De warmteverliesoppervlakte is belangrijk op verschillende niveaus:
-
Voor alle EPB-eenheden:
- De gecreëerde of gewijzigde scheidingsconstructies van de warmteverliesoppervlakte moeten beantwoorden aan de warmte-isolatiewaarden Rmin/Umax – Umax vanaf 2021 die in het Eisenbesluit worden gedefinieerd.
- De warmteverliesoppervlakte per scheidingsconstructie is van belang in de berekening van de boetes op de warmte-isolatiewaarden Rmin/Umax – Umax vanaf 2021.
-
Voor NGE, ZGE en EGE:
- Het percentage van de werken (bouw, reconstructie, renovatie) aan de warmteverliesoppervlakte van de EPB-eenheid is van belang bij de bepaling van de EPB-aard van de werken en bijgevolg de procedures en de eisen die moeten worden nageleefd.
-
Voor de EPW- en EPN-eenheden:
- In de EPW- en de EPN-berekeningsmethoden voor de berekening van het PEV wordt de warmteverliesoppervlakte (per energiesector voor EPW en per functioneel deel voor EPN) gebruikt voor de berekening van de transmissieverliezen (§ 7.7 van bijlage EPW en § 5.5 van bijlage EPN van het Eisenbesluit) en voor de berekening van het infiltratie- en het exfiltratiedebiet (§ 7.8.4 van bijlage EPW en § 5.6.2.1 van bijlage EPN van het Eisenbesluit).
-
Voor de EPN-eenheden:
- In de EPN-berekeningsmethode voor de berekening van het PEV van de referentie-eenheid heeft de warmteverliesoppervlakte een impact op verschillende aspecten, en dan meer bepaald op de warmteverliezen door transmissie en door ventilatie en op de zonnewinsten (§ C2.4, § C2.5.1 en § C2.7 van bijlage EPN van het Eisenbesluit).
-
Voor de EPW-eenheden:
- De compactheid, berekend op basis van de totale warmteverliesoppervlakte van de eenheid, speelt een rol in de bepaling van de PEVmax-eis.