit zoals vastgelegd in de norm NBN EN 13779. In de EPB-software moet men per ventilatiezone een van deze zes regelingstypes kiezen.

Aandacht
In het geval van mechanische ventilatiesystemen is de regeling van de luchtkwaliteit verplicht, maar ze mag niet van het type IDA-C1 noch van het type IDA-C2 zijn. Men moet het debiet kunnen regelen in functie van een uurregeling, een aanwezigheidsdetectie, een CO2-sonde, ... maar niet op basis van een manuele commutatie (schakelaar).

Regelsystemen voor de kwaliteit van de binnenlucht (IDA – C)

CATEGORIE

BESCHRIJVING

IDA – C1

Geen controle

Het systeem werkt permanent.

NIET TOEGESTAAN VOOR MECHANISCHE VENTILATIE-SYSTEMEN

IDA – C2

Manuele controle

Het systeem heeft een handbediende schakelaar.

IDA – C3

Kloksturing

Het systeem werkt volgens een ingesteld tijdsprogramma.

IDA – C4

Controle op basis van bezetting

Het systeem werkt op basis van aanwezigheid (inschakeling van verlichting, infrarooddetectoren, ...)

IDA – C5

Controle op basis van aanwezigheid (aantal personen)

Het systeem werkt op basis van de aanwezigheid van personen in de ruimte.

IDA – C6

Directe controle

Het systeem wordt geregeld door detectoren die de parameters van de binnenlucht of aangepaste criteria meten (CO2-detectoren, gemengde gassen, VOS, ...). De gebruikte parameters moeten aangepast zijn aan de aard van de activiteit in de ruimte.

Bron: NBN EN 13779 en bijlage HVNR

Aandacht
Regelsystemen gebaseerd op de luchttemperatuur die toelaten het ventilatiedebiet tot onder het debietmin te verlagen, zijn niet toegelaten. Dit betreft onder andere luchtverwarmingssystemen die alle ventilatie uitschakelen wanneer het voldoende warm is in het gebouw.

Voor de NE, NGE en, vanaf 2023, ZGE NR EPB-eenheden die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt door, of die eigendom zijn van een overheidsinstantie, worden de vraaggestuurde ventilatiesystemen in rekening gebracht in de EPN-methode via een reductiefactor die gebruikt wordt voor de bepaling van de warmteoverdrachtscoëfficiënt door hygiënische ventilatie.

3.2.4. Drukvoorwaarden in de ruimten of gebouwen

De drukvoorwaarde (PC) die in het gebouw wordt veroorzaakt door het onevenwicht tussen de luchttoevoerdebieten (qv,supply) en de luchtafvoerdebieten (qv,extract), moet tussen -5 Pa en 10 Pa blijven.

2017
Aan de drukvoorwaarde in de lokalen of de gebouwen moet voldaan worden in elke ventilatiezone, ongeacht het type ventilatiesysteem (mechanisch of natuurlijk).

3.2.5. Luchttoevoeropeningen

Elke luchttoevoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Als de luchttoevoer mechanisch gebeurt, moet hij gedimensioneerd worden voor een maximaal drukverschil van 10 Pa.
  • Als de luchttoevoer natuurlijk gebeurt, moet hij gedimensioneerd worden voor een maximaal drukverschil van 2 Pa en moet hij manueel of automatisch kunnen worden ingesteld tussen de volgende posities:

    • een volledig geopende stand,
    • minstens drie tussenposities,
    • een gesloten positie (≤ 15 % van het debiet onder 50 Pa).

De natuurlijke luchttoevoer die zich in een ruimte, voorzien van een mechanische afvoer, bevindt, mag worden gedimensioneerd voor een maximaal drukverschil van 10 Pa behalve als een apparaat met open verbrandingskamer aangesloten op een afvoerleiding aanwezig is in deze ruimte.

Kierstandventilatieschrijnwerk

Kierstandventilatieschrijnwerk (draaikiep, parallel, roterend of kantelbaar) zou dienst kunnen doen als natuurlijke toevoeropening in plaats van een raam- of gevelrooster als het aan de voorwaarden voldoet die in dit punt beschreven worden.

3.2.6. Luchtafvoeropeningen

Elke luchtafvoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Als de luchtafvoer mechanisch en waarbij de luchttoevoer eveneens mechanisch gebeurt, moet de luchtafvoer gedimensioneerd worden voor een maximaal drukverschil van 10 Pa.
  • Als de luchtafvoer natuurlijk gebeurt, moet hij gedimensioneerd worden voor een maximaal drukverschil van 2 Pa, moet hij verbonden zijn met een verticaal kanaal met een uitloop van minstens 50 cm ter hoogte van het dak en moet hij manueel of automatisch kunnen worden ingesteld tussen de volgende posities:

    • een volledig geopende stand,
    • minstens drie tussenposities,
    • een gesloten positie (≤ 15 % van het debiet onder 50 Pa).

De afvoerkanalen zelf moeten zoveel mogelijk een verticaal tracé hebben. Afwijkingen van maximaal 30° ten opzichte van het verticale zijn toegelaten. De afvoerkanalen en accessoires moeten gedimensioneerd zijn voor een maximale luchtsnelheid van 1 m/s.

De natuurlijke luchtafvoer die zich in een ruimte, voorzien van een mechanische toevoer, bevindt, mag worden gedimensioneerd voor een maximaal drukverschil van 10 Pa.

3.2.7. Doorstroomopeningen

Elke doorstroomopening moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Permanent zijn en niet verstopt kunnen raken.
  • Gedimensioneerd zijn voor een maximaal drukverschil van 10 Pa als minstens een van de twee ruimten die ze bedient, uitgerust is met een mechanisch ventilatiesysteem. In alle andere gevallen wordt deze maximale waarde teruggebracht tot 2 Pa.
  • Als het een spleet onder een deur betreft, moet ze minstens 5 mm hoogte hebben en gedimensioneerd zijn met een debiet van:

    • 0,80 [m3/u] per cm2 spleet voor een drukverschil van 10 Pa.
    • 0,36 [m3/u] per cm2 spleet voor een drukverschil van 2 Pa.
Laatste herziening op 23/03/2023